Verbouwing Binnenhof gaat richting 2 miljard euro
De kosten van de verbouwing van het Binnenhof blijven oplopen. De staat van het complex is veel slechter dan verwacht.
De renovatie van het Binnenhof pakt fors duurder uit dan verwacht. De nieuwste raming, die minister Hugo de Jonge (CDA) dinsdag met de Tweede Kamer deelde, gaat uit van 2 miljard euro. Vorig jaar werden de kosten nog op 843,6 miljoen geschat, de oorspronkelijke raming uit 2015 ging uit van 475 miljoen. De staat van het complex is veel slechter dan oorspronkelijk werd gedacht en er is veel meer asbest aangetroffen. Ook gestegen loonkosten en prijzen van bouwmateriaal dragen bij aan de verviervoudiging van de oorspronkelijke raming.
Een rondleiding die de pers dinsdag door het afgetimmerde Kamercomplex kreeg, laat zien waar de kosten vandaan komen. De Hofvijver lekt delen van het Kamergebouw in, funderingen blijken poreus, kamers met asbest zijn afgesloten en het plafond van de plenaire zaal van de Eerste Kamer zit los. In het complex met vierduizend kamers die, volgens het Rijksvastgoedbedrijf, „allemaal net anders zijn”, is „geen plint hetzelfde”, legt minister De Jonge uit. „Het is een nachtmerrie voor de bouw. De staat van het gebouw is ongelooflijk veel slechter dan gedacht. Bij de raming in 2015 konden we de omvang van de kosten niet overzien.”
‘In één keer goed’
De Jonge zegt te snappen dat het een groot bedrag is, dat moeilijk te rijmen valt met de oorspronkelijke doelstelling van een „sobere en doelmatige renovatie”. Maar „we moeten niet voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten”, stelt de minister. „Je kunt dit maar één keer goed doen. We hebben nu de unieke kans om het gebouw in goede staat door te geven.”
Hoewel de oorspronkelijke raming er flink naast zat, is volgens de Jonge duidelijk geworden dat de beslissing om te renoveren, de juiste was. „Achteraf gezien zijn we geen dag te vroeg weggegaan. Het gebouw is gewoon onveilig.”
Naast de slechte staat van het gebouw zorgen ook strengere veiligheidseisen voor de toegenomen kosten. Verder zijn de bouwkosten de afgelopen jaren flink toegenomen, en er is meer personeel en materiaal nodig. De planning blijft dat de verbouwing eind 2028 opgeleverd wordt, al wordt dat volgens De Jonge „hard werken”. „Er moeten veel werkzaamheden gebeuren, die niet tegelijkertijd, maar na elkaar moeten plaatsvinden.”
Eind 2028 noemde De Jonge daarom „op zijn vroegst” als opleverdatum.