Geëiste vrijspraak tegen Stolk opluchting voor raadsman
PARAMARIBO - “Ik voel de opluchting voor mijn cliënt Jimmy Stolk. Hij heeft al langer dan tien jaar de status van verdachte. Natuurlijk is de krijgsraad degene die het eindoordeel geeft, maar de geëiste vrijspraak is een stap in de goede richting”, zei raadsman Henk Veldkamp gisteren aan de krant, nadat tegen zijn cliënt vrijspraak was geëist.
Auditeur-militair Roy Elgin zei tijdens zijn requisitoir dat zowel uit het gerechtelijk vooronderzoek als het onderzoek ter terechtzitting blijkt, dat Stolk, die toen directeur was van de strafinrichting Santo Boma, de veroordeelde Djiewansing Sheombar uit de inrichting ophaalde. Hij leverde de geboeide Sheombar af te Fort Zeelandia aan Benny Brondenstein of Tolud. Hij voerde hiermee de opdracht van bataljonscommandant Paul Bhagwandas uit. Volgens hem zei Sheombar niet dat hij zou worden vermoord.
Stolk werd gebeld door Bhagwandas dat hij de veroordeelde moest bezorgen bij het Fort Zeelandia. Hij overwoog toen of hij deze opdracht zou delegeren aan iemand in lagere rang of hem zelf zou uitvoeren. Uiteindelijk besloot hij te kiezen voor het laatste. Hij ging naar de brigade van de militaire politie voor assistentie, welke hij ook kreeg. Het waren de militairen Orlando Heidanus en Wim Carbierre die met Stolk meegingen om Sheombar op te halen. Beiden verklaarden dat Sheombar is opgehaald uit de strafinrichting en afgeleverd te Fort Zeelandia. Stolk deed een beroep op een dienstopdracht die hij van zijn meerdere heeft opgekregen. “Een bevel in militair jargon is een instructie, opdracht of order om iets te doen of na te laten die gegeven wordt door een meerdere. Tegenspraak wordt daarbij niet verwacht. Indien een militair een gegeven dienstopdracht weigert op te volgen, dan zal in de regel sanctie van het tuchtrecht op hem van toepassing zijn”, zei Elgin. Hij gaf aan dat een gegeven bevel billijk en uitvoerbaar moet zijn en betrekking moet hebben op de dienst. Volgens hem moet aangenomen worden dat Stolk geen andere keuze had, dan de opdracht van Bhagwandas, die toen de tweede man in het leger was, uit te voeren. Elgin zegt dat de verdachte niet bij het beramen van het plan en ook niet bij de schietoefeningen aanwezig was. Stolk behoorde toen ook niet tot de legertop, maar was uitgeleend en aangewezen als directeur van de strafrichting. De auditeur-militair vindt dat er geen sprake was van dubbele opzet bij de verdachte. De opzet van Stolk was slechts het afleveren van Sheombar, wat een dienstopdracht was. Bij hem is daarom medeplegen of medeplichtigheid tot moord niet bewezen.
WJ