Zoos zien niets in plan Partij voor de Dieren
KERKRADE - In de week nadat de Partij voor de Dieren had opgeroepen alle dierentuinen te sluiten, viert de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen haar vijftigjarig bestaan. De vereniging van de veertien grootste dierentuinen in Nederland, goed voor jaarlijks tien miljoen bezoekers, onderschrijft een groot deel van de standpunten van de PvdD. “Maar het verbieden van dierentuinen is niet de oplossing”, stelt Rob Huppertz. Volgens de directeur van GaiaZOO in Kerkrade baseert de partij zich op verouderde ideeën over dierentuinen. “Dieren zijn er niet voor het vermaak van mensen, natuurlijk niet. Het doel van de NVD is educatie, natuurbehoud en wetenschappelijk onderzoek. Een bezoek aan een dierentuin leidt tot liefde voor de natuur.”
Huppertz bestrijdt dat dieren in gevangenschap stereotiep gedrag gaan vertonen. “Dat is een plaatje uit de jaren zestig, van dieren die lopen te ijsberen in kale verblijven. Nu streven we er juist naar de dieren in een zo natuurlijk mogelijke leefomgeving te houden, waardoor ze natuurlijk gedrag vertonen.” GaiaZOO werd in 2005 gebouwd en kon daardoor direct al kiezen voor optimale omstandigheden voor de dieren. “Op onze savanne lopen giraffes, gazelles, struisvogels, zebra’s en neushoorns allemaal door elkaar. Maar ook de stadsdierentuinen zijn zonder uitzondering bezig hun collectie te verkleinen om de verblijven groter te kunnen maken.”
Volgens Huppertz functioneren de fokprogramma’s van de dierentuinen heel goed. “Wanneer een dier wordt geboren, wordt het geplaatst in een van de 350 Europese dierentuinen of uitgezet in de oorspronkelijke leefomgeving. Sommige dieren zijn heel geschikt om weer uit te zetten, zoals de przewalskipaarden die weer in Mongolië rondlopen. Maar een leeuw kun je niet zomaar terugzetten in de savanne, een dier moet natuurlijke vaardigheden hebben geleerd.”
De wensen van het publiek stroken niet meer met wat de dieren nodig hebben, weet Huppertz. “In de jaren vijftig kregen de apen mensenkleren aan en dronken ze thee met de verzorgers. We leren er met z’n allen nog altijd heel veel bij en moeten onze verantwoordelijkheid nemen.”
(De Telegraaf/ foto: gaiazoo.nl) UTRECHT - Duizenden gehandicapten gaan niet naar de dagbesteding die het beste bij hen past, omdat zorginstellingen onvoldoende geld krijgen om de vervoerskosten te dekken. Zorginstellingen bieden gehandicapten minder mogelijkheden voor dagbesteding, besteden geld voor persoonlijke zorg aan vervoer en vragen cliënten een bijdrage voor taxiritten. Dat stond in een rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat gisteren uitkwam. Ook de kwaliteit van het vervoer is in het geding. Met name de kostbare ritten voor gehandicapten die alleen of in kleine groepjes moeten reizen, staan onder druk. “Besparen door verschillende groepen zoals meervoudig gehandicapten en mensen met gedragsproblemen samen te laten reizen, brengt veiligheidsrisico’s met zich mee”, meldt de NZa na gesprekken met zorginstellingen en vervoerders. Ondanks alle knelpunten stelt de zorgautoriteit dat nog altijd aan de ‘minimale kwaliteitseisen’ wordt voldaan. ‘Noodzakelijk’ vervolgonderzoek duurt echter tot 2019, waardoor de vervoerstarieven waar de NZa over gaat op zijn vroegst pas dan worden aangepast. “Veel te laat voor de rond 30.000 gehandicapten die afhankelijk zijn van vervoer naar de dagbesteding”, stelt de Vereniging Gehandicapten Nederland (VGN). Volgens directeur Frank Bluiminck is sinds de halvering van het budget in 2013 het vervoer zodanig verschraald, dat sommige cliënten niet meer naar een dagbesteding worden gebracht. “De opvang is noodgedwongen op hun eigen afdeling, terwijl je juist wilt dat deze mensen een zo normaal mogelijk leven leiden en net als iemand zonder beperking naar hun werk gaan. Ook is de dagbesteding veel minder passend bij iemands handicap”, zegt Bluiminck, omdat vooral nabijgelegen locaties nog in aanmerking komen.
(AD)