Al-Jazeera-cameraman die na de oorlog naar Belgïe zou vertrekken
Afgelopen zomer was hij nog bij zijn vrouw en vier kinderen in het Belgische Zichem. Maar op 15 december was de Palestijns-Belgische fotograaf en cameraman Samer Abu Daqqa allang weer aan het werk in Gaza.
Hij was eropuit gegaan met zijn collega Wael Dahdouh, de Gaza-correspondent van Al Jazeera die op een tragische manier een internationale bekendheid is geworden, vanwege de indrukwekkende vasthoudendheid waarmee hij zijn gevaarlijke werk blijft doen.
Live in een uitzending kreeg hij in oktober te horen dat bij een Israëlisch bombardement zijn vrouw, een zoon, een dochter en een kleinkind waren omgekomen. Begin dit jaar verloor hij nóg een zoon (eveneens journalist) en twee neven. Maar in zijn blauwe scherfvest met in grote letters het woord PRESS erop, bleef Dahdouh de gebeurtenissen voor zijn tvstation en de wereld verslaan.
Samen maakten Abu Daqqa en Dahdouh op 15 december een reportage over een door Israël gebombardeerde school in Khan Younis, een stad in het zuiden van de Gaza-strook. Daar waren twintig mensen omgekomen. De twee journalisten hadden al heel vaak samengewerkt, beide waren al zo’n twintig jaar aan AlJazeera verbonden.
Abu Daqqa werd in 1978 niet ver van Khan Younis geboren. In Gaza haalde hij een bachelor journalistiek en media, ging eerst bij een krant werken en begon in 2004 bij Al Jazeera, eerst al technicus en fotograaf. Vijf jaar geleden zijn zijn vrouw en kinderen uit veiligheidsoverwegingen naar België verhuisd. Hijzelf besloot te blijven tot de oorlog voorbij was. Dan zou hij zich bij hen voegen en in België werk zoeken, zo was zijn plan.
Nadat de mannen tweeëneenhalf uur in de verwoeste school hadden gefilmd en zich klaarmaakten voor vertrek, sloeg er nog een raket in. Drie leden van de hulpdienst die hen begeleidden waren op slag dood, de twee journalisten raakten gewond, Abu Daqqa zeer ernstig. Dahdou slaagde er kruipend in naar buiten te komen. Toen hij in een ambulance werd geladen, vertelde hij aan Al Jazeera, drong hij erop aan dat ook Abu Daqqa meegenomen zou worden. Maar vanwege het puin van verwoeste gebouwen was hij niet te bereiken. Het ambulancepersoneel beloofde snel terug te komen om hem te redden. Collega-journalisten probeerden via het Rode Kruis en de Foreign Press Association in Jeruzalem van het Israëlische leger de toezegging te krijgen dat een ambulance Abu Daqqa veilig zou kunnen ophalen. Toen de toestemming eindelijk kwam, ook voor een bulldozer die de weg moest vrijmaken, was het vijf uur nadat Abu Daqqa gewond was geraakt. Hij bleek inmiddels te zijn doodgebloed.
Op sociale media deelden veel vrienden en collega’s een filmpje met een lied dat zijn nu 15-jarige zoon Zain twee jaar eerder voor zijn vader had geschreven, waarin hij vanuit een groen en vredig België zegt hoe erg hij hem mist.