Secretaresse Peneux in rechtszaal gehoord
PARAMARIBO – Minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en zijn secretaresse komen volgens advocaat Irene Lalji ongeloofwaardig over. Gisteren is de secretaresse in de rechtszaal gehoord in de strafzaak tegen de directeur van een middelbare school, Joyce V.
Lalji zegt aan de krant dat de regel op elk ministerie is dat een ingekomen stuk ingeboekt dient te worden. Volgens haar heeft de secretaresse van Peneux buiten de procedurele regels om gehandeld, omdat elk ministerie de procedure heeft dat een ingekomen stuk ingeboekt moet worden in de agenda. Doordat de secretaresse dit niet heeft gedaan, is er een discutabel punt in de rechtszaak. Haar cliënt Joyce V vindt dat zij een brief met een financieel verslag met bonnen over haar uitgaven heeft afgegeven op het Ministerie van Onderwijs. Lalji zegt dat Peneux, die toen directeur van onderwijs was, in het bezit is van een brief van Joyce V, maar beweert dat hij het financieel verslag en de bonnen niet heeft ontvangen. Ook zijn secretaresse beweert dat zij alleen de brief heeft ontvangen en geen bijlagen. “De secretaresse kan het niet weerleggen, omdat het niet is ingeboekt. Nu is het een ernstig discussiepunt, want mijn cliënt heeft er geen belang bij om de bonnen achter te houden, omdat deze juist aangeven welke uitgaven ze heeft gedaan met het schoolgeld.” De raadsvrouw heeft sterk het vermoeden dat Peneux en zijn secretaresse de brief met bonnen en bijlagen hebben ontvangen, maar nu zwijgen teneinde Joyce V in een kwaad daglicht te stellen. De secretaresse zei in eerste instantie op vragen van de raadsvrouw dat Peneux haar nimmer heeft gesproken over de brief en niet eens heeft gevraagd of er bijlagen bij waren. Toen de rechter de secretaresse voorhield dat Peneux een aantekening op de brief had gemaakt dat zij een schrijven moest richten, herinnerde de secretaresse zich dat zij inderdaad een brief had geschreven. De secretaresse getuigde verder dat er niemand bij de balie van het ministerie was, waardoor Joyce V naar het secretariaat van de toenmalige directeur Peneux toekwam om te zeggen dat een brief dringend voor de directeur was bestemd. Joyce V blijft erbij dat zij een brief met bonnen in een dossier heeft afgegeven bij de balie en niet aan de secretaresse. Ze heeft op eerdere zittingen steeds aangegeven dat zij vóór haar aanhouding telefonisch contact met Peneux heeft gehad. Hij zou haar hebben gezegd dat zij een brief moest schrijven en die moest op het ministerie voor hem bezorgen. Op 15 februari wordt de behandeling van deze zaak voortgezet met het verhoor van Joyce V.
WJ