‘Vleesconsumptie zorgt voor tweemaal hogere uitstoot dan transport’
Dat stelde ondernemer André Jurres in een pleidooi voor heldere klimaatdoelen.
De aanleiding
De voorstellen voor een klimaatakkoord liggen op tafel en kunnen voldoende zijn om de uitstoot van broeikasgassen in twaalf jaar te halveren. Het komt nu aan op echte gedragsverandering die door de politiek moet worden gestimuleerd. Een van de noodzakelijke stappen, betoogt Jurres begin oktober in NRC , is een forse inkrimping van de veestapel, want die zorgt voor tweemaal zoveel uitstoot als al het transport bij elkaar.
Waar is het op gebaseerd?
Jurres zegt zijn betoog onder meer te baseren op het rapport Livestock’s long shadow van de voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO uit 2006. Dit rapport opende voor velen de ogen voor de milieugevolgen van de landbouw. Niet eerder werd door de FAO zo duidelijk bewezen dat veeteelt, en daarmee de vleesconsumptie, een grote mondiale bijdrage levert aan het broeikaseffect. Landbouw zorgt volgens het rapport voor een aandeel van 18 procent in de mondiale emissie van broeikasgassen. „Dit is een hoger aandeel dan van transport.”
En, klopt het?
Het FAO stelt zelf niet expliciet dat de uitstoot tweemaal hoger is dan die van transport. Een overzicht op de site van de Amerikaanse milieudienst EPA komt wel in die buurt. Landbouw zorgt daarin voor 24 procent van de mondiale emissie. Transport voor 14 procent. De cijfers die door EPA worden gebruikt dateren uit 2014 en zijn afkomstig van de IPCC, het klimaatbureau van de VN. Volgens die cijfers zorgen „landbouw, bosbouw en ander landgebruik” voor een emissie van jaarlijks tien tot twaalf gigaton aan broeikasgassen, „bijna een kwart” van de mondiale uitstoot. Dat komt vooral voor rekening van de veeteelt. Transport is goed voor zeven gigaton. Eén gigaton is een miljard ton. De cijfers in Nederland liggen anders, bijvoorbeeld omdat hier geen ontbossing plaatsvindt. Het Planbu- reau voor de Leefomgeving komt in zijn recente Balans van de Leefomgeving uit op een landbouwuitstoot van 34,5 miljoen ton. Verkeer was in 2016 goed voor 35 miljoen ton. „Wij gaan er altijd van uit dat de veestapel voor zeker 10 procent aan de emissie van Nederland bijdraagt”, zegt landbouwspecialist Andy Palmen van Greenpeace. „Tegelijkertijd willen we ons niet te zeer mengen in cijferdiscussies. Wat tel je allemaal mee? De ontbossing voor de soja voor koeien? De uitstoot van weidegrond die je zonder vee onder water zou kunnen zetten?” Jurres stelt in zijn artikel dat de twee miljard levende wezens die wekelijks „tot hapklare brokken” worden verwerkt voor de uitstoot zorgen. Niet alle veeteelt leidt direct tot vleesconsumptie, ook melkkoeien zorgen voor uitstoot. Varkens, vleesrunderen en pluimvee zorgen volgens de FAO voor zo’n 60 procent van de uitstoot, melkkoeien voor 20 procent. De rest komt van onder meer schapen en geiten. Grootste oorzaak van de uitstoot is, ook weer volgens de FAO, de voedselproductie voor de beesten (45 procent) en de methaanuitstoot (39 procent). Methaan is als broeikasgas ruim twintig maal zo schadelijk als CO2. Ook lachgas, dat vrijkomt uit mest, is een broeikasgas.
Conclusie
Het is onmogelijk om de uitstoot van verschillende sectoren als landbouw en verkeer precies te bepalen. De afbakening – waar houdt de invloed van landbouw op – leidt snel tot politieke discussies. De stelling dat onze vleesconsumptie tot een tweemaal hogere uitstoot leidt dan die van transport is dan ook niet op detailniveau te beoordelen. Als we de cijfers van het IPCC als uitgangspunt nemen, blijkt de uitstoot door landbouw en ander landgebruik 1,7 maal zo hoog te zijn als die van transport. Daarvan uitgaande beoordelen we de uitspraak van Jurres als half waar. Erik van der Walle Ook een bewering zien langskomen die je gecheckt wilt zien? Mail nrccheckt@nrc.nl of tip via Twitter met de hashtag #nrccheckt