Voor nabestaanden historische dag
PARAMARIBO - Tegen Desi Bouterse, verdachte in het 8 Decemberstrafproces, is gisteren twintig jaar gevangenisstraf geëist. Betty Goede, voorzitter van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, is blij dat eindelijk het requisitoir een aanvang heeft gehad. “De spits is afgebeten met de strafeis tegen Bouterse. Het is een historische dag voor Suriname. Het is een officiële strafeis tegen de persoon van Bouterse, maar het is ook ons gezicht naar buiten toe, namelijk dat hij de president van het land is”, aldus Goede.
Auditeur-militair Roy Elgin kwam tot het wettig en overtuigend bewijs dat Bouterse zich schuldig heeft gemaakt aan moord. Volgens hem zijn de slachtoffers op een wrede en gewelddadige wijze van hun leven beroofd. Het hoogste goed van de mensen, namelijk hun leven, werd hen op een zinloze, nodeloze en gewelddadige wijze ontnomen. Elgin acht bewezen dat er sprake is van voorbedachten rade. Volgens hem blijkt de voorbedachten rade onder meer uit het feit dat op 7 december 1982 op de schietbaan achter Zanderij door de groep van 16 aangevuld tot dertig mannen, nieuwe wapens zijn uitgetest. Er zijn verder schietoefeningen gehouden, waarna de groep naar Boxel ging. Voorts gingen zij naar Fort Zeelandia waar een briefing werd gehouden. Daarbij werden groepen samengesteld om personen op te halen en verzethaarden op te blazen. Toen zijn de slachtoffers opgehaald en gebracht naar het fort. Elgin zegt dat bijna gelijktijdig personen zijn opgehaald en telefoonlijnen werden afgesneden. Verder werden gebouwen in brand gestoken. Volgens hem was Bouterse wel aanwezig toen geschoten is op de slachtoffers; weliswaar heeft hij niet zelf geschoten. De auditeurmilitair maakte gebruik van de verklaring van de vakbondsleider Fred Derby, die verklaarde dat Bouterse achter zijn bureau zat. Enkele zwaarbewapende militairen brachten personen naar Bouterse. In het fort werd meerdere keren geschoten.
Elgin nam mee de verklaring van Bouterse die ook schoten had gehoord. Bouterse deed navraag over de schoten. Hij nam mee dat Bouterse vertelde dat hem was gerapporteerd dat mensen op de vlucht waren doodgeschoten. Hij concludeert dat Bouterse in het fort aanwezig was toen de executies plaatsvonden.
Elgin zei dat de groep van 16 onder leiding van Bouterse vaker zonder afspraak in het fort was. Zij gingen samen in actie. Hij haalde aan dat de totale groep van 16 participeerde aan schietoefeningen achter Zanderij. Volgens hem hebben verschillende getuigen gezien dat de groep van 16 betrokken was bij het in brand steken van panden en het ophalen van personen. Deze groep werd op den duur uitgebreid tot dertig, om de verzethaarden te elimineren.
(Lees verder op pagina 2)