Franse presidentsverkiezingen: strijd tussen vier kandidaten
FRANKRIJK - De campagne voor de Franse presidentsverkiezingen wordt steeds meer een vierstrijd. De laatste weken verliezen de favorieten Marine Le Pen en Emmanuel Macron terrein: allebei schommelen ze nu rond de 23 procent.
De Republikein François Fillon herstelt zich, terwijl de radicaal-linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon stormachtig komt opzetten. Fillon en Mélenchon schommelen allebei rond de 19 procent. Als geen ander profiteerde Mélenchon (65) van twee verkiezingsdebatten op televisie, waarin hij zich als een vaardig en geestig debater profileerde. Mélenchon is onversneden links. Hij brandde een kaarsje na de dood van Fidel Castro en zei ooit dat Frankrijk nog heel wat kon leren van het Venezuela van Hugo Chávez. Volgens zijn verkiezingsprogramma wil hij het minimumloon verhogen, de pensioenleeftijd terugbrengen naar 60 jaar, de werkweek verkorten tot 32 uur en de overheidsuitgaven met 250 miljard euro verhogen. Wie meer verdient dan twintig keer het mediaan inkomen krijgt een belastingtarief van 100 procent opgelegd. Mélenchon wil de NAVO verlaten en met de Europese Unie onderhandelen over een nieuw verdrag, waarbij hij zo veel eisen stelt dat hij de facto voorstander van een Frexit is.
In het verleden kwam hij vaak onaangenaam over door zijn agressieve en autoritaire houding. Maar voor deze verkiezingscampagne heeft hij zijn imago verzacht.
In 2008 verliet Mélenchon de Parti Socialiste, omdat hij zich miskend voelde. Sindsdien probeert hij de socialisten om zeep te helpen, iets waar hij nu dichtbij is. Om die reden waren gesprekken met Benoît Hamon over een gezamenlijke kandidatuur, waardoor links kans zou maken op de tweede ronde, tot mislukken gedoemd.
De opmars van Mélenchon laat zien hoe sterk het antikapitalistische gedachtengoed in Frankrijk is. Zowel Le Pen als Mélenchon gaat dagelijks tekeer tegen vrijhandel, globalisering en ‘het systeem’. Samen staan ze op 42 procent.
(de Volkskrant)