Overlast van jeugdgroepen laatste jaren fors gedaald
ZAANDAM - De overlast van groepen jongeren in ons land is de laatste tien jaar sterk gedaald. Er zijn veel minder groepen die overlast geven, het aantal strafbare feiten is meer dan gehalveerd en bewoners ervaren ook aanmerkelijk minder overlast dan voorheen. Dat blijkt uit cijfers van politie, criminologen en het CBS. De daling staat in contrast tot de recente ophef over problematische jeugdgroepen, zoals in Zaandam en Maassluis. “Hoe minder er gebeurt, hoe meer aandacht ervoor is”, zegt criminoloog Henk Ferwerda, die al vijftien jaar onderzoek doet naar problematische jeugdgroepen. “Op sommige plekken gaat het nog wel eens mis, en dat is heel vervelend voor die bewoners. Maar we doen nu alsof het aan de orde van de dag is. En dat is absoluut niet zo.” Nederland telde eind 2014 nog 623 problematische jeugdgroepen, blijkt uit onderzoek van Bureau Beke in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In 2009 waren dat er bijna drie keer zoveel (1760). De meeste van die groepen zijn hinderlijk: ze hangen rond, zijn luidruchtig en zorgen soms voor kleine schermutselingen. Een kwart is overlastgevend: deze groepen provoceren, vallen bewoners lastig en plegen regelmatig vernielingen. Ferwerda: “Gemeenten nemen dit probleem de laatste tien jaar veel serieuzer. Vroeger stond de wijkagent er alleen voor, nu is er bijna altijd een plan van aanpak, in samenspraak met jeugdwerkers, analisten, politie en justitie. Gevallen als Zaandam en Maassluis zijn absolute uitzonderingen: daar moet in de aanpak iets zijn misgegaan.” Ongeveer één op de twintig Nederlanders ervaart overlast van rondhangende jongeren in de buurt, blijkt uit onderzoek van het CBS. Dit percentage daalde sinds 2012 van 6,7 naar 5,3 procent. Ook gerelateerde misdrijven komen veel minder voor: het aantal gevallen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde daalde de laatste tien jaar van 230.000 tot 122.000, het aantal meldingen van openlijke geweldpleging halveerde (van 9.300 naar 4.800). Toch telt Nederland nog altijd duizenden buurten waar een deel van de bewoners overlast ervaart, ook als het aantal incidenten is gedaald. “Mensen ervaren overlast op totaal verschillende manieren”, zegt Albert Veuger van bureau Stade, dat gemeentes adviseert in de aanpak van jeugdoverlast. “Ik kom op plekken waar feitelijk niets meer gebeurt, en de meeste bewoners tevreden zijn. Maar daar wonen ook mensen die niet meer naar buiten durven. Ze koppelen beperkte overlast aan een breder angstgevoel, bijvoorbeeld de angst voor aanslagen. Dan kan een groepje jongeren dat hard praat, heel intimiderend zijn.” (AD)