Italië kiest voor ramkoers met Brussel
De populistische coalitie verhoogt de uitgaven en dat is in strijd met afspraken in Europees verband.
In haar eerste grote beleidsbeslissing heeft de populistische regering in Italië gekozen voor een ramkoers met de Europese Commissie en meeste EU-landen. Rome stuurde maandagavond een begroting ter goedkeuring naar Brussel die sterk afwijkt van eerdere afspraken.
In plaats van het verder terugdringen van het begrotingstekort, om de enorme staatsschuld onder controle te houden, kiest de coalitie van Lega en Vijfsterrenbeweging voor een verhoging van de uitgaven. Vicepremier Di Maio, leider van de Vijfsterren, zei eerder deze maand: „Mijn doel is mijn medeburgers gelukkig te maken, en dat overstijgt de cijfertjes.”
Om verkiezingsbeloftes als terugdraaien van de pensioenhervorming en invoering van een soort bijstand mogelijk te maken, wil het kabinet de uitgaven met ongeveer 37 miljard euro verhogen. Daartegenover staan extra inkomsten en bezuinigingen van ongeveer 15 miljard euro. Hierdoor komt het begrotingstekort dit en volgend jaar op 2,4 procent. Het voorgaande centrum-linkse kabinet had met Brussel afgesproken dat het dit jaar 1,6 procent zou zijn en volgend jaar 0,8 procent.
Omdat Italië na Griekenland de grootste staatsschuld heeft in de eurozone, met 131 procent, en omdat Italië economisch tien keer groter is dan Griekenland, voorspellen veel analisten dat door deze Italiaanse begroting de euro opnieuw onder druk komt te staan. Commissievoorzitter Juncker heeft al gewaarschuwd voor „een nieuwe Griekse crisis, maar nu in Italië.”
De lijn van het in juni aangetreden kabinet heeft Italië zelf al in de problemen gebracht. Het renteverschil tussen wat Italië en Duitsland moe- ten betalen op staatsleningen van tien jaar is met 1,5 procentpunt gestegen, wat tot hogere uitgaven voor de Italiaanse schatkist leidt. Di Maio noemde waarschuwingen van financieel deskundigen voor hogere rentekosten „een manier om de burgers te terroriseren”.
De voorbije weken hebben Di Maio en Salvini hun plannen om de overheidsuitgaven te verhogen gepresenteerd als een broodnodige correctie op het door Brussel voorgeschreven bezuinigingsbeleid. In opiniepeilingen steunt een meerderheid van de ondervraagden de plannen. Maar er is ook veel kritiek. De Italiaanse centrale bank en de parlementaire begrotingscommissie zeggen dat het kabinet rekent met een te optimistisch ingeschatte groei.
Bovendien zijn veel plannen niet direct gericht op stimulering van de economie. Het kostbare terugdraaien van de pensioenhervorming, een paradepaardje van de Lega, zadelt toekomstige generaties volgens de baas van het staatspensioenfonds op met een schuld van 100 miljard euro. Het ‘burgerinkomen’ waar de Vijfsterren zich sterk voor heeft gemaakt, is meer gericht op consumptie dan op het zoeken naar werk. De gedeeltelijke belastingamnestie in de begroting wordt eerder als een cadeautje voor de valsspelers gezien dan als een manier om ondernemers weer te laten investeren.
Di Maio sprak van „een nieuw sociaal contract” dat mensen compenseert voor de „diefstal” uit het verleden. In een vernietigend commentaar schreef La Repubblica: „Vijfsterren en Lega hebben een paar redenen om tevreden te zijn: ze hebben, in ieder geval gedeeltelijk, de beloftes gehandhaafd die ze voor de verkiezingen hebben gemaakt. Ze zijn alleen vergeten uit te leggen – aan ons en aan al hun kiezers – wie daarvoor betaalt, en tegen welke prijs dat is.”
Om beloftes van voor de verkiezingen na te komen, wordt circa 37 miljard euro extra uitgegeven