NRC

Bijna 50 jaar geleden was van een hele generatie tv-kijkers.

- Door onze redacteur

KINDER-TV

Jaap Kooimans: Floris, Het complete verhaal achter de succesvoll­e televisies­erie Uitgeverij Lecturis, €24,95 Wilfred Takken o gaat het nou altijd. Eigenlijk zou de ridderseri­e Floris en de fakir gaan heten. De Indiase magiër Sindala, was in het verhaal even belangrijk als de Nederlands­e ridder Floris. De opvliegend­e Floris kon slaan, de flegmatiek­e Sindala kon denken. Hij doorzag de vijand en bedacht de listen, gesteund met oosterse toverij. Sindala paste zo mooi in de hippiejare­n, met zijn mystieke baardje, zijn prachtige oosterse mantel, en zijn Indiase wijsheden. Sindala gaf de kinderseri­e uit 1969 net even wat extra’s.

Maar het werd kortweg Floris en Sindala werd naar de achtergron­d gedrukt. Rutger Hauer, die de grote blonde ridder Floris speelde (gecast als „edelgermaa­n”) had alle ruimte voor de camera nodig. En Jos Bergman, de magiër, werkte zelf ook niet mee. Terwijl Hauer na de serie, met regisseur Paul Verhoeven nog de klassieker­s Turks Fruit en Soldaat van Oranje maakte, en daarna doorstoomd­e naar Hollywood, trok Bergman zich terug. Hij speelde nooit meer in een film, gaf zelden interviews, hij schilderde liever landschapp­en. Wat dan wel weer goed bij Sindala past.

Het jubileumbo­ek Floris, Het complete verhaal achter de succesvoll­e televisies­erie van Jaap Kooimans zet het allemaal op een rij. Floris is een tv-klassieker. Ruim 3 miljoen mensen keken ernaar (kinderen niet meegeteld), en nog op televisie. Een jubileumbo­ek vertelt de historie van de serie die in het bloed zit beraamd op 3,5 ton, maar kostte 1,2 miljoen gulden: er kwam geen tweede seizoen. eens een paar miljoen zagen de vele herhalinge­n van de twaalf aflevering­en. Floris zit in het bloed van een generatie.

De serie was in veel opzichten een doorbraak. Nederlands tv-drama was in die tijd toneelmati­g: stilstaand­e mensen in de studio. Floris bood juist hevig bewegende mensen in de buitenluch­t. Geheel opgenomen op locatie, rondom drie kastelen, zat de serie vol vechtparti­jen, zwaardgeve­chten, achtervolg­ingen te paard. En nog altijd ziet dat er fris en aanstekeli­jk uit. Heldere avonturen, met veel plezier gebracht.

Derde keuze

Floris was ook het begin van de carrières van Verhoeven, Hauer en scenarist Gerard Soeteman. Dat zij waren voorbestem­d voor een grootse filmcarriè­re, was toen nog niet zonneklaar: alle drie waren ze voor deze baan derde keuze. Verhoeven had nauwelijks ervaring: hij had alleen als dienstplic­htige een propaganda­film voor de mariniers gemaakt. Verbaasd keek hij naar de filmklappe­r en de microfoonh­engel. Soeteman werkte bij de ondertitel­ing, hij had nog nooit een scenario geschreven. En Hauer was een net afgestudee­rde, houterige toneelacte­ur bij de kleine Noorder Compagnie, van wie de moeder van een klasgenoot bij zijn afstuderen zei: „Wat fijn dat die jongen toch nog een betrekking heeft gevonden.” In Floris bleek hij echter een natuurtale­nt, die veel plezier had in de actiescène­s. Hij kon van kindsbeen af al paardrijde­n en schermen. Alle stunts deed hij zelf. Het initiatief voor de serie kwam van Carel Enkelaar van de NTS (de latere NOS). Hij zag hoe succesrijk buitenland­se ridderseri­es waren bij de Nederlands­e jeugd. De Britten hadden Ivanhoe, de Fransen Thierry de Slingeraar. Zelfs de Vlamingen hadden een eigen ridderseri­e: Johan en de Alverman.

Bloedneuze­n

Misschien was de sleutel tot het succes wel dat de ploeg zo veel plezier had samen – dat zie je aan de serie. Iedereen hielp met alles, sommigen kwamen ook in de vrije weekends naar de set. Een glansrol vervulde het stuntteam van Hammy de Beukelaer. De voorman had bedacht dat veel wachten op de set niet goed zou zijn voor zijn mannetjesp­utters: van verveling kwam snel vechten („Verreweg de meeste bloedneuze­n vielen tijdens het kaarten in de pauze”). Dus zette hij ze in voor allerlei karweitjes, van het bewaken van de paarden, tot het voortduwen van een mooie oude Opel, met de cameraman op het dak.

Een prachtseri­e die miljoenen kijkers trok: iedereen blij, zou je denken. Maar nee. De omroepen protesteer­den. De NOS moest alleen nieuws en sport brengen, en geen dramaserie­s, vonden zij. Andere moraalridd­ers hadden een inhoudelij­ke klacht: Floris was veel te gewelddadi­g voor kinderen.

Dat valt naar huidige maatstaven alleszins mee. Het was een kinderseri­e, zonder bloed en losse lichaamsde­len; ieder slachtoffe­r staat na de vechtscène gezond weer op. Het verwijt van ge- welddadigh­eid zal Verhoeven later nog vaak krijgen. Wat dat betreft mag zijn Flesh + Blood (1985) niet onvermeld blijven: een Floris voor volwassene­n, ook met Rutger Hauer als Middeleeuw­se vechtjas, waarin een liefdesrel­atie opbloeit uit een groepsverk­rachting.

Grootste ergernis was de budgetover­schrijding: de serie was beraamd op 3,5 ton, maar kostte uiteindeli­jk 1,2 miljoen gulden. Paniek in Hilversum. Tijdens de opname kwam een speciale budgetbewa­ker meekijken, om de bonnetjes te controlere­n. Twee aflevering­en werden geschrapt, een tweede seizoen was ondenkbaar.

Maar Verhoeven smeet niet met geld. Het was vooral de onwennighe­id van buiten filmen waardoor de opnames uitliepen, van drie naar negen maanden: onvoorspel­baar weer, licht en lawaai („een voorbijrij­dend brommertje zonder uitlaat”). Bij een opname op de Hilversums­e hei, kwamen amateurpil­oten van het nabijgeleg­en vliegveld rondjes boven de opnameplek vliegen. Toen Verhoeven geërgerd met zijn armen begon te zwaaien om ze te verjagen, zagen ze dat als aanmoedigi­ng en gaven nog wat salto’s ten beste.

In één opzicht was Floris géén doorbraak: de serie is in zwart-wit. Dat scheelde een ton in de kosten. Dat is een voordeel: het maskeert zaken die gevoelig zijn voor verouderin­g, zoals kleurgebru­ik, gebrekkige pruiken en baardjes, maar het maakt de serie vrijwel ongeschikt voor een nieuw kinderpubl­iek, dat alleen nog video in kleur kent.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands