Het onzichtbare zichtbaar maken
Noha El-Fassi in Toen ma naar Mars vertrok. e Nederlandse televisie is van iedereen, maar dat betekent niet dat er ook voor iedereen een plaatsje aan tafel is. Sommigen zie en hoor je aan een stuk door, anderen halen nooit de spotlights. Maar soms maakt de tv even een onzichtbare zichtbaar. De vraag daarbij is altijd wel: wil de onzichtbare zelf ook zichtbaar worden?
De wonderlijke documentaire Toen ma naar Mars vertrok van Abdelkarim en Asma El-Fassi (broer en zus) gaat over zichtbaarheid en onzichtbaarheid. De film, maandag uitgezonden door BNNVARA, maakte eerder deel uit van een theatervoorstelling. Het is een portret van moeder Noha El-Fassi en ook een beetje van hun vader Ali. em zien we op bezoek bij een dochter die in Hongkong woont. Hij banjert opgeruimd door de stad, druk filmend en bellend met zijn vrouw. Tegen marktkooplui is hij iets baziger dan beleefd is. Na een tijdje zie je niet meer dat Ali een beetje op Frans Timmermans lijkt.
De gesprekken tussen vader en dochter gaan vooral over de moeder, die niet mee wilde op reis. Ze huilde toen vader op reis naar Hongkong vertrok. Dat waren vreugdetranen, verzekert hij. Je ziet de dochter twijfelen of dat waar is.
Noha, de moeder, is de heldin van de film. Zij wordt gefilmd in Oost-Souburg (bij Vlissingen) waar ze al tientallen jaren woont. Zeeland heeft het mooiste licht van het land, maar voor haar was het Mars. „Waarom heb je me meegenomen naar dit bos”, vroeg ze haar man nadat ze uit Marokko was aangekomen.
Ze nam een cassettebandje vol tranen en heimwee op voor haar moeder, maar haar echtgenoot maakte het stuk voor het verstuurd kon worden. Je wilt je familie toch geen verdriet doen? Inmiddels zou haar man wel terug willen, maar wil zij in Nederland blijven – hier wonen haar kinderen.
Stukje bij beetje horen we haar levensverhaal. Haar vader was restauranthouder, Noha’s kookkunst is nog steeds vermaard. Van bovenaf wordt gefilmd hoe ze harira en een geweldig ogende visschotel maakt; helemaal in de stijl van de hippe kookclipjes die online circuleren. Je krijgt er ook evenveel zin van in koken en in eten.
Toen ma naar Mars vertrok is prettig dwarrelig gemaakt, met rafelrandjes (zoals een kort gesprekje met de buren) die de intimiteit vergroten. Er zijn mooie details: hoe de kinderen in gesprek met de ouders overschakelen op Nederlands als ze het expliciet over gevoelens willen hebben. Tegen het eind probeert Abdelkarim zijn vader ertoe te bewegen zijn vrouw op te bellen en voor het eerst ‘ik hou van je’ tegen haar te zeggen. (Ze nam niet op. De afzuigkap, zei ze later.)
Pas halverwege viel me het belangrijkste vormkenmerk van de film op. Ik realiseerde me dat ik me geen goede voorstelling van Noha’s gezicht kon maken. Ik ging erop letten: De El-Fassi’s filmen hun moeder op een paar flitsen na steeds vanuit de verte of schuin van achteren. In een mooie scène zitten de echtelieden samen in de tuin te kibbelkletsen zoals langgetrouwden dat kunnen. Onophoudelijk wordt er scherpgesteld op de vader: de moeder blijft op de achtergrond. k leid een anoniem leven”, zegt ze even later – niet ontevreden. Dat doet je vermoeden dat ze het prettig vond om maar half zichtbaar te zijn. Het geeft Toen ma naar Mars vertrok een poëtische dubbelheid. De kinderen halen hun moeder, wier migrantenverhaal overlapt met dat van duizenden vrouwen in Nederland, uit de anonimiteit, bewijzen haar eer en geven haar die anonimiteit meteen weer terug. Prachtig gedaan. Arjen Fortuin