Aanslag IS verijdeld in Indonesië
INDONESIE - De Indonesische politie heeft drie verdachten ingerekend die een aanslag beraamden op overheidsgebouwen en op de ambassade van Myanmar in de hoofdstad Jakarta. Dat kondigde de politie gisteren aan. Tegelijkertijd rijst er steeds meer protest tegen het geweld van het leger tegen de Rohingya, een moslimminderheid in het overwegend boeddhistische Myanmar. De drie gearresteerden zijn lid van Jemaah Ansar Daulah, een lokale islamistische groepering die trouw zwoer aan terreurorganisatie Islamitische Staat. Een eerste verdachte, de bommenmaker, werd woensdag ingerekend. Daarna kwam de politie de twee anderen op het spoor. Ze hadden voldoende explosieven verzameld om een bom te maken, krachtiger dan de bom die gebruikt werd bij de aanslag op Bali van 2002. Daarbij vielen er 202 doden. De beoogde doelwitten waren het parlement, het hoofdkwartier van de politie, de Myanmarese ambassade en verschillende televisiestations. Myanmar, het vroegere Birma, voert volgens een VN-vertegenwoordiger in buurland Bangladesh een campagne van etnische zuivering tegen de islamitische Rohingya -minderheid. De afgelopen weken vluchtten duizenden gezinnen voor het geweld van het leger naar Bangladesh. De vluchtelingen spreken van groepsverkrachtingen, foltering en moordpartijen. In verschillende Aziatische hoofdsteden kwamen vrijdag duizenden moslims de straat op om tegen het geweld te protesteren. Ook op de nabije Filipijnen is er een grootschalige legeroperatie gaande tegen de Maute, een islamitische groepering die eveneens gelieerd is aan IS. Vijftig tot honderd strijders zijn door het leger omsingeld in Butig, een afgelegen zuidelijke stad waar moslims in het overwegend katholieke land in de meerderheid zijn. De 17.000 inwoners sloegen op de vlucht. De actie volgde op de arrestatie vorige maand van drie verdachten van een bomaanslag op Mindanao, waarbij vijftien doden vielen.
(HLN)