Arbeidsmigrant komt steeds vaker uit Roemenië en Bulgarije
DEN HAAG - Polen zijn nog steeds de grootste groep arbeidsmigranten in Nederland, maar ook Bulgaren en Roemenen komen steeds vaker hier werken. Toch is er absoluut geen sprake van de door sommigen gevreesde ‘immigratiegolf’ uit de armste landen van Europa.
Eind 2015 waren er 855 duizend migranten in Nederland die afkomstig waren uit de lidstaten van de EU, inclusief kandidaat-lid Turkije. Dat waren 40 duizend migranten meer dan eind 2013, zo blijkt uit de Migrantenmonitor die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gisteren heeft uitgebracht. Eenderde van alle migranten komt uit Midden- en Oost-Europa. Polen vormen met 205 duizend de grootste groep, op grote afstand gevolgd door 24 duizend Bulgaren en 22 duizend Roemenen. Uit Turkije zijn er 191 duizend migranten in Nederland. Sinds 2014 kunnen Roemenen en Bulgaren als laatste EUburgers in Nederland zonder werkvergunning aan de slag. Voor inwoners uit de andere nieuwe lidstaten kon dat al in 2007. Door de versoepeling van de regels komen er nu meer Bulgaren en Roemenen dan in de jaren ervoor, zo blijkt. Het aantal Roemeense werknemers groeide dat jaar met 4 duizend tot 10 duizend, het aantal Bulgaarse werknemers verdubbelde van 3 duizend tot ruim 6 duizend. In 2015 vlakte de groei iets af. Er kwamen 3 duizend Roemeense werknemers bij en bijna 2 duizend Bulgaarse werknemers. Het aantal zzp’ers nam iets af, waarschijnlijk als gevolg van de discussie rond schijnzelfstandigheid.
In procenten ziet het er misschien nog spannend uit, maar in absolute aantallen is het natuurlijk peanuts, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS. Hij weet niet in welke sectoren de Bulgaren en Roemenen aan het werk zijn. Maar vermoedelijk kiezen ze net als hun collega’s uit Polen vooral voor seizoenswerk in de land- en tuinbouw. Lang niet alle immigranten vestigen zich hier permanent. “Het is een bekend fenomeen: veel OostEuropeanen komen hier een paar maanden werken en gaan dan weer terug naar huis”, zegt Latten.
Dat de animo uit Roemenië en Bulgarije om naar Nederland te komen groeit, is niet verbazingwekkend, zegt Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Uit deze landen trekken ze traditiegetrouw meer naar Zuid-Europa en Istanbul. Daar gaat het nu economisch minder, terwijl het hier juist beter gaat.” Veruit de meeste migranten komen om te werken. Zo had bijna driekwart van de migranten uit Midden- en OostEuropa een baan als werknemer of als zelfstandige. Van de 205 duizend Polen in Nederland heeft 80 procent een baan. In 2014 kwamen er 3 duizend Poolse werknemers bij en in 2015 groeide het aantal Poolse werknemers met nog eens 6 duizend naar 156 duizend. Het aantal Poolse migranten met een uitkering bleef gelijk op 14 procent. In de meeste gevallen ging het om een WWuitkering. Disclaimer: Het CBS weet niet hoeveel EUimmigranten zonder werk in Nederland zijn die niet zijn ingeschreven bij een gemeente. (de Volkskrant)