Moordverdachte ontkent woning slachtoffer te hebben aangedaan
PARAMARIBO - Valga D ontkende gisteren dat zij de woning van Hendrik Westbroek (71) op 8 december vorig jaar heeft aangedaan om brand te stichten. Zij wordt verdacht van de moord op Westbroek en brandstichting in het huis.
De rechter hield de verdachte de verklaring van een getuige voor. Zij verklaarde bij de politie dat zij was gebeld door een beveiligingsbedrijf dat het alarm van de woning van haar zus overging. De zus had de woning verhuurd aan Westbroek. De getuige woont niet ver van het verhuurde huis en ging naar buiten. Zij hoorde het alarm overgaan en zag dat Valga D haastig wegliep, maar steeds naar de woning van de bejaarde keek. Valga D ontkent dat zij naar de woning van Westbroek is gegaan. Zij kent de getuige wel en heeft eerder met haar gesproken. De getuige vertelde de politie dat de verdachte haar zei dat indien het huis niet van een ander was, zij het al lang in brand had gestoken, omdat de man haar iets pijnlijk had aangedaan. Er was vaker ruzie tussen de vrouw en het latere slachtoffer. Aan een andere getuige zou zij meerdere malen hebben gezegd dat zij het slachtoffer in de woning wilde opsluiten en hem in brand zou steken. Valga D ontkent echter deze uitspraak te hebben gedaan. Zij zou de man hebben geslagen nadat een ruzie uit de hand liep. In eerste instantie vertelde zij gisteren in de rechtszaal dat zij op 8 december rond half acht ’s morgens aankwam bij het werk. De rechter hield haar voor dat op haar werkplaats is geregistreerd dat zij rond 07.46 uur aankwam. Valga D zou ook in een winkel zijn gegaan. Uit camerabeelden van de winkel blijkt dat zij om 07.35 uur bij de kassa stond. De vrouw kon gisteren niet vertellen hoe laat zij uit huis vertrok om naar het werk te gaan en hoe lang de afstand ongeveer is. Ook vertelde zij een gele trui en blauwe kniebroek te hebben aangetrokken, maar drie personen geven aan dat zij een zwarte trui aanhad. De magistraat zegt dat een anonieme getuige de verdachte ook had zien langslopen voor de woning van Westbroek. Daarna zag zij rook op het adres. In eerste instantie dacht zij dat er vuil werd verbrand, maar het bleek dat het pand in brand stond. Een politieman heeft tijdens zijn getuigenverhoor gisteren aangegeven dat de brandhaard in een kamer was. Daar heeft brand gewoed bij een klerenkast. Het raam van deze kamer stond op een kier open. Op 18 mei wordt de verdachte verder gehoord.
WJ