Schippers wil justitie toegang geven tot medisch dna-materiaal
DEN HAAG - Mag dnamateriaal dat is opgeslagen voor medische doeleinden ook worden gebruikt voor strafrechtelijk onderzoek? Vijf jaar nadat het plan was gesneuveld, onderneemt minister Schippers van Volksgezondheid een nieuwe poging dit mogelijk te maken. De voorwaarden zijn verder aangescherpt, maar de tegenstanders zijn nog lang niet overtuigd.
Het debat over het gebruik van opgeslagen biomedisch materiaal loopt al jaren. Het Rathenau Instituut stelde in 2009 na onderzoek dat biomedische databanken in Nederland 50 miljoen stukjes lichaamsmateriaal van 14 miljoen mensen hebben opgeslagen. Het gaat veelal om lichaamsmateriaal dat door patiënten is afgegeven voor medisch onderzoek, van bloedtesten en hielprikken tot urineonderzoek. Wat mag er met dat materiaal gebeuren? De stelling van Schippers is dat het beschikbaar is voor medisch onderzoek, tenzij de donor die het materiaal afstond dat niet wil. Dat roept weinig weerstand op. Maar Schippers stelt ook dat het materiaal beschikbaar kan komen voor justitie.
Als justitie een zwaar misdrijf - moord, verkrachting - waar minimaal acht jaar gevangenisstraf op staat, wil oplossen, kan het een gericht beroep doen op de databank. Gericht, want justitie moet met naam en toenaam vragen of materiaal van iemand matcht met dnasporen bij het misdrijf. Er mag dus niet lukraak worden gezocht, benadrukt de minister in een voorstel dat zij nu ‘ter consultatie’ op internet heeft gepubliceerd. “Een andere vereiste is dat het lichaamsmateriaal niet bij de verdachte zelf kan worden afgenomen, omdat deze vermist, voortvluchtig of overleden en begraven of gecremeerd is, ” schrijft Schippers. Het gebruik van de databank moet ook ‘het laatste redmiddel zijn om de bewijsvoering rond te krijgen.’ En er komt een commissie die een verzoek ‘toetst’. Justitie mag dus geen sleepnet door de databank werpen om te kijken of er een dna-match is.
Het onlineforum Privacy Barometer spreekt niettemin van een zorgwekkende ontwikkeling en voorziet een schending van de privacy en van het medisch beroepsgeheim. “Dit materiaal is nooit afgegeven in de wetenschap dat politie en justitie er op een toekomstig moment gebruik van mogen maken voor opsporingsdoeleinden. Dat is voor mensen ook niet te voorzien geweest.”
De barometer vreest daarnaast de ‘glijdende schaal’ naar een nationale dna-databank met daarin dna-materiaal van alle Nederlanders. “Vrijwel elke bevoegdheid die de politie krijgt wordt binnen enkele jaren uitgebreid. Als de principiële horde is genomen, is ruimer gebruik van bevoegdheden niet meer zo’n discussie in de politiek.”
Vooralsnog verkeert het wetsvoorstel in de embryonale fase. Iedereen mag er tot 23 juni via internet op reageren. Of en hoe het daarna daadwerkelijk bij de Tweede Kamer wordt ingediend, is waarschijnlijk aan een nieuw kabinet. De koepel van artsenorganisaties KNMG heeft nog geen mening, liet een woordvoerder maandag weten. “We gaan de achterban raadplegen en zullen tijdig reageren.” De Autoriteit Persoonsgegevens, die namens de overheid de privacybelangen van burgers bewaakt, geeft pas een oordeel als een wetsvoorstel daadwerkelijk bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
(de Volkskrant)