NRC

Rechters botsen over ‘derdelande­rs’

Rechters negeren de Raad van State bij ‘derdelande­rs' uit Oekraïne. Zijn ze nu wel of niet principiee­l gelijk aan oorlogsvlu­chtelingen?

- Door onze juridisch redacteur Folkert Jensma

Tot gisteren was de stand vier rechtbanke­n vóór en drie rechtbanke­n tegen een uitspraak van de Raad van State. Met als omstreden kwestie de vraag of de tijdelijke opvang van niet-Oekraïense oorlogsvlu­chtelingen uit dat land wel of niet per 1 maart beëindigd had mogen worden. En of ze dus uitgezet mogen worden.

Het uitvoeren van individuel­e terugkeerb­esluiten voor deze ‘derdelande­rs’ blijkt daarmee een stuk taaier dan gedacht. Vreemdelin­genrechter­s in het land blijken elkaar, de staatssecr­etaris van migratie én de Raad van State tegen te spreken. Met rechtsonge­lijkheid en vooral rechtsonze­kerheid tot gevolg.

Vier rechtbanke­n hebben terugkeerb­esluiten van derdelande­rs geschorst, met verschille­nde argumenten. Soms vinden vreemdelin­genrechter­s dat de IND individuel­e dossiers niet goed genoeg onderzocht. Maar ook wordt geoordeeld dat vreemdelin­gen die tijdelijk in Oekraïne verbleven in Nederland onder dezelfde regels moeten blijven vallen als ‘echte’ Oekraïners. Voor hen is de tijdelijke opvang verlengd tot 2025 – en die is dan automatisc­h ook verlengd voor de niet-Oekraïense groep, vinden deze rechtbanke­n.

Drie rechtbanke­n zitten op de ‘lijn’ van de afdeling bestuursre­chtspraak van de Raad van de State. Die oordeelde in januari dat de staatssecr­etaris de tijdelijke beschermin­g voor derdelande­rs wel mocht intrekken. Weliswaar

niet per 4 september 2023, maar wel per 1 maart 2024.

Speldenpri­kjes

De rechterlij­ke strijd voor de naar schatting zo’n 1.600 derdelande­rs, veelal studenten of werknemers, betekent dat bezwaar en beroep aantekenen kan lonen. De vreemdelin­genrechter­s in Roermond, Den Bosch en Haarlem oordeelden in hun voordeel. Die in Den Haag, Rotterdam, Zwolle en Utrecht vonden dat hun tijdelijke beschermin­g wél was geëindigd.

De rechters in Roermond waren zich bewust van hun afwijkende vonnis. Ze schrijven dat de gevolgen van z’n beslissing als „maatschapp­elijk onwenselij­k kunnen worden ervaren”. Maar ook dat als de „juridische gevolgen van politieke keuzes niet of niet voldoende zijn onderkend” de rechter een eigen verantwoor­delijkheid heeft. Alle ontheemden uit Oekraïne moeten gelijk worden behandeld. Dat vloeit voort een „juridische analyse van het Unierecht”. De rechtbank „doet op grond daarvan de uitspraak die zij rechtens juist en rechtvaard­ig acht”. Dat is de ‘essentie’ van het werk van de rechter, klinkt het licht verdedigen­d.

Zulke speldenpri­kjes in uitspraken zijn ongebruike­lijk, maar passen bij het fenomeen van rechtsvind­ing of rechtsvorm­ing tussen lagere en hogere rechters. En ze laten óók de dialoog met de wetgever zien.

Het ligt voor de hand dat de Raad van State (opnieuw) in hoger beroep zal moeten beslissen. Die rekent dan af met alle door lagere rechters opgeworpen argumenten, houdt de eigen lijn vast of gaat juist ‘om’. Zoals bijvoorbee­ld in de Toeslagena­ffaire gebeurde. Daarvan stelde de Raad van State achteraf zelf vast dat ze te lang ‘in de strenge groef’ was blijven hangen.

Ook denkbaar is dat er ‘prejudicië­le vragen’ aan de Europese rechter worden gesteld. Bijvoorbee­ld wie precies met ‘ontheemden’ door de Raad van Ministers werd bedoeld in de Richtlijn Tijdelijke Beschermin­g. Nadeel is wel, observeerd­en zowel de vreemdelin­genkamer Den Bosch als Roermond

dat het EU Hof in Luxemburg enorm veel tijd nodig heeft voor de beantwoord­ing. In 2022 deed het daar gemiddeld 17 maanden over. Dat zou de procedure rond derdelande­rs op slot kunnen zetten.

 ?? ?? De rechtbank Haarlem oordeelde in het voordeel van een derdelande­r.
De rechtbank Haarlem oordeelde in het voordeel van een derdelande­r.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands