Gesubsidieerde agrarische soldaten speerpunt voor de agrarische sector?
Het valt op dat op de begroting van 2017, SRD 3 miljoen aan subsidie is opgenomen voor doorstart van het agrarisch bedrijf Von Freiburg te Saramacca. Dit is temeer opmerkelijk, omdat deze subsidie op de begroting van het Ministerie van Defensie staat en niet op die van LVV, zoals verwachtbaar. Ondertussen is bekend geworden dat ook de verlieslatende en daarom reeds gesloten cassavefabriek te Para in handen komt van het leger. Dit allemaal met het argument dat het leger omgevormd moet worden tot een ‘ontwikkelingsleger’. Staatsbedrijven in de agrarische sector zijn al jaren niet productief gebleken en vele zijn reeds gesloten. Ook het agrarisch bedrijf Von Freiburg is jaren verwaarloosd geweest. Op advies van deskundigen worden de staatsbedrijven daarom geprivatiseerd. Met deze beleidsmaatregelen lijkt de regering weer het wiel te gaan uitvinden. Opmerkelijk was ook dat tijdens een bezoek van DNA-leden aan dit bedrijf, het project door de minister van Defensie en sommige leden van de coalitie zelfs een speerpunt is genoemd om de agrarische sector te helpen ontwikkelen. De PALU vraagt zich af welk belang wordt gediend met het reserveren van deze staatsgelden voor een reeds jaren noodlijdend staatsbedrijf, ondanks de ervaringen van de afgelopen decennia met staatsbedrijven in de agrarische sector. Mede onder het mom van het omvormen van het leger tot een ontwikkelingsleger worden deze beleidsmaatregelen doorgevoerd. Een ontwikkelingsleger is volgens definitie een leger dat op basis van de reeds aanwezige expertise en het aangeschafte militair materieel, wordt ingezet anders dan alleen het bewaken en verdedigen van de landsgrenzen van Suriname. In de nieuwe definitie van ontwikkelingsleger van deze regering worden soldaten getraind tot het ondernemen van full time agrarische activiteiten met het argument om het leger zelfvoorzienend te maken voor wat betreft de eigen voedselbehoefte. Additioneel wordt nieuw materieel aangeschaft speciaal voor dit doeleinde. De ingezette soldaten en eventueel extra in dienst genomen arbeiders worden betaald uit de begroting van het Ministerie van Defensie. De definitie die zo wordt gegeven aan het begrip ontwikkelingsleger creëert een gevaarlijk precedent in het nemen van gesubsidieerde beleidsmaatregelen waarvan het einde zoek is. Want in het verlengde van deze redenering kan ook aan het Nationaal Leger een hout-, grind- en zandconcessie gegeven worden om zo het leger ‘gesubsidieerd’ zelfvoorzienend te maken voor wat betreft de eigen behoefte aan bouwmaterialen. En waarom dan niet een goudconcessie om het leger volledig financieel zelfvoorzienend te maken? En dan, nog steeds in het verlengde van deze redenering, waarom zou ook het Ministerie van Volksgezondheid niet de mogelijkheid worden geboden om een gesubsidieerde agrarische bedrijf op te starten om de onder haar vallende ziekenhuizen zelfvoorzienend te maken? Of het Ministerie van Onderwijs om de onder haar vallende onderwijzers ‘gesubsidieerd’ (lees: gratis) te voorzien van agrarische producten? Terecht werd de opmerking gemaakt dat indien de huidige minister van Defensie in staat is het agrarische bedrijf Von Freiburg winstgevend te maken, hij de huidige minister van LVV zou mogen vervangen. Maar ook als soldaten in staat zijn winstgevend een agrarisch bedrijf te draaien, dan zouden we het leger moeten opheffen en ze tot full time boeren moeten maken. Meer nog, een militaire training zal dan een verplicht onderdeel moeten worden van elke agrarische opleiding.
De uiteindelijke subsidie is vele malen groter en een grondige financiële evaluatie zal op zijn plaats zijn voordat deze activiteit in Saramacca wordt voortgezet. De ingezette soldaten en eventueel extra in dienst genomen arbeiders worden betaald uit de begroting van het Ministerie van Defensie, buiten de opgebrachte subsidie. Volgens de berichten zou het gaan om ongeveer 100 mensen die direct of indirect betrokken zouden zijn bij het agrarische staatsbedrijf. Ook de kosten voor het ingezette militair materieel en eventueel ander aangeschaft zwaar materieel worden betaald met gelden uit de lopende begroting. Ingeschat wordt dat de uiteindelijke subsidie meer dan SRD 6 miljoen bedraagt. De PALU stelt als een goed alternatief voor om het leger te saneren en met 100 boeren een contract te sluiten voor het leveren van noodzakelijke levensmiddelen aan het leger. De gegarandeerde maandelijkse afzet van SRD 500 duizend aan agrarische producten zou een extra stimulans betekenen voor de totale agrarische sector.
Henk Ramnandanlal, ondervoorzitter PALU