Tienerschool moet overgang naar middelbare school verkleinen
AMSTERDAM - Om de sprong van de basis- naar de middelbare school kleiner te maken, zijn in het hele land zogenoemde tienerscholen in de maak. Kinderen van 10 tot 14 jaar volgen daar de laatste twee jaren van de basisschool en de eerste twee van het voortgezet onderwijs. Een definitieve overstap naar de middelbare school volgt pas daarna. Sommige kinderen hebben langer nodig om te rijpen.
Meer basis- en middelbare scholen willen hun leerlingen de tijd geven om zich te ontwikkelen. De afgelopen jaren is op drie plekken onderwijs voor 10- tot 14-jarigen gestart, namelijk in Gorinchem, Amsterdam en Ridderkerk. De komende schooljaren komen daar zeker zes locaties bij, onder meer in Zwolle en de regio Parkstad (ZuidLimburg). En nog eens zeventig schoolbesturen onderzoeken de mogelijkheden.
“In de overgang tussen die scholen worden te veel brokken gemaakt. Die is niet flexibel genoeg”, constateert Lenie van Lieverloo, adviseur van KPC Groep die de scholen begeleidt. Kinderen komen niet op het juiste schoolniveau terecht, omdat pas later blijkt wat ze in hun mars hebben. Het blijkt echter lastig om alsnog naar een hoger niveau te stromen als ze eenmaal een plekje in het voortgezet onderwijs hebben. “Die kinderen gaan ineens van één of twee leraren naar een stuk of veertien docenten. Ze moeten elk uur naar een ander lokaal, voelen zich minder veilig. Mede daardoor gaan hun leerresultaten achteruit”, stelt netwerkregisseur Annelies Robben, die bezig is om volgend schooljaar de ‘Onderwijsroute 10-14’ in Zwolle te starten. De scholen zien dat sommige kinderen langer nodig hebben om écht te kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Want terwijl de ene groep 8’er het liefst speelt, is de andere aan de puberteit begonnen.
Toch moeten al die leerlingen rond hun twaalfde beslissen naar welke middelbare school ze gaan en of ze voor een vmbo-, havo- of vwo-diploma willen leren. Op de tienerscholen kiezen de leerlingen pas na de tweede klas van het voortgezet onderwijs op welk niveau ze verder gaan. Tegelijkertijd is het ook een aantrekkelijke schoolroute voor basisschoolleerlingen die al eerder toe zijn aan lesmateriaal vanuit het voortgezet onderwijs. Omdat ze op de tienerscholen onder één dak komen met eerste- en tweedeklassers kunnen zij gemakkelijker lesstof krijgen die hen uitdaagt. Basis- en middelbare scholen kunnen echter niet zo maar een tienerschool oprichten. Door de huidige regels zijn het primair en voortgezet onderwijs strikt gescheiden.
Een vakdocent van een middelbare school mag bijvoorbeeld alleen voor basisschoolkinderen staan als de eigen meester of juf erbij is. Die basisschoolleraar mag niet voor eerste- of tweedeklassers staan. Het onderwijs voor 10- tot 14-jarigen kan daarom geen school worden genoemd. Schoolbesturen zitten met het ministerie van Onderwijs (OCW) om tafel om meer ruimte te krijgen.
(AD)