Internationale Dag tegen Kernproeven op 29 augustus
Op 29 augustus viert de Verenigde Naties (VN) de Internationale Dag tegen Kernproeven. Hiermee wil de VN de aandacht vestigen op het uitbannen van kernwapens en op het doel een wereld zonder kernwapens te bereiken. De dag benadrukt de inspanningen van de VN en een groeiende gemeenschap van voorvechters uit gouvernementele, intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, die informatie verspreiden en mensen voorlichten over het belang van een verbod op het testen van kernwapens voor het bereiken van een veiligere wereld. De huidige inachtneming vormt reeds de zevende Internationale Dag tegen Kernproeven, sinds de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die deze dag uitriep op 2 december 2009, met het doel het idee te promoten dat alles in het werk moet worden gesteld om kernproeven te beëindigen om zo de verwoestende en schadelijke effecten ervan op het leven van mensen te voorkomen. De symbolische datum die gekozen werd, markeert de dag waarop in 1991 één van de grootste testsites ter wereld, namelijk Semipalatinsk in Kazachstan, werd gesloten. Ter gelegenheid van de Internationale Dag tegen Kernproeven zullen op verschillende locaties over de hele wereld activiteiten worden georganiseerd aan universiteiten, academische instellingen, middelbare scholen en jongerenorganisaties, maar ook op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Deze evenementen moeten de aandacht vestigen op de gevaren van testexplosies met kernwapens, de bedreigingen ervan voor mens en milieu, en de noodzaak om alle kernwapens en kernproeven finaal uit te bannen. Enkele vragen ter overdenking bij deze internationale dag zijn: wanneer zijn deze wapens ingezet en welke landen hebben kernwapens. De eerste atoombommen die ooit in een oorlog zijn gebruikt, zijn Little Boy (Hiroshima) en Fat Man (Nagasaki) in de Tweede Wereldoorlog. De Amerikanen wierpen een uraniumbom af om Japan tot capitulatie te dwingen. In Hiroshima eiste de ontploffing 140.000 levens, Fat Man in Nagasaki bracht zeker 70.000 mensen om het leven. Bij de explosies kwam zoveel radioactiviteit vrij, dat het aantal slachtoffers in de jaren daarna nog flink opliep (tot circa 240.000). Met de kernbommen op Nagasaki en Hiroshima zetten de Amerikanen een wapenwedloop in gang. De Sovjet-Unie deed de eerste proef in 1949, gevolgd door Groot-Brittannië (1952), Frankrijk (1960) en China (1964).
Ban Ki-moon, secretarisgeneraal van de Verenigde Naties, benadrukt dat wereldwijd nucleaire ontwapening een van de oudste doelstellingen van de Verenigde Naties is, en centraal stond in de eerste resolutie van de Algemene Vergadering uit 1946. Volgens de VN-baas zijn er nog bijna 2.000 kernproeven gevolgd door de eerste kernproef op 16 juli 1945. “Er is weinig aandacht voor de verwoestende gevolgen van de kernproeven op menselijk leven” aldus de VN. “De geschiedenis heeft aangetoond wat de angstaanjagende en tragische gevolgen van nucleaire wapens zijn”. Maar de vraag nu is welke landen hebben kernwapens? Op deze vraag kan als antwoord gegeven worden vijf. Het gaat om vijf kernwapenlanden die gebonden zijn aan het Non-proliferatieverdrag: Amerika, Groot-Brittannië, Rusland, Frankrijk, en China allemaal permanente leden van de VN-Veiligheidsraad. Dit verdrag, afkomstig van de Verenigde Naties en opgesteld in 1968 regelt drie zaken: nonproliferatie (verspreiding) van kernwapens, het recht op kernenergie voor vreedzame toepassingen en nucleaire ontwapening. Het verdrag kent een lijst met goederen en technologieën die gebruikt kunnen worden voor de productie van kernwapens. In totaal hebben 189 landen het verdrag ondertekend. Het IAEA, het atoombureau van de VN, ziet toe op de naleving van dit verdrag. (Bronnen:unric.org/metronieuws.nl)