CDA: IS-strijders hier vervolgen
DEN HAAG - IS-strijders moeten in Europa vervolgd worden voor genocide. Daar zijn landen toe verplicht en als ze het niet doen, moeten ze vanwege nalatigheid internationaal op de vingers worden getikt.
Dat stelt CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij probeert internationaal af te dwingen dat terugkerende IS-strijders harder worden aangepakt en dat landen extra maatregelen nemen om de volkerenmoord in het Midden-Oosten te stoppen.
Als landen erkennen dat er genocide wordt gepleegd, zijn ze juridisch ook verplicht er iets aan te doen, benadrukt Omtzigt. En dat is, mede dankzij de CDA’er, inmiddels het geval. In de Raad van Europa werd op basis van een rapport van Omtzigt vastgesteld dat de moslimextremisten van IS genocide plegen. Ze proberen christenen, Yazidi’s en andere minderheden uit te roeien. Omtzigt ergert zich eraan dat desondanks veel landen terugkerende jihadstrijders nog steeds gewoon opnemen en ze voornamelijk re-integratiecursussen aanbieden. “Eerst moeten ze strafrechtelijk worden aangepakt.” Sommige landen vervolgen de terugkeerders wel, maar niet voor genocide, wat een veel zwaardere misdaad is.
Omtzigt: “Als je een rechtstaat serieus neemt, dan moet je deze mensen opsporen, vervolgen en straffen. En je moet voorkomen dat mensen zich aansluiten bij ISIS. Als je dit niet doet en mensen wel aanpakt als ze iets te hard rijden, verliezen mensen het geloof in de rechtstaat.”
Het Kamerlid roept landen ook op om meer bewijs voor genocide te verzamelen. Daar kunnen de aanklagers van IS-strijders in de toekomst enorm mee geholpen zijn. Het is volgens Omtzigt hard nodig om dat bewijs nu al, volgens dezelfde internationale standaarden te bewaren. Bijvoorbeeld voor als er later een tribunaal komt zoals na de Tweede Wereldoorlog. Omtzigt denkt echter dat dit laatste niet per se nodig is, want individuele landen kunnen en moeten volgens hem hun eigen onderdanen die zijn uitgereisd, nu al voor genocide berechten, evenals anderen op hun grondgebied.
Begin volgende week schrijft de CDA’er de 47 lidstaten van de Raad van Europa aan omdat hij precies wil inventariseren wat ze tot nu toe doen aan de aanpak van IS-strijders. Zijn rapport daarover zal naar verwachting spoedig volgen.
(De Telegraaf)