Amsterdam wil met hoge torens ‘Vancouver aan het IJ’ worden
AMSTERDAM - De gemeente Amsterdam bouwt aan het IJ verder de lucht in. In de nieuw aan te leggen Sluisbuurt wil het stadsbestuur 28 hoge woongebouwen neerzetten. Daaronder zes wolkenkrabbers die tot 143 meter reiken, even hoog als de Rembrandttoren, het huidige topje van de stad. Naast de zes hoogste torens die de skyline van de stad zullen bepalen, staan in het plan van het stadsbestuur nog 22 gebouwen in de planning met een hoogte tussen de 30 en 80 meter. Het westelijke deel van het Zeeburgereiland - een stuk braakliggende grond naast de Oranjesluizen die IJ en Markermeer scheiden - moet zo plaats bieden aan 5.500 nieuwe woningen. Door de bevolkingsgroei, elfduizend extra Amsterdammers per jaar, is er in de stad grote behoefte aan meer huizen. Tot 2025 gaat de gemeente er vijftigduizend bij bouwen. En waarschijnlijk nog meer. Al die huizen moeten vooral binnen de huidige stadsgrenzen verrijzen. Daarbuiten is amper bouwland en de gemeente wil het groene poldergebied boven Amsterdam Noord niet bebouwen.
Het stadsbestuur kiest ook voor hoogbouw, omdat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat steden waar mensen dicht op elkaar wonen economisch zeer succesvol zijn. Het betekent ook dat mensen minder grote afstanden afleggen. Compacte steden zijn dus duurzame steden, is de heersende visie op het stadhuis.
De gemeente heeft geen ‘Manhattan aan het IJ’ op het oog. Het compacte, rastervormige stadsplan van Manhattan, met hoge gebouwen die vanaf het nauwe trottoir de lucht in steken, past niet bij de ‘menselijke maat’ die de Amsterdamse stedenbouw kenmerkt.
Het stadsbestuur kijkt liever naar Chicago, Vancouver of Toronto. Dat zijn snelgroeiende steden die net als Amsterdam aan het water liggen. Een Amsterdamse delegatie maakte een studiereis naar die steden.
“De torens zijn daar een beetje naar achter geplaatst terwijl je aan de straat ‘plinten’ hebt van drie verdiepingen hoog”, zegt directeur Ruimte en Duurzaamheid Ester Agricola. “In die plinten zitten bedrijven, scholen en winkels en de straten zijn breed, waardoor je meer het gevoel hebt van geborgenheid. De straten voelen daarom heel Europees aan.” (de Volkskrant/foto: persgroep. net)