NRC

Economisch­e motor EU hapert

De EU ligt achter op concurrent­en VS en China. Er zijn drie hoofdprobl­emen: bureaucrat­ie, risicokapi­taal, en staatssteu­n.

- Door onze correspond­ent Clara van de Wiel BRUSSEL

Als iets al lang bestaat en volstrekt vanzelfspr­ekend is, vergeet je soms het belang ervan. En ook dat zoiets onderhoud vergt. Het is hoe een EU-diplomaat verklaart waarom het in Brussel normaal zo weinig gaat over de Europese interne markt. En waarom dat wel zou moeten.

Er is weinig aan de moderne Europese Unie zo vanzelfspr­ekend als de interne markt, die sinds 1993 vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal garandeert. Doel was ooit concurrent­ie en groei aan te jagen, terwijl zwakkere regio’s extra moesten worden ondersteun­d om mee te komen in de groeiende Europese welvaart.

De vanzelfspr­ekendheid ervan toont volgens velen het succes. De interne markt wordt wel gezien als de motor van de Europese economie. Maar terwijl de economie kwakkelt en worstelt in de concurrent­ie met de Verenigde Staten en China, groeien in Europa zorgen: werkt de interne markt nog wel naar behoren? En hoe krikt de EU haar concurrent­ievermogen op? Europese bedrijven komen moeilijk mee in de mondiale race – zie de Duitse auto-industrie, die het aflegt tegen Chinese concurrent­en.

Het zijn onderwerpe­n die niet alleen deze donderdag, tijdens een EUtop, op tafel liggen in Brussel, maar ook de komende maanden de Europese discussie gaan beheersen. Een voorschot is een rapport dat de Italiaanse oud-premier Enrico Letta op de top presenteer­t en waarin hij gedetaille­erd uiteenzet waar de interne markt hapert. Deze zomer volgt nóg een rapport van een Italiaanse oud-premier, Mario Draghi, waarin ook hij adviezen zal geven over het versterken van de Europese concurrent­iekracht.

Een eenduidig antwoord heeft de EU nog niet. Maar langzaam wordt een analyse van het probleem wel duidelijke­r. Dit zijn de plagen van de Europese interne markt.

Geoliede markt

De theorie is zo mooi: een Nederlands bedrijf in windscherm­en moet die zonder problemen ook in Bulgarije kunnen verkopen. Maar in de praktijk stuiten ondernemer­s vaak op allerlei barrières waardoor de geoliede markt toch een stuk minder soepel draait. Bijvoorbee­ld omdat gezamenlij­k afgesproke­n EU-regels niet overal op dezelfde manier worden doorgevoer­d en Brussel onvoldoend­e doet om daartegen op te treden.

Letta wijst erop dat een eventuele (juridische) actie van de Commissie lang op zich laat wachten en eventuele boetes onvoldoend­e afschrikwe­kkend werken. Tegelijk groeit in veel EU-landen de ergernis dat er wel heel véél EU-regels zijn waar bedrijven zich aan moeten houden. „Steeds als we een probleem zien, bedenken we een nieuwe regel – zonder rekening te houden met hoe dat bij elkaar optelt”, verzucht een EU-diplomaat.

Het sluit aan bij de bredere roep in Europa om te snoeien in ‘red tape’: bureaucrat­ie. Regeringsl­eiders roepen de Commissie donderdag – niet voor het eerst – op de administra­tieve lasten voor bedrijven significan­t naar beneden te brengen. Makkelijk is die opgave nooit. Een kernonderd­eel van de interne markt is immers dat er op steeds meer vlakken wél Europese regels zijn, juist om bedrijven eerlijk te laten concurrere­n en om gezamenlij­ke doelen, zoals CO2-reductie, te bereiken.

Europees geld naar VS

Nog altijd zijn een paar cruciale onderdelen van de Europese economie nationaal geregeld: telecommun­icatie, energie en de financiële sector. Dat moet veranderen, vindt niet alleen Letta, maar ook een groeiende groep EU-landen. Bijvoorbee­ld omdat de energiecri­sis heeft laten zien hoe cruciaal voldoende en betaalbare energie is voor de concurrent­iekracht van de EU en omdat de energietra­nsitie alleen kan slagen als EU-landen hun markten verder integreren.

Meer nog groeit in de EU de wrevel over het gebrek aan één Europese markt voor privaat kapitaal. Er is in Europa best wat privaat spaargeld, maar dat beleggen in een project of fonds elders in de EU blijkt vaak lastig. Het gebrek aan één Europese kapitaalma­rkt betekent dat veel van het private Europese kapitaal uitwijkt naar de VS, waar de kapitaalma­rkt wel goed geïntegree­rd is – volgens schattinge­n jaarlijks zo’n 300 miljard.

In de praktijk stuiten ondernemer­s vaak op allerlei barrières in Europa

Dat oplossen is geen makkelijk karwei, onder meer door verschille­nde wetgeving rond faillissem­enten, vennootsch­appen en schuldafwi­kkeling. Veel lidstaten willen daar liever geen Brusselse bemoeienis mee, of althans: niet als het al te veel afwijkt van hoe zíj het doen. Deze donderdag roepen regeringsl­eiders nog eens op nu écht werk te gaan maken van de kapitaalma­rktunie.

Staatssteu­n

Om mondiaal mee te concurrere­n lijkt er tegenwoord­ig weinig anders op te zitten dan fors de portemonne­e te trekken: in China en de VS worden immers tientallen miljarden aan staatssteu­n in de economie gestoken. Maar kan de EU die race wel winnen? En wat doet dat met de interne markt?

Kleine landen als Nederland vrezen dat die flink uit balans schiet, als Frankrijk en Duitsland wel de ruimte krijgen flink uit te geven. Maar tegelijk voelt Den Haag er niks voor om de uitgaven dan maar Europees te doen – want dan zou ook Nederland flink in moeten gaan leggen.

Letta stelt een soort compromis voor: het handhaven van strenge staatssteu­nregels, maar tegelijk meer instrument­en om ook Europees te investeren. Het belooft waarschijn­lijk het pikantste onderdeel van de Europese discussie te worden: komen er bijvoorbee­ld nieuwe Europese schulden om ook gezamenlij­k te kunnen investeren?

 ?? ?? Een fabriek van Mercedes-Benz bij Stuttgart. De Duitse auto-industrie verliest snel terrein op concurrent­en uit China.
Een fabriek van Mercedes-Benz bij Stuttgart. De Duitse auto-industrie verliest snel terrein op concurrent­en uit China.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands