Chimpansee paart het liefst met soortgenoot met compleet andere genenset
Op de één of andere manier weten chimpansees gewoon welke soortgenoten genetisch gezien het minst op hen lijken. Het lijkt misschien alsof de chimpansee niet zo heel kieskeurig is: zowel de mannetjes als de vrouwtjes houden er meerdere sekspartners opna. Maar nieuw onderzoek wijst uit dat chimpansees – op het moment dat ze klaar zijn voor het ouderschap – toch heel overwogen partnerkeuzes maken. En zich daarbij laten leiden door de genenset van de andere chimpansees. Zo paren chimpansees die klaar zijn voor gezinsuitbreiding het liefst met soortgenoten die genetisch gezien het minst op hen lijken. Dat schrijven onderzoekers in het blad Royal Society Open Science.
Veel
dieren vermijden seks met ouders, broers of zussen en andere nauw aan hen verwante familieleden, benadrukken de onderzoekers. Maar wat deze chimpansees zo bijzonder maakt, is dat ze zelfs in een compleet nieuwe groep, zonder familieleden, onderscheid kunnen maken tussen soortgenoten die genetisch gezien op hen lijken en soortgenoten die dat niet doen. En vervolgens blijken ze, als ze toe zijn aan nageslacht, een voorkeur te hebben voor de laatstgenoemde soortgenoten.
De onderzoekers trekken die conclusies nadat ze zo’n 150 volwassen chimpansees in een nationaal park in Tanzania bestudeerden. Ze keken daarbij naar het genoom van stelletjes die paarden en jongen kregen, maar ook naar het genoom van stelletjes die seks hadden zonder dat het resulteerde in nageslacht. Uit het onderzoek bleek dat vrouwtjes het ouderschap aangingen met mannetjes die genetisch gezien minder op hen leken dan het gemiddelde mannetje.
Sommige vrouwtjes in het nationale park in Tanzania blijven hun leven lang deel uitmaken van de groep waarin ze geboren zijn. Maar er zijn ook vrouwtjes die – wanneer ze volwassen worden – de groep met daarin hun vader en broers verlaten en deel uit gaan maken van een nieuwe groep. Laatstgenoemde vrouwtjes hebben geen of nauwelijks familieleden in hun groep zitten, maar ook zij hebben – nog sterker dan de vrouwtjes die in hun eigen groep bleven – een voorkeur voor mannetjes die genetisch gezien anders zijn. Dat chimpansees kiezen voor een partner die genetisch gezien het minst op hen lijkt, is deels te verklaren door het gevaar van inteelt. Het komt maar weinig voor dat chimpansees paren met hun nageslacht of broers of zussen, maar wanneer het gebeurt, resulteert het doorgaans in nageslacht dat een veel kleinere overlevingskans heeft. Grote vraag is echter hoe chimpanzees, zelfs in een groep bestaande uit vreemden, onderscheid maken tussen soortgenoten die genetisch op hen lijken en soortgenoten die dat niet doen. Wellicht gaan de chimpansees hierbij af op het uiterlijk, de geur of het geluid van een andere chimpansee, maar zeker weten de onderzoekers dat niet. (Scientias/ Foto: Extraordinary Journeys)
Wetenschappers gebruikten een model om te achterhalen welke invloed de uitstoot van onder meer koolstofdioxide, methaan en cfk’s op de oppervlaktetemperatuur en zeespiegels heeft. Uit het onderzoek blijkt dat als de wereld in 2050 stopt met het uitstoten van CO2, ongeveer de helft van het atmosferisch CO2 zo’n 750 jaar later nog steeds in de atmosfeer zit. En zelfs nadat de CO2-uitstoot tot een einde is gekomen, blijven de zeespiegels stijgen. Dat is goed te verklaren, zo stellen de onderzoekers.
De onderzoekers simuleerden drie verschillende scenario’s, waarbij de wereld in 2050, 2100 en 2150 stopt met het uitstoten van methaan. In alle de scenario’s verdween het gas vrij snel uit de atmosfeer. En de daarmee samenhangende opwarming van de atmosfeer nam tegelijkertijd af. Maar: methaan bleef nog eeuwen een bijdrage leveren aan de stijgende
Maar er is ook goed nieuws, zo stellen Solomon en collega’s nadat ze de gevolgen van het Montreal Protocol bestudeerden. Dit verdrag werd in 1989 door 197 landen ondertekend en draaide om het beperken van de uitstoot van ozonvernietigende stoffen zoals cfk’s. Wanneer dit verdrag er nooit was geweest en we cfk’s in de atmosfeer waren blijven pompen, dan zou de zeespiegel rond 2050 zo’n 15 centimeter hoger zijn uitgevallen dan nu naar verwachting het geval is. “Dat is best significant”, vindt Solomon. Ingrijpen heeft dus effect, maar misschien niet zo snel als we graag zouden willen. En daarom is het dus zo belangrijk dat we zo vroeg mogelijk actie ondernemen, aldus de onderzoekers. (Scientias/ Foto: Klimaatverandering WordPress.com)