Brexit-akkoord moet oktober 2018 rond zijn
ENGELAND - Het akkoord over het vertrek van GrootBrittannië uit de Europese Unie moet in oktober 2018 rond zijn. Dat geeft de lidstaten, het Europees Parlement en het Britse parlement vervolgens nog vijf maanden om de bereikte overeenkomst goed te keuren. Dat ambitieuze tijdpad legde Michel Barnier - de Brexitonderhandelaar namens de Europese Commissie – gistermiddag tijdens zijn eerste persconferentie op tafel. Barnier maakte duidelijk dat de onderhandelingen met Londen over de Brexit zeer moeilijk zullen zijn. “We begeven ons op onbekend terrein, de onderwerpen zijn juridisch zeer complex, politiek gevoelig en de economische gevolgen voor de mensen - aan beide zijden van het Kanaal - zijn groot”, aldus Barnier. “We schrijven een nieuwe pagina van de Europese geschiedenis.” Barnier gaat ervan uit dat de Britse premier May haar woord houdt en uiterlijk in maart volgend jaar de scheidingsprocedure in het Europees Verdrag (artikel 50) zal activeren. Dat geeft de 27 lidstaten dan twee jaar om met Londen ‘een ordelijk vertrek’ van Groot-Brittannië te regelen. De Britten stemden in juni per referendum voor een Brexit. Omdat een akkoord over de Brexit moet worden goedgekeurd door het Europese en Britse parlement en de 27 lidstaten, blijven er volgens Barnier in de praktijk 18 maanden over voor de onderhandelingen. Dat is een enorme klus omdat op alle beleidsterreinen Groot-Brittannië uit de EUwetgeving moet worden gehaald. Ook moeten de financiële verplichtingen over en weer worden afgebouwd, verplichtingen die overigens nog ver na 2019 zullen doorlopen. Als er inderdaad in het najaar van 2018 een principeakkoord ligt, maakt dat de Brexit per maart 2019 mogelijk. GrootBrittannië doet dan niet meer mee aan de Europese verkiezingen dat jaar. Barnier heeft een onderhandelingsteam van circa 30 personen opgesteld. Hij bezocht afgelopen twee maanden 18 van de 27 lidstaten (de rest volgt later), en sprak met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Europese regio’s, vakbonden en werkgevers.
Barnier onderstreepte dat Groot-Brittannië na vertrek als ‘derde land’ zal worden behandeld. “Een groot verschil want lidstaten hebben rechten en voordelen die nietlidstaten nooit zullen hebben”, aldus Barnier. Toegang tot de interne markt - een grote wens van de Britten - is gekoppeld aan de erkenning en vervulling van de ‘vier vrijheden’: het vrij verkeer van mensen, goederen, kapitaal en diensten. Londen wil af van het vrij verkeer van werknemers om de immigratie een halt toe te roepen. Tegelijk met de scheiding moeten de EU en Londen afspraken maken over de toekomstige relatie tussen de Unie en Groot-Brittannië. Barnier sloot niet uit dat daarvoor een overgangsregeling nodig is. “Je kunt niet alles in twee jaar regelen.”
(de Volkskrant)