Brusselmans vond zijn hart in het Pajottenland
TENTOONSTELLING
Op een overzicht in het Gemeentemuseum is te zien hoe geweldig Jean Brusselmans (18841954) schilderde. De landschappen van ‘zijn’ Pajottenland, zijn vrouw, luchten. Niet alles is goed, maar dat wist hij zelf ook. Lucette ter Borg et is een land dat zich dik maakt zonder dik te zijn. De heuvels - niet meer dan vijftig, zestig meter hoog – heten er bergen, en luisteren naar snoepnamen als Suikerenberg, Tuitenberg, maar ook IJsberg, Snikberg en – het omgekeerde van wat de heuvel is – de Putberg. In de zomer groeien op de engtes maïs, aardbeien, uien. Op de flanken van de heuvels liggen vlokjes bossen, waar het onhandige gekukel van fazanten klinkt en schuwe reeën zich verschuilen.
Vanuit Brussel gaat het via de kaarsrechte N8 een dikke dertig kilometer westelijk strak naar Ninove. Strak, omdat het land zo makkelijk te doorklieven is, ondanks die heuvels die bergen heten. Maar stap je van de grote weg af, laat je de typisch Vlaams lelijke prefab-loodsen en kantoren links liggen, dan ontvouwt zich een land dat verloren lijkt in de tijd, met oude tramsporen, verwaarloosde kapelletjes en brokkelige boerenerven die er nog precies zo uit zien als een halve eeuw geleden. In dit land is – afhankelijk van je standpunt – het uitspansel met de wolken dramatisch en traag bewegend. Maar kijk je van de ene heuvelrug op de andere, dan ontvouwt zich een gestapelde poppenwereld: met stukjes akker, de rood bakstenen huizen daarbovenop, de elzen, populieren en windmolens op pootjes daar weer boven.
Dit land heet Pajottenland. Het is geen officieel land, maar een streek ten westen van Brussel. In Dilbeek vlak bij de Snikberg, vestigde zich in 1924 de schilder