Gemeente mag mantelzorg niet afdwingen
ETTEN-LEUR - De gemeente Etten-Leur mag niet van een dochter verlangen dat die onbetaald huishoudelijk werk verricht voor haar zorgbehoevende moeder, zo heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) woensdag geoordeeld.
De vrouw heeft daarom nog steeds recht op een persoonsgebonden budget (pgb), luidt de uitspraak van de Raad in het hoger beroep. De gemeente had het pgb ingetrokken omdat die van mening was dat de dochter mantelzorg kon verlenen, maar daar denkt de CRvB anders over. Die stelt dat de gemeente niet van de dochter mag eisen dat zij haar moeder onbetaald in de huishouding helpt, ook al woont zij vlakbij en heeft zij geen baan elders.
Eerder verleende de dochter wel huishoudelijke hulp en kreeg daarvoor betaald uit het pgb. Na het ingaan van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), nam de gemeente het standpunt in dat de moeder problemen kon oplossen door een beroep te doen op haar dochter. Die wilde de huishoudelijke taken echter niet onbetaald verrichten en stopte daarmee. Omdat de dochter een vergoeding kreeg voor haar werk, kunnen haar diensten niet worden aangemerkt als mantelzorg, oordeelt de Raad. Daarmee komt het erop neer dat er geen mantelzorg beschikbaar is voor de moeder die daarom recht heeft op een pgb. Advocaat Renske Imkamp noemt de uitspraak een overwinning voor iedereen die hulp inkoopt bij familieleden. “Mantelzorg mag niet worden afgedwongen, in welke vorm dan ook. Dit is een duidelijke uitspraak van de hoogste rechter bij relatief nieuwe wetgeving”, zegt Imkamp die honderden pgb-zaken tegen gemeenten heeft lopen. Eerdere uitspraken van lagere rechtbanken waren volgens haar minder stellig, waardoor bijvoorbeeld onduidelijk bleef in hoeverre je moet bewijzen dat je geld nodig hebt. “Veel pgb’s zijn afgewezen omdat hulp uit het sociale netwerk mogelijk was. Dat beleid zullen gemeenten moeten aanpassen na deze uitspraak”, aldus Imkamp.
(De Telegraaf)