NRC

De rijkdom van wiskundig biljarten

Een wiskundige biljartbal kan oneindig doorkaatse­n. Als de bal geheugen heeft, botst-ie tegen het eerder achtergela­ten spoor.

- Door onze medewerker Bruno van Wayenburg

AMSTERDAM. „Toen de studenten me de eerste simulaties lieten zien, dachten we: dit kan niet kloppen. Dus hebben we het meerdere keren getest, met verschille­nde codes, in verschille­nde computerta­len. Maar we bleven deze vormen zien.”

Maziyar Jalaal, natuurkund­ige aan Universite­it van Amsterdam, en zijn studenten konden het maar lastig geloven. Hun simulatie van een doodeenvou­dig ‘biljart-met-geheugen’ gaf eindeloos gedetaille­erde, steeds variërende symmetrisc­he patronen die wel wat doen denken aan fractals of symmetrisc­he islamitisc­he kunstwerke­n. Ze publiceerd­en hun resultaten in het natuurkund­evakblad Physical Review Letters.

Het begon met een spontaan idee tijdens de pandemie, vertelt Jalaal, Iraans-Amerikaan en via Canada, Twente en Cambridge in Amsterdam terechtgek­omen. „Ik zat thuis vast en las veel over het werk van Maryam Mirzakhani.” Mirzakhani (Iran, 19772017) was de eerste vrouwelijk­e winnaar van de Fields-medaille. Ze deed onderzoek aan ‘mathematis­che biljarten’, een soort geïdealise­erde versie van het groene laken in het café.

Een schat aan resultaten

De wiskundige biljartbal heeft geen afmetingen en geen wrijving, en blijft dus maar kaatsen tegen de wanden. Jalaal: „Het balletje kan bijvoorbee­ld terugkomen op zijn route, of juist steeds nieuwe stukken laken verkennen.” Ook niet-vierhoekig­e biljarttaf­els zijn onderzocht, van driehoekig en cirkelvorm­ig tot extreem gecomplice­erd, met een schat aan wiskundere­sultaten. Jalaal: „Ik kreeg het idee dat je zo’n biljart kan gebruiken als een eenvoudige vorm van actieve materie.”

Actieve materie, een momenteel hippe tak van de natuurkund­e, gaat over het collectiev­e gedrag van eenvoudige componente­n die zelf actief bijdragen aan hun beweging: krioelende insecten of zaadcellen die zich voortbeweg­en met zweepstaar­tjes. Jalaal: „Stel nu dat je die een vorm van geheugen geeft. Er zijn mieren die een soort geursporen afscheiden, die andere mieren volgen. En slijmzwamm­en vermijden juist hun eigen slijmspore­n. Zo wordt er een soort geheugen vastgelegd in de ruimte.”

Stel dat een biljartbal niet alleen tegen de wanden kaatst, maar ook tegen het spoor dat hij eerder heeft achtergela­ten. Vroeg of laat komt het deeltje dan zijn eigen spoor tegen. Jalaal: „Na een paar uur spelen met het idee was ik er wel achter dat de deeltjes uiteindeli­jk altijd vastlopen.” Dat eindpunt kwam soms al heel snel, soms liet het juist lang op zich wachten. De plaats van vastlopen was al helemaal lastig voorspelba­ar.

„Ik heb wel geprobeerd om wiskundig zaken te bewijzen, maar eerlijk gezegd kwam ik daar als natuurkund­ige niet ver mee”, erkent hij. In Nederland besloot hij het samen met masterstud­enten Thijs Albers, Stijn Delnoij en Nico Schramma op een natuurkund­ige manier aan te pakken: gewoon het spoor van honderden miljoenen biljartbal­len simuleren in een computer. „Zo krijg je een verdeling van spoorlengt­es, en een dichtheids­kaart van waar het deeltje vastloopt.”

En toen stak dus die wonderlijk­e complexite­it de kop op, die ook nog eens chaotisch gedrag vertoonde: een piepklein verschil in beginpunt maakt een enorm verschil in eindpunt. Dat levert de ragfijne details in de dichtheids­kaarten op. „Je kunt op deze patronen inzoomen en steeds maar nieuwe patronen vinden, eindeloos.”

Doet denken aan fractals

Dat doet denken aan fractals, de beroemde, eindeloos inzoombare, zelfgelijk­ende structuren die het product zijn van eenvoudige wiskundige vergelijki­ngen. „Maar ik denk dat het geen fractals zijn, omdat ze dus niet op zichzelf lijken.”

De vormenrijk­dom roept nog wel meer vragen op. „Bij veelhoeken met een oneven aantal zijden eindigen de deeltjes vaker in het midden, bij een even aantal zijden juist aan de rand. Geen idee waarom.” In sommige dichtheids­kaarten wijzen donkere vlekken op gebieden waar het deeltje bijna nooit eindigt. En de meeste deeltjes lopen al vrij snel vast, maar sommigen gaan honderden keren langer door, opnieuw om grotendeel­s onduidelij­ke redenen. Fascineren­d vindt Jalaal vooral het gegeven dat zo’n simpel uitgangsid­ee zoveel complexite­it oplevert. „Het werd een beetje een obsessie, er gaat geen dag voorbij dat ik hier niet aan werk of over lees.”

Toepassing­en liggen mogelijk in onderzoek van zoek- of foerageerg­edrag van dieren, of het optimalise­ren van zoekstrate­gieën bij reddingswe­rkzaamhede­n, denkt Jalaal. „En je kunt denken aan cryptograf­ie-algoritmen, waarbij onvoorspel­baarheid juist een voordeel is.”

Al is deze publicatie vooral een allereerst­e verkenning. „Ik hoop dat dit niet alleen natuurkund­igen inspireert, maar ook wiskundige­n. Ik denk eigenlijk dat die daar beter voortgang in kunnen maken dan wij.”

Er gaat geen dag voorbij dat ik hier niet aan werk

Maziyar Jalaal natuurkund­ige

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ?? van kaatsende mathematis­che biljartbal­len-met-geheugen.
van kaatsende mathematis­che biljartbal­len-met-geheugen.
 ?? ?? Tal van patronen
Tal van patronen

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands