Donkere cellen bij de rechtszaal
PARAMARIBO De celruimtes bij het Kantongerecht Strafzaken aan de Henck Arronstraat (oudParketgebouw), waarin arrestanten worden ondergebracht voor de behandeling van hun strafzaak, is onverlicht aan zowel de binnen als buitenzijde. Advocaat Irene Lalji zegt aan de krant dat wanneer tot laat in de avonduren zittingen worden gehouden er een situatie ontstaat, waarbij politiemannen weinig tot geen overzicht hebben op wat zich allemaal afspeelt in die cellen. De arrestanten zitten bovendien in een pikdonkere ruimte. Er zijn verder twee toiletten die niet zijn voorzien van verlichting. Overdag is het al donker in het toilet wanneer de deur wordt dichtgetrokken en in de avonduren is het erger. Een van de celruimtes is niet voldoende beveiligd, waardoor een arrestant makkelijk vanuit die cel kan ontvluchten. Desondanks wordt die cel toch gebruikt. Dinsdag gingen enkele arrestanten tekeer in de celruimtes bij de rechtszaal. Zij hebben vernielingen aangericht in de cel. Planken aan de bovenzijde van de celruimte zijn weggerukt, waardoor er ont vluchtingsgevaar ontstond. Door alertheid van de politie kon erger worden voorkomen. De politie wil graag dat er verandering komt in de werksituatie. Advocaat Lalji merkt op dat er behalve de verlichting ook tal van andere problemen zijn. Zo is volgens haar nauwelijks ventilatie in de celruimtes. Ze zegt dat het om twee kleine celruimtes gaat. Volgens haar worden arrestanten ook ondergebracht in het kantoor van de rechtercommissaris (rc) als het om een groot aantal gaat. Deze arrestanten lopen van het gebouw van de rc naar de rechtszaal. Het publiek dat buiten wacht om de behandeling van een zaak mee te maken, kan de verdachten dus zien. De raadsvrouw vindt dat de privacy van de verdachte niet is gewaarborgd. Ze merkt op dat de verdachte ook makkelijk kan ontvluchten. Indien de politie schoten zal lossen om hem weer aan te houden, kan het publiek ook geraakt worden. Lalji zegt dat de wijze waarop strafrechtspleging plaatsvindt, een weerspiegeling is van welke waarde de Staat daaraan hecht. WJ