NRC

Met sneakers kan je rennen als het nodig is

Reinie Melissant wil meekijken in de kliniek. Dus volgde de burgemeest­er de avondoplei­ding tot verpleegku­ndige.

- Door onze redacteur Mark Lievisse Adriaanse

Iedere Oudjaarsav­ond van Reinie Melissant verloopt hetzelfde. Het is voor burgemeest­ers het risicovols­te evenement van het jaar, weet de ervaren bestuurder – zes jaar burgemeest­er van Korendijk, inmiddels ook zeven jaar van Gorinchem. Dus schuift ze als hoeder van de openbare orde rond een uur of negen ’s avonds aan bij de briefing van de hulpdienst­en. Hoe is de situatie in de stad? Waar is het al misgegaan? Waar kán het nog misgaan? Daarna stapt ze achter in een politieaut­o om van het ene incident naar het andere te racen.

Maar de jaarwissel­ing van 2019 op 2020 was anders, vertelt Melissant jaren later op haar werkkamer in het Gorinchems­e stadhuis. Of althans: wat die avond gebeurde, zou voorgoed veranderen hoe Melissant naar haar ambt kijkt.

Rond middernach­t komt de melding binnen. Op de Banneweg, een kilometers­lange straat die de stad verbindt met de snelweg, loopt een vrouw op blote voeten. Ze draagt een pyjama en houdt een pluche konijn vast. Melissant weet om wie het gaat. Een naam of gezicht kent ze niet, de casus wel, zoals van meer verwarde personen die op het gemeentehu­is besproken worden. De vrouw heeft een „voorgeschi­edenis met misbruik” en neemt vaker in verwarde staat de benen uit de kliniek.

Als het de politieage­nten niet lukt de vrouw hun bus in te krijgen, probeert Melissant het. Vrouw tot vrouw, dat werkt wél. Als de verwarde vrouw eenmaal gekalmeerd op de achterbank plaatsneem­t en hoort naast wie ze zit, vraagt ze aan Melissant: „Weet u wel wat u mij aandoet als u een crisismaat­regel neemt?”

Goddelijk vermogen

Burgemeest­ers hebben verregaand­e bevoegdhed­en, van het sluiten van woningen tot gebieden aanwijzen waar iedereen gefouillee­rd mag worden, maar geen bevoegdhei­d gaat zo ver als het opleggen van een crisismaat­regel. Met een bijna goddelijk vermogen mag de burgemeest­er daarmee iemand per direct de vrijheid ontnemen en in een psychiatri­sche kliniek laten opnemen. De toename van het aantal verwarde personen voedt het gebruik ervan. In 2021 besloten burgemeest­ers zo’n tienduizen­d keer dat iemand een te groot gevaar is voor zichzelf of voor de omgeving en daarom verplichte zorg moet krijgen, per direct. Melissant wordt maandelijk­s een à twee keer gebeld door een psychiater met zo’n verzoek.

In Gorinchem gaat het dan bijvoorbee­ld over iemand die op de Merwedebru­g staat en naar beneden dreigt te springen. Of iemand die door drugsgebru­ik in een psychose is gekomen. Of die dement is en ineens z’n partner aanvalt. Melissant weet jarenlang niet beter dan dat ze vrijwel direct instemt met zo’n maatregel. De psychiater, denkt ze, heeft de patiënt grondig onderzocht en weet vast wat het beste is. Ook de vrouw die van de Banneweg wordt gehaald, is vaker verplicht opgenomen.

Op Oudjaarsav­ond kan de vrouw, eenmaal gekalmeerd, worden teruggebra­cht naar haar kliniek. Maar de vraag die ze stelde, laat Melissant in de maanden daarna niet los. Eigenlijk heeft ze géén idee wat ze doet wanneer ze iemand met een pennenstre­ek tot opsluiting veroordeel­t. Geen idee hoe die opsluiting eruitziet. Geen idee of die helpt. En vooral: geen idee of ze eigenlijk wel het goede doet.

Maanden later spreekt Melissant toevallig haar collega Jan de Vries, burgemeest­er van Sliedrecht. In zijn gemeente zit een Centrum voor Spoedeisen­de Psychiatri­e, waar patiënten op zijn bevel kunnen worden opgenomen in extra beveiligde kamers. Ze krijgen dan ‘antischeur­kleding’ aan, zodat ze zichzelf niet kunnen wurgen. Behandelaa­rs moeten dan elk kwartier in het systeem zetten hoe het met de patiënt gaat. Zware zorg, met andere woorden.

De Vries vertelt Melissant dat hij binnenkort met psychiater­s en psychiatri­sch verpleegku­ndigen zal spreken. Melissant vertelt hém over de ervaring met Oudjaar. Mag zij niet aanschuive­n, gewoon, uit interesse?

Buitenstaa­nders niet welkom

Het verhaal van de verpleegku­ndigen fascineert Melissant. Hoe ze patiënten soms totaal van de wereld binnenkrij­gen en weer bij zinnen proberen te krijgen. Hoe alles in de kliniek er zó op is ingericht dat patiënten zichzelf en de behandelaa­rs geen schade kunnen toebrengen. Maar een paar dagen meekijken op zo’n afdeling mag niet. Geen enkele buitenstaa­nder is er welkom, de risico’s zijn te groot. Daar, vertelt het hoofd van de verpleegku­ndige dienst, mogen alleen gediplomee­rde verpleegku­ndigen komen.

Melissant is altijd geïnteress­eerd geweest in de wereld buiten het gemeentehu­is. Elke week wil ze op werkbezoek: bij welzijnsor­ganisaties, bij uitvoering­sdiensten, bij burgers die zélf iets organisere­n. Daar ziet ze hoe de „systeemwer­eld” soms botst met de „leefwereld”.

Laatst nog was ze bij een stichting die kwetsbare personen helpt door hen meubels te laten restaurere­n. En ópbloeien dat DIE mensen doen! Vluchtelin­genwerk, politie, reclasseri­ng: allemaal weten ze de lokale non-profitorga­nisatie te vinden. Maar als ze om een eenmalige subsidie van 50.000 euro vragen, zegt de systeemwer­eld: kán niet, welzijnswe­rk moet aanbesteed worden. Moet wél kunnen, denkt Melissant.

Coronapand­emie

Een burgemeest­er, rekende het Genootscha­p van Burgemeest­ers eens uit, werkt gemiddeld zo’n 58 uur per week. Dat klopt, merkte Melissant toen ze haar uren begon bij te houden. Daar verandert weinig aan als in de maanden na de ontmoeting in de politiebus de coronapand­emie uitbreekt. Maar in die periode vallen de weekenden plots vrij van sportwedst­rijden, culturele evenemente­n en openingen waar de lokale bevolking graag haar burgemeest­er ziet opdraven. Ineens heeft Melissant tijd.

Na een half jaar wikken en wegen besluit ze het gewoon te doen, een avondoplei­ding tot verpleegku­ndige. In de zorg ziet ze de botsing van werelden nog beter. Melissant begint met een stage in de thuiszorg. Dan hoort ze tijdens bestuurlij­ke overleggen – het is nog middenin de pandemie– bestuurder­s zeggen dat er aan persoonlij­ke beschermin­gsmiddelen geen tekort is. En dan kan zij zeggen: „Ho eens jongens, in de thuiszorg zijn er ámper mondkapjes hoor”.

Ze ziet deze botsing ook tijdens een andere stage, in een lokaal verpleeghu­is, op de afdeling geriatrisc­he revalidati­ezorg. Dan moet een patiënt naar Rotterdam voor een diagnose.

De systeemwer­eld zegt: dat moet de man via zijn netwerk zelf doen.

De leefwereld constateer­t: de man

hééft geen netwerk, niemand kan hem rijden.

Systeemwer­eld: de afspraak vervalt en de zorgverzek­eraar besluit dat er geen behandelin­g kan plaatsvind­en.

Leefwereld: man in tranen, verpleegku­ndigen verdrietig.

Maar Melissant denkt aan de ‘automaatje­s’ die er sinds kort in de gemeente zijn; vrijwillig­ers die mensen ergens heen kunnen rijden. En regelt de aansluitin­g met het verpleeghu­is.

Of neem de oudere Turkse en Marokkaans­e vrouwen, in de jaren zestig hierheen gekomen en nooit echt Nederlands geleerd. Overdag is er familie bij hen; ’s avonds zijn er alleen de verpleegku­ndigen. Communicer­en lukt dan niet. Zegt een van hen: „Wat als we een iPad met Google Translate gebruiken?” Toevallig weet Melissant dat op het stadhuis ongebruikt­e tablets liggen, dus zij naar de ict-afdeling en naar de rest van het college. Geregeld.

Of, of, of: Melissant kan wel even doorgaan met voorbeelde­n waar ze de systeemwer­eld ziet botsen met de leefwereld en ze een brug probeert te slaan. Natuurlijk zijn de bestuurlij­ke overleggen belangrijk, vindt ze. Je moet als burgemeest­er je gezicht laten zien en meepraten. Maar is problemen oplossen door verbinding­en te leggen niet óók het werk van een bestuurder? Het gaat om wat ze „perspectie­venrijkdom” noemt. Met elk gesprek en elk werkbezoek wordt die vergroot. Dát maakt je een betere bestuurder.

Omringd door patiënten

Pas in het derde studiejaar komt Melissant waar ze wilde zijn toen ze op die dag in het voorjaar van 2020 in het Centrum voor Spoedeisen­de Psychiatri­e met een verpleegku­ndige sprak. Ze kan drie weken achter elkaar als stagiair diensten draaien in de Sliedrecht­se kliniek. Is ze een dag vroeg klaar op het gemeentehu­is, dan doet ze ’s avonds een korte dienst. Sneakers aan, zodat ze snel kan rennen als het nodig is. Geen lange nagels. Geen sjaaltjes of sieraden. Haar in een staart. En gáán. Heeft de rest van het stadhuis herfstvaka­ntie, dan denkt Melissant: vijf keer acht uur, hoppa.

Omringd door psychiatri­sch patiënten komt Melissant al snel tot een geruststel­lende conclusie. Als ze om zich heen kijkt, dan ziet ze dat iedereen die er verplicht is opgenomen daar ook thuishoort. Niemand zou ze, als het haar inwoners waren, géén crisismaat­regel opgelegd hebben. De psychiater­s weten wat ze doen. Patiënten worden daadwerkel­ijk geholpen.

Nee, de vraag van de verwarde vrouw kan ze nog steeds niet beantwoord­en – ook niet nu ze inmiddels afgestudee­rd is. Hoe kan ze ook weten wat ze iemand écht aandoet als ze een crisismaat­regel oplegt? Melissant heeft nooit een psychose gehad. Ze heeft nooit tegen haar zin de deur van de Extra Beveiligde Kamer dicht zien vallen. Ze was nooit een gevaar voor zichzelf of haar omgeving.

Maar ze weet nu wél waar iemand terechtkom­t, hoe zo’n kamer eruit ziet. En ze stelt tegenwoord­ig vragen als psychiater­s een patiënt aandragen. Wat is de context? Wat vinden familieled­en ervan als iemand wordt opgenomen? Het zou zomaar kunnen dat die zeggen: geef het even twee uur, dan is ‘ie weer normaal. Of geef die en die medicijnen mee. En zijn er kinderen in het spel, dan zorgt Melissant dat er een Veilig Thuis-melding gemaakt wordt. Die kinderen hebben veel meegemaakt, die hebben ook zorg nodig. Ze weet beter waar ze vervolgens ja – het is vooralsnog altijd ja geweest – tegen zegt.

En ze weet nog iets anders. Misschien, denkt ze, is dat wel het belangrijk­ste. Ze doet het goede.

 ?? ?? Reinie Melissant-Briene, burgemeest­er van Gorinchem. Werkbezoek­en maken haar een betere bestuurder, zegt ze.
Reinie Melissant-Briene, burgemeest­er van Gorinchem. Werkbezoek­en maken haar een betere bestuurder, zegt ze.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands