Stop verticale verbanden
Voortgang van kennis Heiligt doel middelen? Wind in de rug
Structurele misstanden vragen om structurele maatregelen. Verbieden van naakt, gedwongen jenevergebruik en kruipen door kots, zoals de ex-praeses van studentenvereniging Minerva stelt ( Bij Minerva halen de tijden de mores in, 16/10), zijn dat niet. Hoezo zijn dat „grote stappen”? ‘Don’t state the obvious’, zou ik zeggen. Luister naar adviseur Huib Wurfbain: schaf de verticale verbanden af. Deze praktijk waarbij leden die in verschillende jaren lid zijn geworden, samen in clubjes komen, veroorzaakt een gevoel van exclusiviteit, van je verheven voelen boven de ander, met al het nare gedrag dat daarbij hoort. Een van de kernwaarden van een vereniging is dat alle leden gelijk(waardig) zijn. Dat is voor een studentenvereniging niet anders. En dat wordt, als het goed is, er ook ingehamerd tijdens de kennismakingstijd. Schaf verticale verbanden af en begin met een schone lei. Dat doet even pijn, maar levert veel op. De vereniging heeft zo’n 190 jaar prima zonder verticale verbanden gefunctioneerd! Annelies Hillen Reünist Minerva Zaterdag reageerde Marieke van den Brink, hoogleraar gender en diversiteit aan de Radboud Universiteit, in deze krant op het experiment om met fake publicaties aan te tonen dat beoefenaars van ‘wrokwetenschappen’ een politieke agenda hebben en dus niet serieus te nemen zijn ( Het beperkte nut van het uitlachen van genderstudies, 13/10). Zij zegt: „Farmaceutisch onderzoek wordt toch ook gedaan om betere medicijnen te ontwikkelen, en NRC Vergeet het in snelle sporen. Voor de luchtvaart is zo’n uitbreiding heel aantrekkelijk. Met die hogere snelheid kunnen meer luchtreizigers naar Schiphol gelokt worden. Een andere voordeel van snellere treinverbindingen is dat enkele korte vluchten dan door een treinrit kunnen worden vervangen, waardoor er op Schiphol meer ruimte komt voor de aantrekkelijkere lange afstandsvluchten. Zo’n verschuiving van korte naar langere vluchten zorgt natuurlijk voor een nog grotere milieuen klimaatbelasting. bedrijfseconomen willen toch het bedrijfsleven ten dienste zijn?” Het is tenenkrommend haar er op te moeten wijzen dat deze vormen van onderzoek worden omgeven met garanties, om te voorkomen dat andere belangen prevaleren dan de voortgang van kennis. En dat, waar dit niet afdoende blijkt, maatregelen worden genomen. Volgens Van den Brinks opvatting kan onderzoek naar de Franse grammatica, met als doel de algemene kennis van deze taal te verbeteren, op één lijn worden gesteld met politiek geïnspireerd genderonderzoek. Zij versterkt daarmee de indruk dat beoefenaars van deze laatste categorie studies niet kunnen of willen nadenken. Herman Vuijsje Amsterdam
Roland Haffmans
In het #MeToo-debat zie je de eeuwige verwarring tussen feiten en normen. Zoals bij elke ideologie – en #MeToo steunt op een ideologie – gaat het mis wanneer de aanhangers zeggen: als de werkelijkheid niet strookt met onze ideeën, des te erger voor de werkelijkheid. De menselijke samenleving is geen paradijselijke constructie waar iedere agressie, waaronder geweld Amsterdam tegen vrouwen, kan worden uitgebannen. We moeten dat wel blijven nastreven, maar ook aanvaarden dat het nooit is gelukt en zeer waarschijnlijk nooit zal lukken; tenzij we collectief gerobotiseerd worden. Hier raakt de #MeToo-beweging aan de gevaarlijke kant van iedere ideologie: te denken dat het gelijk zozeer aan je kant staat, dat vrijwel ieder middel gerechtvaardigd is om het doel te bereiken. De overtreder van de norm (geen ongewenste intimiteit) is geen gewone crimineel, bijvoorbeeld een dief die na bestraffing weer mee mag doen in de samenleving, nee, hij krijgt levenslang, al is het bewijs tegen hem nog zo zwak. Hij moet uit de annalen van de beschaving worden gebannen, zijn personage moet uit films worden verwijderd, zijn kunst moet (binnenkort?) op de brandstapel. F. P. Zwart Edam Als gezagvoerder bij KLM en afgestudeerd ingenieur lucht-en ruimtevaarttechniek reageer ik op het artikel Het gevaar van wind in de rug (13/10). Hierin wordt ten onrechte gesteld dat de grondregel is „nooit met ‘tailwind’ landen of opstijgen”. De grondregel is „in principe niet” dus soms wordt het wel gedaan. Vanwege efficiënt baangebruik komt het op Schiphol wel eens voor dat er met een lichte rugwind gestart wordt. Er zijn andere vliegvelden waar het niet altijd mogelijk is met kopwind te starten vanwege bergachtig terrein in de uitvliegrichting. Dan wordt er met kopwind geland, maar op dezelfde baan met rugwind gestart in de richting waar geen terrein is. Ronald Vermerris Oegstgeest