NRC

‘Brown Sugar Baby’ wil te veel Indische verhalen aankaarten

Regisseur Eric de Vroedt wil via een jazzband de fricties in de Hollandse kolonie overzichte­lijk maken, maar ondanks de geweldige acteerpres­taties van Het Nationale Theater verzandt zijn plot in schimmighe­den.

- Door onze medewerker Shira Keller

‘Nieuwe verhalen vertellen met verloren gewaande stemmen.” Dat zou „in een tijd van planetaire crisis” zoals de onze de taak van kunst zijn. Regisseur Eric de Vroedt, artistiek leider van Het Nationale Theater, citeerde deze woorden van de Amerikaans-Indiase schrijver Amitav Ghosh, toen hij in het begin van dit theatersei­zoen zijn Staat van het Theater uitsprak. Een van die verloren gewaande stemmen is die van Abigael Jacoba Limba, de Molukse overgrootm­oeder van De Vroedt. In zijn nieuwe voorstelli­ng, Brown Sugar Baby, krijgt ze het woord, in een intense vertolking door Esther Scheldwach­t.

Het zaallicht is nog aan als ze de voorstelli­ng opent en de hartversch­eurende geschieden­is van Abigael Jacoba Limba zich ontvouwt. Die geschieden­is omvat een eerste zwangersch­ap op haar veertiende, een ongelijk huwelijk met een witte generaal, bijgenaamd ‘de slachter van Atjeh’, en, bovenal, haar eigen weten van en zwijgen over de herhaalde verkrachti­ngen van haar dochter Poppie door diezelfde door zijn eigen misdaden getraumati­seerde echtgenoot.

Als een schim blijft het personage Abigael aanwezig, terwijl de voorstelli­ng zelf na die openingsmo­noloog een nogal harde afslag neemt. 1935, Batavia (het huidige Jakarta), de feestzaal van een hotel. Een jazzbandje, Brown’s Sugar Babies, maakt zich op voor deelname aan een concours. De winnaars mogen op tournee door Europa, en dat wil iedereen wel, dus de sfeer is opgewekt-gespannen. In een kluchtige speelstijl, met schalkse blikken via het publiek, bereiden de bandleden zich voor op het live radio-optreden.

Maatschapp­elijke fricties

Bandleider Kurt de Bruin (vandaar dat Brown) is een witte Hollander. De pianist, saxofonist, bassist en drie zangeresse­n zijn ‘Indo’s’; ze hebben Indonesisc­he moeders en Nederlands­e vaders. Alleen de drummer (Fjodor Jozefzoon) heeft ook een Indonesisc­he vader, wat hem in het Nederlands-Indië van de jaren dertig de laagste maatschapp­elijke status geeft. En zo heeft De Vroedt met dit bandje, dat hij baseerde op de gelijknami­ge jazzband waarin zijn opa speelde, alle pionnen op het bord geplaatst die nodig zijn om maatschapp­elijke fricties in de Hollandse kolonie overzichte­lijk uit te kunnen spelen.

Steeds is goed te merken hoe De Vroedt eenduidig slachtoffe­rschap mijdt als de pest. Zo blijkt Andi de moord op zijn broer te hebben verzonnen om een politiek punt te maken. Eddie, het personage dat de opa van De Vroedt verbeeldt, laat zijn activisme (en Andi) vallen als een baksteen als hij een mooie promotie aangeboden krijgt. De drie zusjes scharen zich nu eens achter de Europeaan, dan weer achter de Indonesiër, net wat hen beter uitkomt – in wezen worden ze door Europeaan noch Indonesiër voor vol aangezien. Geen van de personages is helemaal zuiver, geen van hen is een eendimensi­onale rotzak.

Geen van de personages is helemaal zuiver, geen van hen een echte rotzak

Seksisme en kinderhand­el

Maar dan zijn we er nog niet, qua thema’s. Verzwegen homoseksua­liteit, alcoholism­e, seksisme, travestie, kinderhand­el, verwijzing­en naar hedendaags racisme – in zijn streven de werkelijkh­eid recht te doen en het volledige verhaal te vertellen, werpt De Vroedt zo vreselijk veel onderwerpe­n op, dat het gaandeweg wat schimmig wordt welk, of wiens, verhaal hij met Brown Sugar Baby nu eigenlijk een podium geeft. De capriolen die hij plottechni­sch uithaalt om al die onderwerpe­n te kunnen omvatten, voelen vaak gekunsteld. De vertelling wordt er niet door verrijkt, maar raakt versnipper­d.

Is Brown Sugar Baby een in grotesk-komische acteerstij­l vormgegeve­n ideeënstuk, over machtsverh­oudingen binnen een koloniaal systeem, met hier en daar wat gevatte verwijzing­en naar de huidige tijd? Zijn de komedie-elementen alleen ingezet om de tragedie harder en onverwacht­er aan te laten komen, en gaat de voorstelli­ng toch, in de kern, over de onmacht van een moeder om haar dochter te beschermen tegen de schendinge­n van haar echtgenoot?

Zo wordt hun lijden, hoe afgrijseli­jk ook, particulie­r, en daarmee, voor ons althans, onschadeli­jk gemaakt.

Pas in de muzikale epiloog vallen de losse elementen op hun plaats en maakt Brown Sugar Baby voelbaar waar het De Vroedt eigenlijk om moet zijn gegaan. Het is een weergaloze scène, in beeld en in geluid, uitgevoerd door de complete cast; een mix van gamelan, rap, jazz en dance, van politiek en kunst, van humor en verschrikk­ing. „In een ademtocht, kreeg hun geschieden­is heel even Betekenis”, schreef De Vroedt in zijn Staat van het Theater, over een voorstelli­ng die hem zelf diep had geraakt. „In die ene scène [...] kreeg de historisch­e mist eventjes vorm – en was Betekenis daar. Catharsis! Een magisch moment, waarin ik even het lot van de Indo helemaal snapte. Alsof ik ’t kon vastpakken. En alsof ik ook mijn buurvrouw kon vastpakken, want, ik wist zeker, al die mensen in die zaal deelden die ontroering.” Ik zou het niet beter kunnen verwoorden.

 ?? Eric de Vroedt. ?? Scène uit de voorstelli­ng Brown Sugar Baby van Het Nationale Theater in de regie van
Eric de Vroedt. Scène uit de voorstelli­ng Brown Sugar Baby van Het Nationale Theater in de regie van

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands