Strijdende partijen sluiten akkoord over wapenstilstand Jemen
JEMEN - Alle partijen in Jemen zijn akkoord met een wapenstilstand, waartoe de Verenigde Naties eerder hadden opgeroepen. De wapens worden vanaf gisteravond 72 uur neergelegd, met de mogelijkheid tot verlenging. Maandag was president AbdRabbu Mansour van Jemen al akkoord gegaan met de voorgestelde wapenstilstand, maar hadden de opstandige Houthi’s nog niet gereageerd. De staakthet-vuren moet de strijdende partijen terug aan de onderhandelingstafel brengen en mogelijkheden bieden om de humanitaire crisis in het land het hoofd te bieden.
Eerder zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry dat de partijen tijdens een staakt-het-vuren onder leiding van de VN aan de onderhandelingstafel in Londen kunnen plaatsnemen om over vrede te praten. De burgeroorlog in Jemen begon in maart 2015. Sjiitische Houthi’s kwamen toen in opstand tegen de soennitische regering. Ze bezetten momenteel grote stukken grond in het noorden, waaronder de hoofdstad Sanaa. De oorlog heeft al aan ongeveer 10 duizend mensen het leven gekost. De opstandige Houthi’s hebben nog niet gereageerd op het voorstel voor een tijdelijk staakt-het-vuren. De VS en Groot-Brittannië riepen zondag op om zo snel mogelijk een wapenstilstand in te stellen. Kerry had zondag een ontmoeting met de Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson en hun Saoedische collega Adel al-Jubeir. Als de partijen tot een staakt-het-vuren kunnen komen, zal de speciale VN-gezant Ismail Ould Cheikh Ahmed met de partijen om de onderhandelingstafel gaan zitten om tot een vredesbesluit te komen om het bloedige conflict te beëindigen, aldus Kerry. Vorige week nog werden 140 mensen gedood door een raketaanval op een Houthi-begrafenis in de hoofdstad Sanaa. De beschieting werd uitgevoerd door vliegtuigen van de door Saoedi-Arabië geleide coalitie, die de Houthirebellen in Jemen bestrijdt. Volgens de coalitie werd het bombardement uitgevoerd na foutieve informatie. Een speciaal onderzoeksteam van de coalitie legde zaterdag de schuld bij ‘een groepering die is verbonden met de chef van de generale staf van het leger van Jemen’. De coalitie verkeerde in de veronderstelling dat het gebouw was gevuld met Houthi-leiders, dat daarmee een legitiem militair doel was. Tot nu toe had SoeudiArabië niet eens toegegeven dat het land het bombardement had uitgevoerd.
(de Volkskrant/570 News)