Nu de dividendbelasting overeind blijft, profiteert het mkb. Toch?
De dividendbelasting blijft overeind, het kabinet heeft 1,9 miljard euro te verdelen: multinationals krijgen alsnog het grootste deel.
Camil Driessen Philip de Witt Wijnen
Na een langdurige, felle strijd om de dividendbelasting níét af te schaffen, was het moment maandag eindelijk daar voor de oppositie. De maatregel ging van tafel. Meteen werden de bakens verzet. Want wat te doen met de 1,9 miljard euro per jaar die nu weer beschikbaar komt?
Rutte III wil dit geld blijven steken in het ‘vestigingsklimaat’ van Nederland. En deze keer ten bate van het hele bedrijfsleven, niet alleen de multinationals. De linkse oppositie vindt dat evenzeer een onterecht cadeautje aan het grootkapitaal en wil het geld voor de publieke sector. Dat kan niet, beweert het kabinet, want het strookt niet met geldende begrotingsregels. Klopt dat? Plus drie andere vragen over de pot van 2 miljard.
1 Staan begrotingsregels extra uitgaven inderdaad in de weg? Het klinkt streng en rechtvaardig, maar in dit geval is sprake van oneigenlijk gebruik van de zogeheten Zalmnorm. Dit door voormalig minister Gerrit Zalm (Financiën, VVD) geformuleerde begrotingsbeleid behelst een beleidsmatige scheiding tussen de inkomsten- en uitgavenkant van de overheidsfinanciën. Het betekent in de praktijk dat meevallers uit belastingen niet mogen worden gebruikt voor nieuwe investeringen. En dat, andersom, tegenvallers aan de uitgavenkant niet hoeven te leiden tot lastenverhogingen.
Het intrekken van de afschaffing van de dividendbelasting levert op papier inderdaad ruimte op de begroting op (1,9 miljard vanaf 2020) maar is strikt genomen geen incidentele meevaller. Het gaat om het formuleren van nieuw beleid, zoals dat met het schrijven van een regeerakoord ook is gebeurd. Daarbij heeft een kabinet natuurlijk alle ruimte om tussen de verschillende ‘begrotingskaders’ te schuiven. Bovendien zijn begrotingsregels niet wettelijk vastgelegd: elk kabinet heeft, met steun van een Kamermeerderheid, de mogelijkheid om er desgewenst creatief mee om te gaan.
2 Is het vestigingsklimaat gebaat bij lagere vennootschapsbelasting? Ja, dat is althans wel wat in studies en door kenners wordt gesteld. Of een bedrijf naar Nederland komt, hangt natuurlijk niet alleen van de belastingen af. Bedrijven kijken ook naar zaken als infrastructuur, opleidingsniveau van de beroepsbevolking en leefklimaat, zegt fiscalist Arjo van Eijsden van EY. „Maar fiscaliteit is een van de belangrijke elementen.” De vennootschapsbelasting (vpb) is daarbij wel „het eerste waar buitenlandse investeerders naar kijken”.
Bedrijven betalen nu 25 procent belasting over hun winsten boven de 200.000 euro. Het kabinet sprak bij de formatie af dit tarief te verlagen naar 21 procent. In de zomer bleek afschaffen van de dividendbelasting kostbaarder te zijn dan gedacht (1,9 miljard euro in plaats van 1,4 miljard). Voor de benodigde extra dekking besloot men het hoge vpb-tarief iets minder te verlagen, tot 22,25 procent.
Nu de dividendbelasting niet wordt afgeschaft, heeft het kabinet de ruimte om de vpb toch verder te verlagen. Dit hoge tarief daalt naar 20,5 procent – zelfs iets meer dan in het regeerakkoord was afgesproken. Het lage vpb-tarief, over winsten tot twee ton, daalt óók iets meer: van 20 naar 15 procent.
Van Eijsden moedigt die verlagingen aan, omdat het volgens hem helpt „Nederland aantrekkelijk te houden”. In omringende landen die als concurrent gelden in de strijd om buitenlandse bedrijven, daalt de winstbelasting namelijk. Dat is met name in het Verenigd Koninkrijk zo. In 2011 was de winstbelasting er nog hoger dan de 25 procent in Nederland, over twee jaar is die gedaald tot 17 procent.
3 Profiteert het midden- en kleinbedrijf echt zo veel? „Het kabinet heeft gedaan wat wij hadden gehoopt”, zei voorzitter Jacco Vonhof van ondernemersorganisatie MKB Nederland tegen de NOS. Vanuit het midden- en kleinbedrijf (mkb) was immers boos gereageerd op het geplande afschaffen van de dividendbelasting. Zij, de ‘motor’ van de economie, werden vergeten en zelfs extra belast, bijvoorbeeld door het inperken van fiscale voordelen van de directeur-grootaandeelhouder.
Staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66) benadrukte maandag dan ook dat het mkb nu ook profiteert. Dat klopt, maar vanuit de schatkist bezien profiteren grote bedrijven veel meer. De belangrijkste maatregel voor het mkb is de verlaging van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. Die maatregel kost de schatkist straks 228 miljoen euro per jaar. De verlaging van het hoge vpb-tarief kost ruim vijf keer zo veel: 1,2 miljard euro.
Daarnaast zullen mkb’ers profiteren van het verlagen van de werkgeverslasten op arbeid met 200 miljoen euro en invoering van een innovatiesubsidie. Ook zal het plan om het lenen van de eigen vennootschap door directeuren-grootaandeelhouders te beperken nu worden „verzacht”.
4 Zijn expats geholpen met de overgangsregeling voor hun korting? Nee, niet als je het de expats vraagt. „In de media is de indruk ontstaan dat er een overgangsregeling voor alle expats komt, maar dat is helemaal niet het geval”, zegt woordvoerder Jessica Piotrowski van United Expats of the Netherlands.
De eerste acht jaar in Nederland hoeven expats die meer 37.000 euro bruto per jaar verdienen over 30 procent van hun inkomen geen belasting te betalen. Het kabinet wil die regeling in één klap bekorten tot vijf jaar, zonder overgangsregeling. Onder de noemer ‘ A deal is a deal’ startten expats een campagne waarin ze erop wezen dat zij beschikkingen van de Belastingdienst hadden ontvangen waarin ze de korting voor acht jaar kregen. Op basis daarvan besloten zij voor hun werk naar Nederland te verhuizen en bijvoorbeeld een huis te kopen. Voor die expats eisten ze een overgangsregeling.
Die roep leek gehoord. Toen het schrappen van de dividendbelasting van tafel ging, klonk door dat voor expats die hier al zijn de regeling slechts met één in plaats van drie jaar zou worden beperkt. Bestudering van het nieuwe voorstel leert dat dit alleen geldt voor expats die in 2019 en 2020 buiten de boot zouden vallen. „Dat is maar een kleine groep”, zegt Piotrowski. Een expat die in 2015 naar Nederland is gekomen, krijgt vanaf 2021 last van de verkorting.