Roep om cameratoezicht in bos tegen dumpen drugsafval
BRABANT - Boswachters pleiten voor cameratoezicht nu het dumpen van drugsafval in de buitengebieden wéér is toegenomen.
Uit cijfers van de politie blijkt dat er vorig jaar in Brabant op 177 plekken drugsafval is gevonden, zeventien meer dan het jaar daarvoor. Het meeste afval wordt achtergelaten op openbare plekken in de buitengebieden, zoals parkeerplaatsen en verlaten wegen. Dit zijn volgens boswachter Erik de Jonge van het Brabants Landschap dé hotspots voor drugscriminelen. Hij pleit voor camera’s op die locaties. “Ze rijden ’s nachts langs, dumpen gauw hun vaten en gaan verder. De buitengebieden zijn een vrijplaats geworden. Je ziet dat in de grote stad goede resultaten worden geboekt met bewakingscamera’s. Waarom komen ze niet in de buitengebieden?”
De Jonge heeft zijn werkterrein bij de Brabantse Wal, een van de ergste dumpgebieden. Dat door cameratoezicht het probleem wordt verplaatst, gelooft hij niet. “Het spul wordt in de buurt geproduceerd en ook aan vervoer van chemisch afval zitten risico’s,” aldus de boswachter. “Die lui gaan er geen uren mee rondrijden. Ze zoeken niet zo snel een ander bos op.” Sjaak Smits, boswachter bij Staatsbosbeheer BrabantOost, sluit zich aan bij zijn collega. Volgens hem is het opruimen van drugsafval door instanties inmiddels een routineklus, zo vaak komt het voor. “Camera’s zijn privacygevoelig, maar in goed overleg met politie en justitie zou dit toch een oplossing kunnen zijn.”
De drugsafvaldump is natuurbeschermingsorganisaties al veel langer een doorn in het oog. Natuurmonumenten ziet het aantal incidenten met vergiftigde roofvogels en vernielde dassenburchten door drugsafval toenemen. Daarnaast kost het ook veel geld want de terreineigenaar draait op voor de kosten van het verwijderen van het afval en eventueel afgraven van de bodem. Dit loopt al snel in de duizenden euro’s. Via een subsidiefonds betaalt het rijk een deel van de kosten. Natuurmonumenten laat weten dat camera’s preventief kunnen helpen om criminelen te weren. Maar het is volgens de organisatie niet dé oplossing van het probleem. Extra toezicht - een roep die al langer klinkt - zou dat wel kunnen zijn. Maar daar hangt een prijskaartje aan. “We zien het liefst versterking van het toezicht in het buitengebied en betere samenwerking tussen instanties,” zegt woordvoerder Dieuwertje Penders.
“De aanpak van drugsafval valt niet onder de groene boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren). Zij zijn de ogen en oren in het veld. Maar de politie is nodig voor de opsporing van de daders. Bovendien is het aantal boa’s ook afgenomen. Een paar jaar geleden waren er nog 800 boa’s in Nederland. Nu zijn er nog maar 500 over. Bij Natuurmonumenten werken nog 80 boa’s, waarvan een derde vrijwillig. Het komt voor dat er maar één handhaver is op duizenden hectares.” De gemeente Bergen op Zoom heeft ook zorgen over de drugsdump en onderzoekt met verschillende partijen, zoals de politie, provincie en waterschappen, naar een oplossing. Of dat camera’s zijn, is de vraag. “Ons buitengebied is zo ontzettend groot. Wil je alles in beeld brengen dan moeten er ontzettend veel camera’s opgehangen worden. Het onderwerp heeft in elk geval onze volle aandacht,” aldus een woordvoerder.
Als boswachter Smits iets verdachts ziet, noteert hij het kenteken en belt 112. “De politie doet wat ze kan en is altijd snel ter plaatse”, zegt Smits. “Maar eigenlijk zou er gewoon veel meer gesurveilleerd moeten worden. In de tussentijd proberen we als natuurbeheerders in elk geval goed met de politie samen te werken.” (AD)