Brandveiligheid in gevangenissen schiet tekort
DEN HAAG - De brandveiligheid in een aantal Nederlandse gevangenissen schiet tekort. Dat blijkt uit interne veiligheidscontroles van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die het ANP heeft ingezien. De tekortkomingen variëren van het ontbreken van calamiteitenplannen en afspraken met de brandweer tot een gebrek aan oefeningen en niet-gecertificeerde brandmeldsystemen, waardoor de brandweer onnodig vaak moet uitrukken. De inrichtingen met de meeste gebreken zijn de gevangenis in Scheveningen, de gevangenis van Bonaire en de onlangs gesloten gevangenis Tafelbergweg in Amsterdam. In de gevangenis in Scheveningen was dit jaar sprake van een tekort aan oefeningen. ‘Aanvalsplannen’ voor de brandweer en afspraken met de politie bleken verouderd en mogelijk niet eens bekend bij de betrokken partijen. Spullen als branddekens en zaklantaarns waren niet meer klaar voor gebruik. De gevangenis op Bonaire bleek dit jaar geen eigen calamiteitenplannen voor brand, evacuatie en hulpverlening te hebben. Tijdens een inspectie lag er troep zoals karton en plastic, wat brandgevaarlijk was. De druk van blusmiddelen was nog net voldoende. In de Amsterdamse gevangenis Tafelbergweg waren geen calamiteitenplannen en het ontbrak aan een gecertificeerde brandmeldcentrale. Alarmprocedures werden nauwelijks geoefend. Ook bij andere inrichtingen, waaronder jeugdgevangenissen, tbsklinieken en detentiecentra, is geregeld wat mis. Maar meestal waren problemen hier bij de eerstvolgende controle opgelost.
Een voorbeeld hiervan is het Detentiecentrum Schiphol, bekend van de Schipholbrand in 2005 die het leven kostte aan elf asielzoekers. Uit een audit van 2014 dat er in de nieuwbouw opnieuw zaken niet deugden aan calamiteitenplannen, de bijbehorende besprekingen, oefeningen, certificering van de brandmeldinstallatie en middelen voor de bedrijfshulpverlening.
De tekortkomingen zijn ‘zeer vergelijkbaar’ met de problemen die door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) zijn geconstateerd na de dodelijke Schipholbrand in 2005. “Het is hoogst merkwaardig dat dit zo door kan gaan”, aldus Pieter van Vollenhoven, toenmalig OVV-voorzitter en huidig voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV). “Toen hebben wij geconstateerd dat bij het risicomanagement het accent ligt op het voorkomen van ontsnappingen en niet op brandveiligheid.”
Van Vollenhoven wil verbeteringen. Hij ziet dat de interne toezichthouder problemen wel signaleert, maar kennelijk niet in staat is om tijdig in te grijpen. Hij wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat het interne toezicht bij veel organisaties niet sterk genoeg is. “Als het management het interne toezicht ziet als kostenpost, kan het toezicht niet krachtig ingrijpen”, verklaart Van Vollenhoven. Volgens hem is dit verontrustend, omdat veiligheid grotendeels aan de sector zelf wordt overgelaten. De SMV-voorzitter pleit er daarnaast al langer voor om externe toezichthouders - de overheidsinspecties- onafhankelijk te maken van de ministeries en op te laten gaan in één zelfstandige en krachtige Nationale Inspectie. Dat is belangrijk omdat onafhankelijk extern toezicht volgens hem ‘het laatste redmiddel’ is voor de maatschappij om de veiligheid te kunnen waarborgen. “DJI heeft als taak om detentie humaan en veilig uit voeren”, zegt een DJI-woordvoerder. “Daarom worden dit soort audits gedaan, om de eigen organisatie scherp te houden, te controleren en zo nodig te verbeteren. Inmiddels zijn de meest acute tekortkomingen verholpen of wordt daaraan gewerkt.”
(AD/ foto: tcdn.nl)