Brandstoftekort mogelijk oorzaak crash MH370
AUSTRALIE - Tijdens de crash van het vliegtuig MH370 had de piloot geen controle over het stuur. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Australische Transport- en Veiligheidsbureau (ATSB). Eerder werd gedacht dat de crash het gevolg was van menselijk handelen. Dit wordt nu weersproken.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de crash mogelijk veroorzaakt werd door een tekort aan brandstof. Het toestel stortte met grote vaart in cirkels naar beneden. Teken dat de motoren uitstonden en de bestuurders geen pogingen hebben ondernomen om de koers van het toestel te wijzigen. De onderzoekers trekken deze conclusie omdat de kleppen waarmee het toestel kan worden afgeremd, niet waren uitgeklapt. Daaruit maakt het onderzoeksteam op dat de piloot het toestel niet gereed heeft gemaakt voor een noodlanding.
“Met dit rapport kunnen we uitsluiten dat de piloot bij bewustzijn was”, zegt Volkskrant Zuidoost-Azië correspondent Michel Maas vanuit Jakarta. “De piloot was waarschijnlijk al geruime bewusteloos toen het toestel neerstortte.”
Het passagiersvliegtuig MH370 verdween in maart 2014 van de radar tijdens de vlucht van Kuala Lumpur naar Beijing. Halverwege de vlucht werd de radarapparatuur uitgeschakeld, vervolgens wijzigde het toestel van koers in de richting van de Indische Oceaan. Daar stortte de MH370 neer.
Er zaten 239 mensen aan boord, allen kwamen om. Waarom de verbinding verbroken werd, blijft een mysterie. Alle passagiers zijn uitgebreid gescreend om te controleren of er eventuele terroristen aan boord waren, de dossiers van de bemanning zijn uitgeplozen op psychische stoornissen. Nieuwe inzichten blijven echter uit. Op enkele brokstukken na werd het vliegtuig niet teruggevonden. Het onderzoek, dat met behulp van deze brokstukken tot stand kwam, is gisteren gepresenteerd. Op basis van opgevangen zwakke satellietsignalen werd een vermoedelijke route van het toestel gereconstrueerd. Vervolgens werd een gebied van 120 duizend vierkante kilometer aangewezen waarbinnen MH370 in zee zou zijn gestort.
In dat gebied wordt nu al twee jaar tevergeefs gezocht, onder meer door het Nederlandse bedrijf Fugro. Met onderwaterapparatuur is de zeebodem meter voor meter afgezocht en in kaart gebracht. Het stuk oceaan ligt tweeduizend kilometer van de Australische kust, het water is er op plaatsen meer dan 3 kilometer diep, en het weer is er onstuimig. Het doel is om voor het eind van het jaar het hele gebied te hebben uitgekamd, daarna wordt het onderzoek gesloten tot er nieuwe aanwijzingen gevonden zijn.
(de Volkskrant)