Groepsculturen houden zich in stand met selectiemechanismen. Pak die aan om de corpora te veranderen, schrijven en
Warme aarde niet de schuld van regering
r is inmiddels een lange reeks van beschamende, vernederende incidenten bij de corporale studentenverenigingen. Zaterdag was er opnieuw een bericht over een mishandeling bij Vindicat in Groningen. NRC schreef gisteren over de grimmige cultuur bij Minerva in Leiden; een erelid had de cultuur zien veranderen „van geestig en grappig naar gestoord”.
Voor de universiteitsbesturen in Groningen en Leiden was de maat vol. De verenigingen is dringend opgedragen te werken aan een ‘cultuurverandering’. Ogenschijnlijk is dat iets eenvoudigs. Maar ‘cultuur’ doet niets, ménsen doen iets. ‘De cultuur’ wordt niet zelden als excuus, rookgordijn en eufemisme gebruikt zodat individuen en groepen hun gedrag niet kritisch onder de loep hoeven te nemen. Want daar gaat het uiteindelijk om.
In Groningen was de cultuurverandering nog niet geslaagd, concludeerde een accreditatiecommissie. De aanpak lijkt daar vooralsnog tekort te schieten, omdat hij te weinig aansluit op de wijze waarop groepsculturen ontstaan, in stand worden gehouden en veranderen.
Mogelijk is een kans gemist door studenten niet bij de diagnose te betrekken. Juist door een degelijke gezamenlijke diagnose ontwikkelen ze de zo verlangde bewustwording en inzichten. Daarbij hebben ze recht op goede ondersteuning. Gegeven de (structurele) aard van de
BRIEVEN
incidenten – er wordt gewag gemaakt van excessief, soms gedwongen drankgebruik, grootschalig drugsgebruik en ronduit schokkende ontgroeningspraktijken – , is begeleiding, zo niet disciplinering, ook gewoon hard nodig. Zonder buitenstaanders komt cultuurverandering niet van de grond.
Waarom niet? Een groepscultuur kan worden opgevat als een samenhangend geheel van gedeelde waarden, opvattingen en gedragingen; een soort ‘cultureel DNA’. Dit DNA vormt de achtergrond van de gebruiken, de taal, de ‘mores’ en de sfeer binnen de club. Het bepaalt het zelfbeeld, wat binnen de groep wel en niet ok gevonden wordt en het geeft een gevoel van gezamenlijkheid.
Het culturele DNA kan soms weinig verheffend gedrag bevatten. In de corporale cultuur lijken antiburgerlijke waarden als recalcitrantie, provocatie en moedwillige onaangepastheid te worden gehuldigd. In milde vorm leiden deze tot klassieke ‘ludieke’ studentenacties, in ernstige vorm kunnen ze aanleiding geven tot ontregelend en grensoverschrijdend gedrag in de openbare ruimte en onder elkaar. Daar verandert niet zomaar iets aan. Sterke groepsculturen vormen namelijk een ‘bubble’. Hoe langer je erin verblijft, hoe sterker je in het culturele DNA gesocialiseerd raakt en hoe meer je je ermee identificeert. Jezelf en je omgeving duurzaam veranderen is van binnenuit bijna onmogelijk.
Een groepscultuur houdt zichzelf Juridisch redacteur Folkert Jensma is blij met de uitspraak van het Gerechtshof in de zaak-Urgenda ( Drie hoeraatjes voor de rechter in Urgenda 2, 13/10). Toch geeft hij precies aan, waarop deze zaak in cassatie zonder enige twijfel zal stranden: deze uitspraak is lijnrecht in strijd met de trias politica en opent de weg voor elke willekeurige niet-democratisch gekozen actiegroep om via de rechter het beleid van de regering te doorkruisen. Er is een niet te verwaarlozen kans, dat de mensheid ten onder zal gaan aan de steeds toenemende opwarming van de aarde. Maar de verant- woordelijkheid hiervoor berust bij de hele mensheid, niet bij de Nederlandse regering alleen. En het is juist, dat het Verdrag voor de Mensenrechten rechtstreekse werking heeft. Wel is dit verdrag er met de haren bijgesleept. De grondslag van de claim berust op het zogenaamde VN-Klimaatverdrag, dat in elk geval geen rechtstreekse werking heeft. En het hierop gebaseerde Klimaatakkoord is een voornemen van de regering, waaraan geen particulier of actiegroep enig recht kan ontlenen. Ik wens de landsadvocaat succes met zijn cassatiedagvaarding. Dolph Boddaert Bergen