De katten achterlaten? Dat nooit
HUISELIJK GEWELD Vrouwen mogen hun huisdieren vaak niet meenemen naar een opvang als ze een gewelddadige relatie zijn ontvlucht. „De katten betekenen alles voor mij.”
Na 24 jaar in een gewelddadige relatie lukte het Froukje (43) in 2019 om haar man te ontvluchten. Ze was vijftien toen ze hem leerde kennen, vertelt ze. Hij, negen jaar ouder, plaatste haar op een voetstuk. „Ik ben in een Fries plattelandsdorp opgegroeid, ik was zoveel interesse niet gewend. Ik vond het heel bijzonder. Tot ik op mijn zestiende de eerste klap kreeg.” Dat hij haar sloeg lag aan háár, zij had hem zover gebracht dat hij geweld moest gebruiken, maakte hij haar wijs. „En dat ga je dan ook geloven. Tot je beseft dat je in een relatie zit waar je niet meer uit kunt.”
In 2018 wilde Froukje (die niet met haar achternaam in NRC wil) echt weg, met haar zoontje van acht. Ze benaderde een vrouwenopvang, maar haar twee chihuahua’s bleken niet mee te mogen. Ze wilde de hondjes niet achterlaten bij haar man, want hij mishandelde ook de dieren. „Toen ben ik gebleven.”
Een jaar later werd de situatie zó onveilig dat ze wel moest vluchten. Ze bracht de hondjes naar haar moeder, wat eigenlijk niet voor langere tijd kon, dacht ze. „Het was maar oor een paar dagen, dacht ik, maar dat werd een jaar.” Inmiddels woont ze zelfstandig en is ze gescheiden, maar als ze de hondjes had kunnen meenemen naar de opvang, was ze dus een jaar eerder gevlucht.
Van de vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld die huisdieren hebben, stelt 41 procent het vluchten uit, gemiddeld een jaar, net als Froukje – vanwege de huisdieren. Bij de meeste opvanglocaties voor slachtoffers van huiselijk geweld zijn huisdieren nu eenmaal niet welkom.
Heel veel mensen hebben dieren waar ze van houden: in 45 procent van de Nederlandse huishoudens wonen huisdieren, volgens huisdierenbrancheorganisatie Dibevo. Nederland telt zo’n 3 miljoen katten, in 23 procent van de huishoudens, en 1,8 miljoen honden, in 18 procent van de huishoudens. Ook andere dieren, maar vooral honden en katten worden door plegers van huiselijk geweld als machtsmiddel gebruikt.
Dat maakte een vrouw van begin dertig mee die niet met haar naam in NRC wil, want: „Mijn ex hoeft maar een aanleiding te hebben en dan begint-ie weer.” Het is moeilijk uit te leggen, zegt ze, wat hij vijftien jaar lang deed en nog steeds probeert te doen. Aantrekken, loslaten, dreigen, totale controle eisen. Voornamelijk geestelijk, vertelt ze. „En ook een keer bijna fysiek, maar daar zijn de buren tussen gekomen.” Door de angst en ook door haar eigen traumatische verleden kon ze niet tegen hem op.
Toen ze begin vorig jaar uiteindelijk naar de vrouwenopvang ging, stal hij de katten voordat haar familie ze kon ophalen. Met die dieren probeerde hij haar te chanteren om in contact met hem te blijven. Ze had ze al als kittens. „De katten betekenen alles voor mij”, zegt de vrouw. „Het zijn mijn kindjes.” En ze wist niet of ze ze ooit nog terug zou zien.
Stress verminderen
Het is heel belangrijk dat mensen die moeten vluchten voor huiselijk geweld hun huisdieren mee kunnen nemen naar een opvanglocatie, zegt Rianne Haaijema (38). Zij is directeur van Mendoo, voorheen Blijf Van Mijn Dier, een stichting die ze in 2014 heeft opgericht om hulp te bieden aan slachtoffers van huiselijk geweld én hun huisdieren.
Huisdieren, legt ze uit, bieden steun en troost en verminderen stress. De verzorging van huisdieren geeft structuur aan de dagen van mensen die vanuit de opvang meestal tijdelijk niet kunnen werken: ze zitten in de ziektewet of kunnen fysiek niet naar hun werk omdat ze bedreigd worden. En mensen hóúden natuurlijk van hun dieren. „Als je je huisdieren moet achterlaten”, zegt Haaijema, „dan kan de pleger zeggen: als jij bij me weggaat, doe ik je dier wat aan. Of: kom maar terug, want je dier is ziek en ik ga daar niks aan doen.”
Haaijema begon haar werk onder de vlag van de internationale dierenbeschermingsorganisatie IFAW en richtte na een paar jaar een zelfstandige stichting op. Ze veranderde de naam omdat ze merkte dat mensen bij Blijf Van Mijn Dier alleen aan dierenhulp dachten, waardoor ze niet makkelijk bij gemeentes en opvanglocaties aan de overlegtafel kwam. Ze koos voor Mendoo, afkorting voor ‘mens en dier onvoorwaardelijk & onafscheidelijk’.
Tien jaar geleden werkte Haaijema nog in haar eentje. Inmiddels is er een duodirecteur, Linda de Regt, en heeft Mendoo zeven betaalde (parttime) werknemers en ongeveer dertig vaste vrijwilligers. De stichting helpt slachtoffers van huiselijk geweld die willen vluchten onder meer door hun huisdieren (voornamelijk honden en katten, af en toe ook knaagdieren en vogels) onder te brengen bij een van de ongeveer 150 gastgezinnen in hun adresboek. Gemiddeld bieden ze wekelijks ongeveer twee dieren onderdak; deze maand vangt Mendoo het duizendste dier op.
Tegenwoordig mogen huisdieren soms ook mee naar de opvang. „Twaalf van de 35 à 40 locaties voor vrouwenopvang in Nederland zijn al diertoegankelijk”, zegt Haaijema. „Daar heeft Mendoo voor gezorgd.” Door voorlichting, lobbyen, eindeloos praten. „Je moet rekening houden met hygiëne, allergieën, angst”, somt ze op. Want ja, ook hulpverleners kunnen bang zijn voor honden.
„Van tevoren waren er medewerkers die zeiden: dan durf ik bij die vrouwen de kamer niet meer op”, zegt Paulien Sissingh, manager van de vrouwenopvang van hulporganisatie Wender in Groningen, waar huisdieren sinds 2022 welkom zijn. „Maar we hebben gezegd: we gaan het eerst gewoon proberen.”
Die proef werd al snel definitief. „We hebben alleen maar positieve verhalen. De vrouwen ervaren het als grote steun, ze zorgen heel goed voor hun dieren. En de kinderen vinden het heel fijn: hun dier is hun maatje, hun troost. Het trekt mensen echt over de streep om voor zichzelf te kiezen.”
In maart woonden er 38 vrouwen, tussen de vijftig en zestig kinderen, vier honden en acht katten in de Groningse vrouwenopvang. Cruciaal is natuurlijk dat het gebouw geschikt is voor huisdieren. „In ons vorige gebouw was het niet mogelijk”, zegt Sissingh. „Daar hadden de vrouwen alleen eigen slaapkamers en een gemeenschappelijke woonkamer.” Nu een eigen appartementje. Dieren mogen wel mee naar de opvang, maar er mogen geen nieuwe dieren worden aangeschaft. „We hebben één keer gehad dat iemand hier kwam wonen en toen vier kippen kocht.”
Het is belangrijk om goede afspraken te maken, benadrukt Sissingh. De dieren moeten in de appartementen van hun eigenaars blijven, honden moeten aan de lijn in huis bij het naar binnen en buiten gaan, vrouwen moeten zelf voer kopen en openstaan voor diergerelateerde hulp. Mendoo kan de vrouwen en hun dieren bijstaan met vervoer, spullen, dierenartsbezoek en, als de dieren erg getraumatiseerd zijn, met een diergedragstherapeut.
Het was ook Mendoo dat de vrouw van begin dertig hielp om haar katten terug te krijgen. Na ruim een half jaar getouwtrek gaf haar ex de beestjes mee aan familie