Syrische rebellen aanwezig bij vredesgesprekken Kazachstan
SYRIE - Het merendeel van de Syrische rebellengroepen zal aanwezig zijn bij de vredesgesprekken in de Kazachstaanse hoofdstad Astana op 23 januari. Een woordvoerder van het Vrije Syrische Leger zegt dat een fractie van verschillende rebellenleiders zal worden gevormd en naar Astana zal komen.
Mohammad Alloush zal de rebellenfractie leiden. Hij was eerder het hoofd van het onderhandelingscomité dat in maart van vorig jaar namens de rebellen vredensonderhandelingen voerden van de Syrische regering.
Hun voornaamste doel is aankaarten dat het Syrische leger van president Bashar al-Assad het staakt-het-vuren schendt dat sinds eind december van kracht is. Volgens de rebellen voeren het leger en bondgenoot Rusland nog geregeld aanvallen uit op doelen van de rebellen.
Om die reden zei het Vrije Syrische Leger eerder de gesprekken in Kazachstan te boycotten. Het leger zegt dat alleen doelwitten worden aangevallen van IS, dat niet betrokken is bij de wapenstilstand. De conferentie is op initiatief van Turkije en Rusland. Dit weekend zeiden beide landen dat ook de Verenigde Staten zullen worden uitgenodigd voor de onderhandelingen, die vlak na het aantreden van president Donald Trump plaatsvinden.
De fractie bestaat niet helemaal uit dezelfde rebellenleiders die vorig jaar in Genève met de regering onderhandelden. Het onderhandelingscomité kreeg toen de steun van Saudi-Arabië. President Assad zei vorige week in een interview dat de onderhandelingen alleen een kans van slagen hebben als hij direct met de Syrische rebellen om de tafel zou kunnen zitten, en niet met Saudische vertegenwoordigers.
Rebellengroepen die zijn gelieerd aan IS en Al-Qaeda maken geen deel uit van de vredesonderhandelingen. Ook de Koerdische beweging YPG is niet uitgenodigd. Volgens de rebellen zal in Astana ook worden gesproken over humanitaire kwesties, zoals de levering van hulpgoederen en de vrijlating van gevangenen. Hulporganisaties van de Verenigde Naties hebben maandag een oproep gedaan voor toegang tot kinderen en gezinnen in Syrië die afgesneden zijn van humanitaire hulp. De wereld moet niet zwijgend toekijken, ook niet nu het beleg van de stad Aleppo voorbij is, staat in een verklaring. De hoogste leiders van vluchtelingenorganisatie UNHCR, hulpcoördinator OCHA, kinderorganisatie Unicef, het Wereldvoedselprogramma (WFP) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dringen aan op directe, onvoorwaardelijke en veilige toegang tot burgers.
In totaal gaat het om zo een zevenhonderdduizend Syriërs die in vijftien belegerde gebieden in Syrië wonen. Ze hebben een groot gebrek aan de basis levensbehoeften en lopen voortdurend het risico slachtoffer te worden van geweld.
(NU.nl)