Brits parlement, niet regering, beslist over Brexit
GROOT-BRITTANNIE - De Britse regering mag artikel 50, dat de Brexit in gang zet, niet in werking stellen zonder het parlement te raadplegen. Dit heeft een gerechtshof gistermorgen bepaald in een zaak die was aangespannen door een groep burgers. De regering gaat in beroep tegen de uitspraak, zodat het Supreme Court er zich over kan buigen. Premier Theresa May had aangekondigd om de EU voor eind maart officieel op de hoogte te stellen van de naderende Brexit.
May en haar ministers waren van oordeel dat Downing Street de macht had om artikel 50 zonder parlementaire goedkeuring in het leven te roepen. De vrees leefde dat het parlement de Brexit zou gaan ondermijnen. Rechter Lord Thomas of Cwmgiedd wees er echter op dat de meest fundamentele regel van de Britse constitutie de soevereiniteit van het parlement is. Ironisch genoeg hebben Brexiteers er voortdurend op gehamerd dat het referendum ging over soevereiniteit. Mochten de allerhoogste rechters de uitspraak bevestigen, dan wachten er lange debatten in het Lagerhuis. Een grote meerderheid van de kamerleden was tegen een Brexit, maar een nog grotere meerderheid was voor het referendum. De meeste kamerleden vertegenwoordigen kiesdistricten waar kiezers ruimschoots voor Brexit hebben gestemd. Het tegenhouden van een Brexit zou de kloof tussen kiezers en gekozenen in Westminster verderop verdiepen.
Een parlementair debat geeft kamerleden wel de kans om meer invloed te verwerven op het soort Brexit. Zo kunnen ze de regering groen licht geven mits het Verenigd Koninkrijk deel blijft uitmaken van de douane-unie en/of de gemeenschappelijke markt. Daarom is de uitspraak van de rechters vooral een uitspraak tegen een harde Brexit. Brexit-minister David Davis heeft zich in het verleden meerdere malen uitgelaten als voorstander van een complete breuk.
Het proces was er een zonder precedent. Artikel 50 van het EU-verdrag stipuleert dat ieder lidstaat de unie mag verlaten in overeenstemming met zijn eigen grondwettelijke bepalingen. Dat is de splijtzwam; zowel klagers als Brexiteers menen de grondwet aan hun zijde te hebben. Volgens de regering hebben de rechters geen plek in het politieke proces. May wil het liefst ongestoord toewerken naar de onderhandelingen met Brussel en ziet zich gesteund door de uitslag van het referendum. Meerdere malen heeft de premier laten weten geen lopend commentaar te zullen geven, liever ook niet aan het parlement.
De klagers daarentegen vinden dat de volksvertegenwoordiging een stem moet krijgen. De regering heeft verklaard een uiteindelijke Brexitdeal waarschijnlijk voor te leggen aan het parlement, maar dat is te laat, aldus de klagers. Zij vinden dat als de Brexit bedoeld is om de soevereiniteit van het parlement te herstellen, het parlement ook een beslissende stem moet hebben.
Bij het referendum van 23 juni stemde 52 procent van de kiezers voor een Brexit. Het referendum was raadgevend, maar de Britse regering had verklaard de uitslag te zullen volgen. Toenmalig premier David Cameron, die voor een verblijf in de EU pleitte, stapte op. Hij werd opgevolgd door May, die de hachelijke taak kreeg het verdeelde land uit de EU te leiden.
(de Volkskrant)