Internationale Dag van de Statistiek
PARAMARIBO – Statistieken, dat klinkt als iets heel ingewikkelds en wiskundigs, en ook niet echt heel boeiend. Statistieken zijn namelijk nodig om informatie over bijvoorbeeld de financiële of maatschappelijke status van een land of regio te berekenen. Zo is bijvoorbeeld snel te zien of het gemiddelde bruto jaarinkomen te hoog of te laag is, of dat er een bijzonder hoog babysterftecijfer ligt in een bepaalde regio. Met die informatie kunnen regeringen (en de Verenigde Naties) weer plannen maken om die cijfers op te krikken of juist terug te draaien. Belangrijk werk dus.
In 2010 is om die reden de Internationale Dag van de Statistiek (ook wel Wereld Statistiek Dag) opgericht door de Statistiekafdeling van de Verenigde Naties (United Nations Statistics Devision). Op 20 oktober vieren we vanaf nu ieder jaar deze dag, waaraan meer dan 130 landen meedoen. Op deze dag laten statistiekbureaus zien wat ze nu eigenlijk doen. Dat gebeurt vaak met niet zo heel spannende rapporten, en de dag van de statistiek probeert hier dan nog iets spannends van te maken.
Statistiek is de wetenschap, de methodiek en de techniek van het verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens. Het is een onderdeel van wiskunde. Statistici trachten informatie over een populatie -al dan niet abstractte krijgen uit de waarneming van een meestal beperkt aantal elementen van die populatie, de steekproef. In het geval dat de steekproef de gehele populatie omvat, spreekt men van volledige telling; een census of volkstelling. De verkregen informatie is dus bijna altijd onvolledig en daardoor onnauwkeurig. Een goede beheersing van deze onnauwkeurigheid is dan ook een essentieel onderdeel van de statistiek. De uitkomsten kunnen voor allerlei aspecten van de wetenschap, de politiek, de economie, de psychologie en sociologie, de media en de samenleving van belang zijn.
Het woord ‘statistiek’ is afkomstig van de moderne Latijnse zin statisticum collegium (les over staatszaken). Hier is vervolgens weer het Italiaanse woord statista van afgeleid, dat ‘staatsman’ of ‘politicus’ betekent -vergelijk ons woord status- evenals het Duitse statistik, dat oorspronkelijk de analyse van staatsgegevens betekende. De beschrijvende statistiek houdt zich in principe bezig met de beschrijving van bepaalde gegevens van een populatie. Als voorbeeld kan men denken aan een volkstelling of productiestatistiek. De gegevens worden geordend en gereduceerd, indien gewenst tot relevante kengetallen. In overzichtelijke tabellen, grafieken en figuren, zoals histogrammen, staaf- en lijndiagrammen, worden ten slotte de gegevens gepresenteerd. Een belangrijk deel van het werk van het Centraal Bureau voor de Statistiek betreft dit deelgebied.
Een belangrijk begrippenpaar in de statistiek is populatie en steekproef. Men dient steeds goed te onderscheiden of men over de populatie (verdeling) spreekt dan wel over de steekproef. De populatie is over het algemeen slechts in formele zin gegeven in termen van een kansverdeling met enkele onbekende parameters. Het zijn deze parameters die men graag zou kennen, maar om uiteenlopende redenen niet kent. Een steekproef verschaft informatie over de parameters, door het geven van een schatting; het toetsen van een hypothese over een parameter. Zo is er het populatiegemiddelde, meestal onbekend, en als schatting daarvan het steekproefgemiddelde.