Nederland levert Rwandezen uit
DEN HAAG - Ondanks de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer werden zaterdag twee Rwandezen met Rwandese veiligheidsagenten op het vliegtuig gezet naar Kigali. Afgelopen donderdag waren aanvullende Kamervragen gesteld met daarin de oproep om de uitlevering uit te stellen.
Tot op het laatste moment is geprobeerd minister van der Steur op andere gedachten te brengen, maar hij heeft de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer genegeerd. De uitgeleverde personen, Jean Claude Iyamuremye (40, uit Voorburg) en Jean Baptiste Mugimba (57, uit Leusden), woonden al jaren in Nederland en worden verdacht van (indirecte) betrokkenheid bij de genocide in Rwanda. De vraag was nooit of ze voor die aanklacht berecht moesten worden, maar waar.
De Rwandese autoriteiten verdenken Iyamuremye ervan als leider van een zogeheten ‘interahamwe militie’ te hebben meegedaan aan aanvallen op Tutsi’s tijdens de genocide in Rwanda in 1994. De Tutsi’s werden opgejaagd, uit hun huizen gehaald en weggevoerd naar plekken, waar zij vervolgens massaal werden gedood, of levend begraven. Achtergelaten woningen werden in brand gestoken. Rwanda heeft in 2013 om zijn uitlevering gevraagd.
Een jaar daarvoor vroeg het Afrikaanse land ook om uitlevering van M Als politiek leider van een extremistische Hutu-partij zou M betrokken zijn geweest bij het opstellen van dodenlijsten, de verstrekking van wapens en aanvallen op Tutsi’s in 1994, in de omgeving van Kigali. M kwam in 1999 naar Nederland, waar hij zich voegde bij zijn gezin. In 2007 kreeg hij een reguliere verblijfsvergunning, die in juni 2013 weer is ingetrokken omdat de IND betrokkenheid vermoedde bij de slachtpartijen in Rwanda. In januari 2014 is hij aangehouden.
De procedure heeft lang geduurd en onder meer de minister, de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad kwamen er aan te pas. Beide mannen hebben zich verzet tegen uitlevering, omdat ze vrezen voor een oneerlijk proces en een onmenselijke behandeling. In 1994 hebben zich in Rwanda extreme gewelddadigheden voorgedaan, waarbij ongeveer 500.000 tot 1 miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s werden vermoord.
Officier van justitie Martin Witteveen, die een jaar als deskundige de werking van het Rwandese rechtssysteem van binnenuit kon observeren, is heel uitgesproken over deze zaak. Van een eerlijke berechting in Rwanda kan voglens hem geen sprake zijn. Witteveen zei dat afgelopen donderdag ook nog in een gesprek met leden van de Tweede Kamer. Witteveen stelde dat de minister een onvolledig beeld heeft van de situatie in Rwanda, dat hij alleen afgaat op de facade van het regime van Kagame, maar niet kijkt naar de werkelijkheid.
(De Telegraaf)