Omstreden Dakota-pijpleiding mag worden afgebouwd
VS - Het Amerikaanse leger zou gisteren een vergunning verlenen om het laatste deel van de omstreden Dakotapijpleiding aan te leggen. Dat heeft het leger dinsdag aan het Congres laten weten. Tegenstanders hebben direct aangekondigd dat zij naar de rechter zullen stappen. President Trump had al in een van zijn eerste decreten besloten dat de Dakota-pijpleiding er moest komen, ondanks aanhoudende protesten van indianenstammen en klimaatactivisten, die de bouw van het laatste stuk van het tracé bij Lake Oahe maandenlang hebben getracht te blokkeren. De aanleg van de leiding kost 3,8 miljard dollar (3,5 miljard euro). President Obama legde de bouw van de leiding vorig jaar stil, omdat hij meer inzicht wilde in de gevolgen voor milieu en natuur. Uit rechtbankstukken blijkt nu dat het onderzoek naar die gevolgen is gestaakt en dat de private bouwer en de legeringenieurs toestemming krijgen de pijpleiding af te bouwen, in de vorm van een speciale vergunning om privaat land te doorkruisen.
Of de bouw van de Dakota oliepijpleiding nu ook daadwerkelijk snel wordt afgerond staat te bezien. De Standing Rock Sioux, over wier grondgebied de pijpleiding loopt, hebben al aangekondigd naar de rechter te stappen. De Sioux zijn boos omdat de pijpleiding over een heilige begraafplaats van de stam loopt. Ook vrezen zij de gevolgen van een mogelijk olielek. De twee senatoren van de staat Noord-Dakota hebben het legerbesluit echter verwelkomd. De Dakota-pijpleiding verbindt olievelden in Noord -Dakota met een terminal in Illinois. De pijpleiding is 1885 kilometer lang. Veel langer is de even omstreden Keystone XL-pijpleiding, die van de Canadese teerzandvelden naar Amerikaanse olieraffinaderijen aan de Golf van Mexico loopt. Ook van deze pijpleiding heeft president Trump onlangs besloten dat die er moet komen.
(de Volkskrant)