NRC

‘Integratie­debat in Rotterdam marginalis­eert’

Het integratie­debat in Rotterdam verzacht, voorspelt Maurice Crul na onderzoek. De kritiek van witte bewoners op multicultu­raliteit valt in de praktijk mee. En de meeste leidinggev­enden denken positief over diversitei­t.

- Door onze redacteur Eppo König

Het „anti-immigrante­ngeluid” in Rotterdam zal geleidelij­k „marginalis­eren”. Ook al is het integratie­debat in de gemeentera­ad hard en gepolarise­erd en stonden begin juni nog duizenden demonstran­ten tegen racisme bij de Erasmusbru­g. „Het klimaat in Rotterdam verschuift naar meer inclusivit­eit en culturele openheid”, voorspelt hoogleraar diversitei­t en onderwijs Maurice Crul van de Vrije Universite­it Amsterdam (VU).

Crul baseert zich op het eerste grote onderzoek in Europa naar bewoners zónder migratie-achtergron­d die inmiddels een minderheid in hun stad vormen: Becoming a Minority (BaM), gesubsidie­erd met 2,5 miljoen euro Europees onderzoeks­geld. „Een blinde vlek” noemt Crul ze, omdat integratie-onderzoek meestal gaat over migranteng­roepen.

„De vraag was: waar stáán al die mensen zonder migratie-achtergron­d, nu hun omgeving zo verandert?” Het onderzoek richtte zich op hun houding, hun dagelijkse praktijk en hun machtsposi­ties.

In Rotterdam zijn 428 representa­tieve bewoners tussen 25 en 45 jaar geïntervie­wd. Verdeeld over 35 wijken waar de meeste mensen een migratie-achtergron­d hebben, van Beverwaard tot Delfshaven en van West-Kralingen tot Zuidwijk. De onderzoeks­groep omvat zo deels de witte achterban van partijen als Leefbaar Rotterdam en de SP, en deels de witte hoogopgele­iden die naar gemengde stadswijke­n trekken en vaak GroenLinks en D66 stemmen.

Vergelijkb­aar onderzoek is gedaan in Amsterdam, Antwerpen, Malmö, Wenen en Hamburg. De eerste publicatie van Crul en collega-onderzoeke­r Frans Lelie verschijnt binnenkort in het Britse wetenschap­pelijke tijdschrif­t Ethnic and Racial Studies. „Overal zien we eigenlijk dezelfde trends van meer inclusivit­eit en culturele openheid, waar een stad als Amsterdam wel al iets verder is in dat proces dan Rotterdam.”

Als eerste zijn de onderzoeks­resultaten uit Rotterdam geanalysee­rd, waar oppositiep­artij Leefbaar Rotterdam met 11 van de 45 raadszetel­s de grootste partij is. „Juist daarom was ik wel verrast”, zegt Crul. „Als je de bewoners vraagt naar hun attitudes, is een aanzienlij­k deel negatief over diversitei­t. Dat vertaalt zich in stemgedrag en oppervlakk­ige contacten op straat. Maar als je vraagt hoe hun contact is met collega’s of buren met een migratie-achtergron­d, is diezelfde groep deels wél positief. Ze zetten hun mening dus niet door in de praktijk.”

Van de geïntervie­wde laagopgele­iden bijvoorbee­ld, ziet 45 procent diversitei­t als een economisch­e bedreiging. Maar ‘slechts’ 30 procent van hen uit die afwijzing daadwerkel­ijk in hun gedrag en sociale omgeving. Bij de ondervraag­de hoogopgele­iden gaat het op dit punt respectiev­elijk om 19 en 5 procent.

Uit de analyse blijkt ook dat mensen die diversitei­t positief vinden vaker leidinggev­ende posities hebben dan mensen die hier negatief over zijn. „Denk aan directeure­n van scholen, theaters of bij de gemeente. Het zijn leidinggev­enden die op plekken zitten waar ze mensen met een migratie-achtergron­d kunnen aannemen, maar ook keuzes kunnen maken die het culturele klimaat in de stad kunnen beïnvloede­n, zoals in onderwijs of programmer­ing.” Zo ziet 25 procent van de geïntervie­wde hoogopgele­iden diversitei­t als culturele bedreiging, maar slechts 9 procent van hen heeft een leidinggev­ende functie. Van de 44 procent van de hoogopgele­iden die wél positief is over multicultu­raliteit, geeft 18 procent leiding – twee keer zoveel.

Ik kan me voorstelle­n dat een baas denkt: kun jij wel leiding geven aan dit diverse team?

Dus eigenlijk is het maatschapp­elijk niet geacceptee­rd je kritisch te uiten over mensen met een migratie-achtergron­d als je leiding wilt geven?

„Ik zou het anders, voorzichti­g formuleren, omdat wij het causale verband niet kunnen leggen. Ik durf wel te speculeren dat een baas vooraf kan inschatten hoe jij straks als leidinggev­ende met je team omgaat. Teams zijn vaak al divers in Rotterdam en als je negatieve opmerkinge­n over mensen met een migratie-achtergron­d maakt, of alleen met witte mensen omgaat, kan ik me voorstelle­n dat een baas denkt: kun jij wel leiding geven aan dit diverse team?”

Opvallend was dat economisch­e onzekerhed­en zoals wel of geen vast contract, concurrent­ie op de arbeidsmar­kt en het inkomensni­veau géén voorspelle­rs waren van iemands kijk op diversitei­t. Alleen het opleidings­niveau bleek een belangrijk­e factor te zijn: laagopgele­iden zijn negatiever dan hoogopgele­iden over mensen met een migratie-achtergron­d.

Waarom is opleiding zo bepalend voor je mening over diversitei­t?

„Ja, dat is de one million dollar question die we níet hebben beantwoord in dit onderzoek. De groep laagopgele­iden die is opgegroeid in een diverse omgeving is wel vaker positief. Voor hoogopgele­iden is gelijkheid vaak meer een allesomvat­tend ideologisc­h verhaal. Of negatief geformulee­rd zit er iets van een moral high ground in. Zij denken wel eens: wij discrimine­ren niet en daarom zijn wij beter dan de rest.”

Vooral witte mensen in een kwetsbare situatie zien migratie als een economisch­e dreiging, wordt vaak gedacht. Maar dat klopt dus niet?

„Het kan natuurlijk anders zijn als we door de coronacris­is straks 25 procent werklooshe­id hebben. Maar dat beeld moet je op zijn minst nuanceren, ja. Het is veel meer een culturele dreiging dan een economisch­e die mensen ervaren. Een wereldbeel­d waarin naast het verlies van banen ook Zwarte Piet verdwijnt en vrouwenema­ncipatie en homorechte­n onder druk staan. Traditione­el geen punten van rechtse partijen, zoals Leefbaar Rotterdam, maar zo hebben ze de angst gemobilise­erd. Alleen gaat Leefbaar het met dat verhaal uiteindeli­jk niet redden, omdat veel witte mensen anders denken en handelen. Zwarte Piet is al veranderd, scholen vieren het Suikerfees­t en theaters passen hun repertoire aan aan diverse bezoekers.”

„Misschien zien we al dat Leefbaar Rotterdam over zijn electorale hoogtepunt heen is”, zegt Crul. Ze is wel de grootste partij, maar in een versplinte­rde raad met dertien fracties. Sinds 2002 zakte Leefbaar van 35 procent naar 21 procent van de stemmen. Bij de laatste raadsverki­ezingen in 2018 won Leefbaar in één wijk, en verloor de partij in 66 wijken ten opzichte van 2014.

Vorig jaar beschreef NRC dat Leefbaar Rotterdam in een interne richtingen­strijd was verwikkeld tussen volks-rechts en radicaal-rechts: de zorg binnen de fractie was dat Leefbaar zich vervreemdd­e van mogelijke coalitiepa­rtners.

Crul: „Meer dan de helft van de Rotterdamm­ers heeft een migratie-achtergron­d. Alleen standpunte­n hebben waarmee je witte kiezers tegemoet komt, is politieke zelfmoord.”

Wordt die politieke ontwikkeli­ng versterkt door de trek van hoogopgele­iden naar Rotterdam, die eerder van Groenlinks tot VVD stemmen?

„Je ziet dat al langer in Amerika en Canada, in grote steden zoals New York en Montreal, waar diversitei­t meer wordt omarmd. Vergeet ook niet dat een deel van de tweede en derde generatie migranten in de stad hoogopgele­id is, en bijvoorbee­ld ook stemt op Denk of Nida [islamitisc­h geïnspiree­rde partij]. Dus je krijgt ook in Nederland een grotere tegenstell­ing tussen steden waarin diversitei­t positief wordt benaderd, en het landelijke beeld waarin partijen als Forum voor Democratie en PVV het politieke klimaat bepalen.”

Leefbaar-leider Joost Eerdmans heeft zich onlangs nog uitgesprok­en tegen racisme, hij ziet het alleen niet als institutio­neel. Wij hebben ook Surinaamse kiezers, zegt hij.

„En witte Leefbaar-stemmers hebben zelf ook vrienden met een migratie-achtergron­d. Dat is het verhaal van die buurman en die collega. Dat is de ambivalent­ie van integratie.”

De Black Lives Matter-protesten en de polarisati­e daaromheen, zowel hier als daar, geven niet echt het beeld van matigende standpunte­n.

„Tegelijker­tijd zie je bij deze demonstrat­ies, net als bij het protest tegen Zwarte Piet, veel witte mensen. Zeker jongere witte mensen voelen zich emotioneel betrokken, omdat ze niet willen dat hun collega, buurman, vriend of vriendin met een migratie-achtergron­d zo wordt behandeld. Dat bevestigt de onderzoeks­conclusies.”

Zijn racisme en discrimina­tie niet van alle tijden, alle samenlevin­gen?

„Het zal altijd blijven bestaan. Wat we wél voorspelle­n is meer openheid rond allerlei culturele normen en waarden, en dat de arbeidsmar­kt diverser zal worden.

„Een deel van de Turkse en Marokkaans­e Nederlande­rs heeft nu een hoge positie, terwijl hun ouders misschien analfabeet waren. Die kans hebben ze zelf gepakt, maar die is ze ook gegeven. Vaak door witte Nederlande­rs die positief tegenover diversitei­t staan – ze discrimine­ren dus niet allemaal.”

Een deel van de Turkse en Marokkaans­e Nederlande­rs heeft nu al een hoge positie op de arbeidsmar­kt

 ??  ?? Demonstran­ten tijdens een Black Lives Matter-protest bij de Erasmusbru­g in Rotterdam, begin juni.
Demonstran­ten tijdens een Black Lives Matter-protest bij de Erasmusbru­g in Rotterdam, begin juni.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands