Verdachte ontkent betrokkenheid moord militair
PARAMARIBO – Jurgen L ontkende gisteren dat hij betrokkenheid heeft gehad bij een gekwalificeerde doodslag op 25 december vorig jaar in Paramaribo. Daarbij is de militair John Noordwijk omgekomen. Ook de verdachte Alcyon Tooy liet het leven. Aan Jurgen L is ook diefstal door middel geweld samen met anderen ten laste gelegd. Hij verklaart dat hij slechts een rit had gereden in opdracht van Tooy die samen met een ander was. Hij werd rond 00.30 uur op 25 december gebeld voor de rit. Hij haalde de mannen op te Latour en bracht hen naar Paramaribo-Noord. Volgens hem zei Tooy nog dat hij een diefstal zou gaan plegen, maar hij beschouwde het als een grap. Nadien moest hij de twee mannen weer ophalen. Na het afzetten van de mannen reed Jurgen L naar een bar aan de Bonistraat. Hij stopte daar ongeveer een uur en maakte daarna een ronde in Paramaribo-Noord. Hij reed rond in de hoop dat de mannen hem zouden bellen om hen op te halen.
Uit de telefoonuitdraai blijkt dat Jurgen L wel gebeld heeft naar Tooy. Dat wordt bovendien gestaafd door een getuige die hem zag bellen. Jurgen L beweert dat hij Tooy kende als gouddelver. Hij deed bij de politie de aanwijzing van een plaats waar hij Tooy en zijn kompaan eerder had afgezet. Op dat adres was ook een beroving gepleegd. In de rechtszaal vertelde hij dit verhaal te hebben verzonnen bij de politie toen die hem vragen erover stelde.
De rechter merkte op dat Jurgen L toen had verteld dat de mannen een pijpentang bij zich hadden en wat de buit was. Jurgen L, die juridische bijstand kreeg van raadsman Hedley Derby, kreeg ook geld uit de buit. De magistraat hield hem voor dat hij een substantieel aandeel heeft gehad in het geval van Noordwijk. “Als u de mensen niet had vervoerd, was dit misschien niet gebeurd. De eigenaar van de woning is ook overleden”, zei de rechter. Na het geval van 25 december gooide Jurgen L zijn telefoonchip weg. Hij vroeg de rechter om zijn voorlopige invrijheidstelling, maar zij wees het verzoek af omdat er nog ernstige bezwaren overeind staan. Op 6 april wordt de behandeling van deze zaak voortgezet.
WJ