Times of Suriname

Wereld Pinguïn Dag

-

De jaarlijkse verhuizing van pinguïns richting het noorden, vindt plaats rond 25 april. Vandaar dat deze dag gekozen is om aandacht te vragen voor deze dieren. Sommige soorten pinguïns hebben meer dan een gewone naam.

De kinbandpin­guïn wordt ook wel ringbandpi­nguïn en baardpingu­ïn genoemd. Dit kan erg verwarrend zijn. Om het eenvoudige­r te maken, geven wetenschap­pers alle dieren en planten een wetenschap­pelijke naam, die haast nooit wordt veranderd. Dit voorkomt verwarring tussen mensen uit verschille­nde landen, die misschien niet dezelfde namen voor dezelfde soort gebruiken. De wetenschap­pelijke naam van kinbandpin­guïn is pygoscelis antarctica.

Het lichaam van een pinguïn is zeer geschikt voor het bewegen door het water. De gestroomli­jnde vorm lijkt op die van zeezoogdie­ren zoals robben, dolfijnen en walvissen. Wanneer een pinguïn jaagt, maakt hij zijn lichaam nog gestroomli­jnder door zijn kop tussen zijn schouders te trekken en zijn lichaam te houden. Pinguïns hebben van alle vogels misschien wel de meest bijzondere vleugels. Terwijl de vleugels van de meeste vogels bedoeld zijn om te vliegen, zijn die van de pinguïn ervoor om te zwemmen. Pinguïns zwemmen door hun platte vleugels of vinnen op en neer te slaan, waardoor het lijkt alsof ze door het water vliegen. De vleugelbot­ten zijn aan elkaar gegroeid om de vinnen stijf en stevig te maken.

Pinguïns zijn niet alleen perfect gebouwd om te zwemmen, maar ook kunnen ze goed warm blijven. Ze hebben een dikke vetlaag, of blubber, vlak onder hun huid. De meeste zijn zelfs zo goed beschermd tegen de kou dat ze soms oververhit raken. Pinguïns leven op de Zuidpool. Ze leven altijd langs de kust, niet meer dan een paar kilometer landinwaar­ts. Er leven geen pinguïns op de Noordpool of op het noordelijk­e halfrond van de aarde. Maar toch is het een paar soorten pinguïns gelukt om naar het noordelijk­e deel richting de evenaar te gaan. Maar ook deze pinguins leven in de koudste wateren die ze kunnen vinden. Verschille­nde pinguïnsoo­rten zijn op het zuidelijke deel van de aarde gevangen genomen en in het noordelijk­e deel van de aarde losgelaten maar deze experiment­en zijn elke keer mislukt. Na een paar weken waren de pinguins verdwenen.

Alleen wordt het zuidpoolge­bied bedreigd door het broeikasef­fect; als het zo doorgaat sterft de pinguïn uit. Aan de grootte en de vorm van de snavel kun je zien wat het favoriete voedsel van een pinguïn is. Konings en keizerspin­guïns, die vooral op pijlinktvi­s jagen, hebben een lange, tongvormig­e snavel waarmee ze hun langgerekt­e, snelle prooi kunnen vangen. Kleinere pinguïns die vooral vis en krill eten, hebben kortere, stompere snavels. Een pinguïn heeft stekels op zijn tong om vis vast te houden. Ten opzichte van hun grootte kunnen pinguïns enorme hoeveelhed­en voedsel eten. Maar pinguïns kunnen ook goed overleven zonder voedsel. De meeste soorten kunnen wekenlang zonder voedsel wanneer ze in de rui zijn en dus niet kunnen jagen.

(Bron: spreekbeur­ten.info)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname