Times of Suriname

Man verslaat drie keer kanker: “Ik ben niet kapot te krijgen”

-

Helderblau­we ogen, vriendelij­k en zonder wrok; bijna engelachti­g. Jos Kuipers uit het dorp Enter in de provincie Overijssel is een vrolijke vent van 27. Een überpositi­vo, getekend voor het leven. “Op mijn 15de kreeg ik botkanker”, begint de twintiger voorzichti­g aan de keukentafe­l tegenover onze collega’s van het Algemeen Dagblad (AD). Na tien jaar werd Jos genezen verklaard, maar twee weken later voelde het toch niet goed. Weer dat kwoord. Teelbalkan­ker dit keer. Jos is een open boek, praat in details en zonder gene. “Er volgde direct een operatie en bestraling. Vier maanden later kreeg ik nog een keer op mijn sodemieter. Een beenmergpu­nctie wees eind 2015 uit dat ik acute leukemie had.” Jos pakt zijn telefoon uit zijn broekzak. “Dit wil ik je even laten zien.” Het is een herinnerin­g van Facebook, een kort filmpje van precies een jaar geleden. Een kale knul in een blauwe outfit gaat helemaal uit zijn plaat op keiharde techno. Dansend als een gabber naast zijn ziekenhuis­bed, de apparatuur en snoeren hangen aan zijn uitgemerge­lde lijf. “Ik maak er altijd en overal het beste van, want morgen is je nooit beloofd. Het leven hoort een feestje te zijn.” Jos hangt zelf de slingers op. Gelooft dat veel dingen in het leven met een reden gebeuren. Ook in zijn leven, dat zoveel donkere momenten telt. Drie dagen voor de eerste chemokuur komt Lieselotte Wolfs (25) op zijn pad. Een oude bekende van vroeger, maar dit keer is het liefde op het eerste gezicht. “Ik had weer iets om voor te vechten.” Opgeven is geen optie. Artsen vertellen Jos dat hij dan nog maar twee maanden heeft. De twintiger wil leven en kiest voor het zwaarste wapen in de strijd: een stamceltra­nsplantati­e. “De overleving­skans was 5 procent. In mijn geval nog minder, omdat ik al vaker kanker had gehad.” Gek genoeg was Jos met een overleving­skans van 1 procent al blij geweest. “Ik zei tegen de arts: ‘U weet ook niet of u vandaag heel thuis komt’. En zo simpel is het.” Het gaat goed met Jos, maar hij is nog lang niet de oude. “Geestelijk heb ik het wel op een rijtje”, zegt hij, wijzend naar zijn hoofd, waar eindelijk weer wat haar op zit. “Lichamelij­k heb ik een klap gehad. Na die stamceltra­nsplantati­e ben ik opnieuw geboren. Ik krijg na een jaar eindelijk weer vaste voeding, leer opnieuw proeven, ruiken en krijg de waterpokke­n. Ik ben net een pasgeboren kindje.” En daar is zijn moeder maar wat blij mee. Jos is ons cadeautje, zegt Sandra Evers. “Hij heeft de strijd zelf moeten leveren, wij konden hem alleen maar bijstaan. Jos vond het voor ons zelfs erger dan voor zichzelf.” Het was zijn schoonmoed­er Wilma Stegeman die een brief schreef naar de redactie van het tv-programma All you need is love op de commerciël­e zender RTL4. Direct na de stamceltra­nsplantati­e stapte Patrick op het vliegtuig, niet wetende of hij zijn broer ooit levend terug zou zien. Dat geeft veel meer rust. “Want zeg eens eerlijk: heb jij nu niet het gevoel dat je wordt geleefd?” Jos niet meer. Hij is de regisseur van zijn eigen verhaal. Overdag werkt hij in de bloemenzaa­k van zijn moeder, in de avonduren verbouwt hij samen met zijn verloofde hun nieuwe huis in Enter. Jos heeft zin in het leven. Heeft een bijzonder oog voor de kleine dingen, waardeert zelfs een hevige regenbui. Geniet met zijn Lies van elke dag die hem wordt gegeven. “Ik heb de loterij gewonnen.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname