Scholen zien vrijheid van onderwijs in gevaar komen
AMSTERDAM - Nu meer dan voorheen worstelen veel scholen nog met de verplichte lessen over normen en waarden. Het onderwijs is te versnipperd en een duidelijk leerdoel ontbreekt vaak. Op sommige scholen vinden leraren het moeilijk om gevoelige onderwerpen als homoseksualiteit of de Holocaust te bespreken. Dat concludeert de Onderwijsinspectie in een dinsdag verschenen rapport. Volgens minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker (Onderwijs) moet in de wet worden geregeld welke ‘kernwaarden’ scholen hun leerlingen precies bij moeten brengen. Nu mogen scholen de burgerschapslessen nog zelf invullen. Basis en middelbare scholen moeten sinds 2006 verplicht aandacht besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’, bijvoorbeeld met projecten rondom Prinsjesdag of Dodenherdenking. Aanleiding voor de extra lessen was de moord op Theo van Gogh. Volgens de inspectie moet het niveau van de burgerschapslessen flink omhoog. Nu komt het nog te vaak aan op de inzet van individuele leraren. De school weet vaak niet wat leerlingen precies wordt bijbracht. Volgens staatssecretaris Dekker is het nu belangrijker dan ooit om ‘glashelder’ te zijn over Nederlandse kernwaarden. Scholen zitten niet te wachten op extra regels over de burgerschapslessen. Koepelorganisaties voor het basis en voortgezet onderwijs (VO-raad en PO-raad) noemen het ‘niet passend’ dat de overheid voorschrijft wat ze hun leerlingen aan normen en waarden bij moeten brengen. “De kracht van ons systeem is juist dat we in Nederland vrijheid van onderwijs hebben”, zegt Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-Raad. “Een leraar op een reformatorische school geeft een andere invulling aan de burgerschapslessen dan een leraar op de vrije school.” Scholen moeten de lessen kunnen aanpassen aan de leerlingen, vindt ook Hans Huizer, directeur van de Johan de Wittscholengroep, met locaties in de Schilderwijk en het centrum van Den Haag. De school voerde de laatste jaren speciale burgerschapslessen in. “Het is voor ons belangrijk dat we zelf kunnen invullen waar we op welke manier aandacht aan besteden. Bij ons spelen andere problemen dan op een school op het platteland.” Leraren houden volgens Huizer rekening met de achtergrond van hun leerlingen bij gevoelige onderwerpen. “Geen onderwerp wordt gemeden, maar als je homoseksualiteit bespreekt met een klas vol leerlingen met een islamitische achtergrond, hou je daar wel rekening mee.” Scholen vinden bovendien dat de overheid soms te klakkeloos maatschappelijke problemen op het bordje van onderwijzers kwakt. Rosenmöller: “Leraren kunnen niet alles oplossen.” (Volkskrant.nl)