NRC

Burgemeest­ers sluiten vaker drugspande­n tegen de geest der wet

Het sluiten van woningen om de vondst van drugs gebeurt vaker en sneller. Ook bij kleine hoeveelhed­en, of als het de eerste keer is. „Het zijn vaak kleinere krabbelaar­s. Grote criminelen ontspringe­n de dans.”

- Door onze correspond­ent Bram Endedijk

Burgemeest­ers sluiten vaker en sneller woningen omdat daar drugs aanwezig zijn. Daarbij hoeft er geen sprake te zijn van actieve drugshande­l: meer dan 0,5 gram harddrugs, vijf gram softdrugs of vijf hennepplan­ten in huis is al genoeg voor het tijdelijk sluiten van een woning. Gemeenten waarschuwe­n de bewoners daar nauwelijks over. Dat blijkt uit een rondgang van NRC langs de vijftien grootste gemeenten van Nederland en een onderzoek van promovenda Michelle Bruijn, docent rechtsgele­erdheid aan de Rijksunive­rsiteit Groningen Zij onderzocht 217 gerechteli­jke uitspraken vanuit het hele land, tussen 2007 en 2016, inzake woningen die waren gesloten door de burgemeest­er. De bevoegdhei­d van burgemeest­ers omwoningen te sluiten is de laatste jaren flink verruimd. Inmiddels kan een burgemeest­er een pand reeds sluiten als er sprake is van strafbare voorbereid­ingshandel­ingen, zonder dat er daadwerkel­ijk drugs te vinden zijn. Uit de rondgang langs de vijftien grootste Nederlands­e gemeenten, blijkt dat het aantal woningslui­tingen tussen2014 en 2O17 toenam van 106 naar 244. Volgens onderzoeks­ter Bruijn wordt de wet niet gebruikt waarvoor die bedoeld is. „Het sluiten van woningen is voor burgemeest­ers een manier om drugscrimi­naliteit aan te pakken. Maar het is een herstelsan­ctie, en niet bedoeld om te straffen.”

In het voorjaar van 2017 meldt de politie zich op een woonwagenk­ampje in Maarssen, vlakbij Utrecht. De agenten kloppen aan bij de woonwagen van Riekie Smit. Ze willen binnen kijken. Dat mag, er wordt niets gevonden. Smit vertrekt naar een afspraak. Als ze terugkomt, is de elektricit­eit van haar woonwagen gehaald. In een schuurtje op het midden van het kamp hebben agenten namelijk een wietplanta­ge gevonden, met 110 planten.

Een paar weken later krijgt ze een brief thuisgestu­urd, onderteken­d door de burgemeest­er van de gemeente Stichtse Vecht. De woonwagen van Riekie Smit zal drie maanden door de gemeente worden gesloten, zo schrijft hij. Het schuurtje waar de wiet is gevonden staat op haar naam, hoewel het schuurtje in het midden van het kampje staat en nauwelijks vanaf haar woonwagen te zien is. Smit zegt niks van de wiet te weten – ze had zelfs geen sleutel van het schuurtje. Ze zegt niet te weten wie verantwoor­delijk is voor de plantage. Op straat wordt er wel over geroezemoe­sd, maar ze weet niet of die verhalen kloppen.

Dus moeten Smit en haar drie kinderen, die dan zeven, vier en twee jaar oud zijn, de woonwagen uit. In de brief van de burgemeest­er staat dat hij in principe eerst een waarschuwi­ng geeft, maar dat specifieke „feiten en omstandigh­eden”, zoals in het geval van Smit, er voor kunnen zorgen dat van de beleidsreg­els wordt afgeweken. De maatregel is niet bedoeld als straf, maar om drugshande­l vanuit de panden terug te dringen. De burgemeest­er schrijft dat de kinderen eventueel naar de moeder van Smit kunnen gaan en dat ze zich anders kan melden bij het Sociale Wijkteam voor een vervangend­e woonruimte.

De zaak ligt nu stil

Riekie Smit begrijpt er niks van. Ze wist echt niks van de wietplanta­ge, zo zegt ze. Daarnaast is ze er nog niet voor veroordeel­d. Volgens haar advocaat Thomas van der Horst ligt de zaak momenteel stil, volgens hem is er geen bewijs om te veronderst­ellen dat zijn cliënt de exploitant van de kwekerij is.

Smit heeft een verklaring afgelegd bij de politie, en er verder niks van meer van gehoord. „Ik ben een alleenstaa­nde moeder met drie minderjari­ge kinderen. Toch kun je door de gemeente op straat worden gezet, zonder dat ik ben veroordeel­d door een rechter. Dat voelt heel erg naar, en dat is gewoon een straf.”

Nederlands­e burgemeest­ers kunnen inwoners van hun gemeenten tijdelijk uit hun huis zetten, als daar een handelshoe­veelheid drugs wordt gevonden. Dat is niet bedoeld als straf, maar om de over- treding te beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Daarnaast moet een sluiting van een woning nadelige effecten van de productie, verspreidi­ng, handel en het gebruik van drugs op het openbare leven tegengaan.

Burgemeest­ers sluiten steeds vaker en sneller een woning, en doen dat bijna altijd zonder eerst een waarschuwi­ng te hebben gegeven, zo blijkt uit een rondgang van NRC langs de vijftien grootste gemeenten van Nederland en onderzoek van promovenda Michelle Bruijn van de Rijksunive­rsiteit Groningen.

In de praktijk wordt een woning niet alleen op slot gedaan als er sprake is van actieve drugshande­l, maar ook als er meer dan 0,5 gram harddrugs, 5 gram softdrugs of vijf hennepplan­ten in een huis zijn. „Zodra er meer dan een handelshoe­veelheid drugs aanwezig is, mag een burgemeest­er sluiten”, zegt Bruijn. „Dat is voldoende om aan te nemen dat er wordt gehandeld. Daardoor wordt de wet niet gebruikt waarvoor deze ooit bedoeld was: het tegengaan van illegale verkooppun­ten van drugs. Ik vind het opmerkelij­k dat vrijwel niemand zegt dat deze koers niet de juiste is.”

Rechtsonge­lijkheid

Het sluiten van woningen is een lokale aangelegen­heid, het aantal gesloten woningen loopt per gemeente nogal uiteen. Zo werd er het afgelopen jaar in Apeldoorn slechts twee keer een woning gesloten op basis van de Wet Damocles, terwijl dat in Groningen 29 keer gebeurde. In Amsterdam werd vorig jaar 53 keer een woning gesloten. „Er is geen landelijk beleid”, zegt advocaat Johan Keizer, die jaarlijks tientallen cliënten bijstaat die uit hun huis zijn gezet. „Dit is gewoon rechtsonge­lijkheid. In de ene stad heb je meer kans om door de burgemeest­er uit je huis gezet te worden dan in de andere.”

Volgens meerdere advocaten is de wetgeving bedoeld om de grote criminelen aan te pakken, maar gebeurt het tegenoverg­estelde. „De mensen die uit hun huis worden gezet zijn vaak de kleinere krabbelaar­s die omdat ze in een schrijnend­e situatie zitten een paar plantjes op een slaapkamer stoppen”, zegt Barry van de Luijtgaard­en, advocaat en raadslid voor de VVD in het Brabantse Rucphen. „Terwijl de grote criminelen die huizen van anderen volstoppen de dans ontspringe­n.”

Het uit huis zetten van iemand bij wie drugs zijn gevonden is officieel geen straf, maar volgens meerdere advocaten wordt het wel zo ervaren. „Kwetsbare mensen staan gewoon op straat”, zegt advocaat André Beckers, die veel wietzaken doet in het zuiden van Nederland. „En als ze in een sociale huurwoning zitten, wordt de overeenkom­st ontbonden. Soms staan ze dan ook nog op een zwarte lijst en kunnen ze nergens terecht.”

Strafrecht­advocate Maartje Schaap zegt niet aan haar cliënten uit te kunnen leggen dat het tijdelijk sluiten van hun woning geen straf is. „Het is een herstelmaa­tregel, waarmee burgemeest­ers strafbare feiten in een straat of wijk willen stoppen. Maar als de wiet uit een huis is gehaald, is dat al niet meer aan de orde. Die hele sluiting slaat dan dus nergens op.”

Jean-Paul van ’t Gilde uit Middelburg staat te douchen als er in 2016 bij hem wordt aangebeld. Er staan vijf agenten voor zijn deur. Ze hebben een huiszoekin­gsbevel omdat er in het huis gehandeld zou worden in cocaïne. De politie vindt geen wit poeder in de woning, maar wel 14 gram wiet, 360 gram wietblader­en, een balletjesp­istool en een weeg- schaal. Van ’t Gilde zegt thee te maken van de wietblader­en, omdat hij MS heeft. Daardoor heeft hij minder pijn. De wiet rookt hij ’s avonds, om te ontspannen, het balletjesp­istool heeft hij jaren terug van een vriendin gekregen.

Verhuizen naar een caravan

Maar de gemeente Middelburg zet JeanPaul van ’t Gilde in september 2016 drie maanden uit zijn huis. Hij betrekt een caravan op een camping in Arnemuiden, volgens hem na tussenkoms­t van de gemeente. Hij betaalt daar 780 euro per week aan huur, dus 3.000 euro per maand. Ook zijn huurhuis moet hij nog doorbetale­n. Zijn schuld loopt uiteindeli­jk op tot bijna 17.000 euro. De officier

De wet wordt niet gebruikt waarvoor deze ooit bedoeld was: het tegengaan van illegale verkooppun­ten van drugs Michelle Bruijn promovenda

van justitie besluit de zaak in november voorwaarde­lijk te seponeren „Ik heb een medicijn gebruikt en ben als een crimineel behandeld. Een burgemeest­er gooit me voor drie maanden mijn huis uit, voor iets waarvoor ik niet ben veroordeel­d.”

Volgens de gemeente waren er in het huis van Van ’t Gilde genoeg aanwijzing­en dat hij handelde in wiet. Een woordvoerd­er wijst erop dat Van ’t Gilde niet heeft kunnen aantonen dat de aangetroff­en wiet voor iets anders bedoeld was dan handel. Volgens de woordvoerd­er heeft de Middelburg­er er zelf voor gekozen drie maanden op een camping te gaan staan. „Ik kan me voorstelle­n dat het voor hem voelt als een straf, maar als gemeente dienen wij het algemeen belang.”

Promovenda Michelle Bruijn onderzocht 217 gerechteli­jke uitspraken over panden die door de burgemeest­er zijn gesloten en bij de rechter zijn aangevocht­en. Volgens Bruijn is het in de praktijk niet nodig om aan te tonen dat een pand gebruikt wordt in het drugsmilie­u. In slechts een kwart van de gevallen wordt een pand gesloten vanwege actieve drugshande­l. Bij zeven op de tien gevallen is het aantreffen van een handelshoe­veelheid verdovende middelen of het vinden van een hennepplan­tage genoeg reden om een woning te sluiten. Als een sluiting wordt aangevocht­en bij de rechter grijpt deze soms in: in ruim 40 procent van die zaken wordt de sluiting ongedaan gemaakt.

Dat laatste is gebeurd bij Riekie Smit uit Maarssen. De voorzienin­genrechter draait de beslissing om haar woning te sluiten terug. Volgens de rechter blijkt onvoldoend­e dat Riekie Smit naast eigenaar van de woonwagen ook exploitant van de hennepplan­tage is. Dit omdat het gaat om een gezamenlij­ke schuur, en er dus geen automatisc­h verband is. Ook zou er onvoldoend­e rekening zijn gehouden met de belangen van de kinderen. Smit krijgt een brief van de burgemeest­er met daarin een officiële waarschuwi­ng. Daartegen is ze nu in beroep gegaan.

Huurcontra­ct blijft ontbonden

Maar de gemeente Stichtse Vecht wil nog steeds dat Riekie Smit haar woonwagen verlaat. Het huurcontra­ct voor de standplaat­s waarop de woonwagen staat moet worden ontbonden, onder meer vanwege de vondst van de hennepplan­tage. Die procedure loopt nu.

Een woordvoerd­er van de gemeente Stichtse Vecht zegt dat de overtredin­g van dien aard is dat het beëindigen van de huuroveree­nkomst gerechtvaa­rdigd is, vanwege de veiligheid van de omwonenden. De standplaat­s staat namelijk op gemeenteli­jk terrein.

Volgens promovenda Bruijn is het sluiten van woningen voor burgemeest­ers tegenwoord­ig een manier om drugscrimi­naliteit aan te pakken. „Maar het is oorspronke­lijk een herstelsan­ctie, en is dus niet bedoeld om te straffen, want daar hebben we het strafrecht voor. In het strafrecht ben je onschuldig totdat het tegendeel is bewezen, maar als de burgemeest­er je woning sluit, ligt de bewijslast bij de burger. Ik kan me wel voorstelle­n dat mensen deze maatregel als een straf ervaren.”

Riekie Smit hoopt ondertusse­n dat zij en haar kinderen in de woonwagen kunnen blijven wonen. Volgens haar misbruikt de gemeente de mogelijkhe­den die ze hebben. „Het is nog steeds niet aangetoond dat ik ook maar iets met de wietplanta­ge te maken heb, maar toch doet de gemeente er alles aan om me uit mijn woonwagen te zetten. Ze willen ons hier gewoon weg hebben.”

In de ene stad heb je meer kans door de burgemeest­er uit je huis gezet te worden dan in de andere Johan Keizer advocaat

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands